Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12)(1999)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Erik Lindner ~ Tijdelijke halte Is dit een stad? Huizen en trams raken los van elkaar de straat. Dit is een luifel. Een marmeren zuil. Een kapsalon die nog ruikt naar jus. Hier is een zwembad. Een glazen pui. Een winkelstraat waar het verkeer niet past. Ze bukt niet als ze door het kikkerbad waadt en met haar vingers de kruin van het kind aanraakt. Bij elke beweging aan het fotokopieerapparaat schiet de schuifdeur van de supermarkt open. Zo verklaart een passant wat passeren is: een stad die je verlaat terwijl je er blijft. [pagina 37] [p. 37] Niemand zwijgt langdurig in Bar Ernst. De vriendin van de uitbater danst in het midden van de zaak, weerkaatst multicolore in de gesp die haar taille oplicht en verengt. Alles draait om haar. Het zilver boven de bar op de spiegel de projectie door de rook bloemstukken in het raam half geopend het diascherm aan lussen lage gordijnen, omwoners die schichtig voorbijgaan. [pagina 38] [p. 38] Kijk naar het bloed in die bak met lamslever. De olijfolie in blikken. De ispanak in een krat. Het televisiescherm dat dobbert in de gracht. Twee mensen die een gesprek voeren - hun voorhoofden tegen elkaar geleund. Bij de man aan het schaafijs kleeft tussen snor en baard een vloeitje terwijl hij in de tabak graaft. Kijk toe hoe het bloed van het vlees spoelt. [pagina 39] [p. 39] Het is niet waar je staat maar stil voor de ruit is de plaats haast af als kwam het beeld door dat je langskwam. Je moet koud zijn om iets te tonen in taal verklaar je het glas aan de straat de man en zijn papieren temperament. Vorige Volgende