De deur van hutje 12 was open. Er paste niet veel meer in dan een bed, maar het bed was opgemaakt. Hij kleedde zich uit en ging liggen. Het was vier uur 's ochtends en klaarlichte dag.
Hij werd wakker van het geluid van spelende kinderen. Hij kleedde zich aan en trok de deur van zijn blokhut open. Kleurige bootjes schoven over het zonovergoten water van de speelvijver. De kinderen die de bootjes bestuurden schreeuwden opgewonden naar elkaar, en naar hun ouders die aan de rand van de vijver stonden te kijken. De bootjes liepen op accu's. Zo nu en dan viel er een bootje stil. Dan pakte een vader de stok met een haak die op de tegels naast de vijver lag en trok het bootje naar de kant. Alle kinderen wilden nog een keer, en nog een keer, en zeurden om meer muntjes. De vuurtoren in het midden van de vijver blikkerde in de zon.
Thomas liep naar de hut van de Zweedse Meisjes. Ze zaten net aan de lunch. Ha die Thomas. Ga zitten, eet mee. Zelfgebakken brood. Kersentaart. Zoete koffie. Roodwit geblokt tafelkleed. Zon door de ramen. Hoe is het. Beetje overspannen hebben we gehoord. Doe maar rustig aan. Hutje 12 is voor jou, als je wat lichte werkzaamheden wilt verrichten verzinnen we wel wat. Je kan nergens beter tot rust komen dan hier, kijk maar. Ze lieten hem de krant van de vorige dag zien, en ze vertaalden het voor hem: Skipsvall was uitgekozen tot de saaiste stad van Zweden. Neem nog wat taart, ga anders straks nog maar wat slapen, het is een hele reis zo met de trein, niet?
Thomas sliep nog wat bij, hij liep wat rond, hij keek naar de kinderen in de speelvijver, hij praatte met hun ouders, hij at mee met de Zweedse Meisjes. De eerste dagen gleden voorbij. Hij bood aan het gras bij de midgetgolfbaan bij te werken. Geen slecht idee, Thomas, het gereedschap ligt in het schuurtje, straks hebben we zelfgemaakte bessenlimonade met ijs.
Na een paar dagen kwam er een brief van Jennifer. Hé Thomas, een brief uit Amsterdam. Hij had haar nog niet geschreven. Hij had besloten te wachten tot zij schreef. (Je zou de indruk kunnen krijgen dat het goed met hem ging.) Misschien had ze helemaal niet moeten schrijven, maar vooralsnog was het een aardige brief. Hij moest haar alles vertellen, hoe Zweden eruitzag, in wat voor stad hij zat, hoe het met hem ging, en hij hoefde zich niet ongerust te maken over zijn etage, ze pasten er goed op,