andere gedichten (Bert Bakker, 1997) en De zelfgemaakte pauk (Uitgeverij Herik, 1998).
Thomas Möhlmann (1975) studeert Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In dit nummer van Bunker Hill maakt hij zijn debuut als dichter.
Peter Nijmeijer (1947) is dichter en vertaler. Recentelijk verschenen van hem de dichtbundel In duizend stukken (J.M. Meulenhoff, 1995) en de vertalingen Het eerste koninkrijk (J.M. Meulenhoff, 1996) en Verjaardagsbrieven (J.M. Meulenhoff, 1998). Tevens schrijft hij regelmatig voor Vrij Nederland en De Morgen.
Pablo Pereira Torrejón (1974) studeert Journalistiek aan de Universiteit Utrecht. Hij is geboren in Montevideo, Uruguay. In 1979 moest hij met zijn ouders Uruguay verlaten. Na drie maanden in Argentinië te hebben doorgebracht, kreeg de familie Torrejón een visum om in Nederland te gaan wonen. ‘Brieven uit Uruguay’ is zijn debuut als fictie-schrijver.
Frederick Reiken (1967) is schrijver. Hij woont in Massachusetts en werkt als verslaggever voor de Daily Hampshire Gazette. De roman The Odd Sea, De godenzee werd in 1997 bekroond met de Hackney Literary Award. ‘Ethan verdwijnt’ is het eerste hoofdstuk van deze roman, die binnenkort in de vertaling van Jan Fastenau bij Uitgeverij De Harmonie zal verschijnen.
Matthew Sweeney (1952) is dichter. Hij publiceerde zes dichtbundels, waarvan meest recent The Bridal Suite (Cape, 1997). Een selectie van zijn gedichten werd in 1997 in de Penguin Modern Poets-serie (nr. 12) opgenomen. Verder publiceerde hij drie bundels met kinderpoëzie bij Faber & Faber. Momenteel is hij bezig voor dezelfde uitgeverij een Anthology of Children's Poetry samen te stellen.
Paulo van Vliet (1966) is (toneel)schrijver. In 1997 verscheen zijn debuut roman Uitgesloten (Nijgh & Van Ditmar). Hij publiceerde enkele korte verhalen en toneelteksten.