Bunker Hill. Jaargang 1 (nrs. 0-3)(1997)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Jan Kostwinder ~ Meneer De Vries I Je staat voor het bord in krijtjespak. Wat is er mis Meneer De Vries, wat is er mis? Vuurwater heb ik nodig uit de jaren dat ik niet meer was dan een vlek in een rorschachtest die zichzelf tracht te duiden - vader die zichzelf in mij herhaalde zit vanaf zijn wolk verbijsterd toe te kijken. ‘Pappa vies! Pappa vies!’ Zweet uit al zijn poriën maar verder is er niemand mis met Meneer De Vries. [pagina 35] [p. 35] Meneer De Vries II Wat hij wil, is bijna onzichtbaar zijn, als een heel dunne nevel 's morgens vroeg over de velden en geen functionaris op de fiets, links knikkend rechts groetend - een vriendelijke meneer maar wat doet hij hier. Ja, wat moet hij hier. [pagina 36] [p. 36] Meneer De Vries III In zwart pak fiets je door de velden. Wat is er mis Meneer De Vries, wat is er mis? Zijn zieke ogen en de tedere handen die mij opnamen zijn nooit voorgoed verdwenen uit dit leven. Hij wroet als een mol in het vergeten. ‘Kijk maar,’ zegt hij, ‘ik ben er toch: kijk dan.’ Naar het Platland ben ik teruggekeerd om met die ogen te zien maar verder is er niets en niemandal met Meneer De Vries. [pagina 37] [p. 37] Bij een verjaardag (Meneer De Vries schrijft een gedicht) Dag Thomas. Hier spreekt je vader. Nu ben je vier. Het wordt al later. Je wordt een grote stoere jongen met een racemotor of een sportwagen. Pa is een lul. Pa is een kwal. Dan ga je trouwen en ben je een man. Maar wat men dan ook zeggen zal: ik zal je missen, ik mis je al. [pagina 38] [p. 38] Bezoek I Het bezoek is toch nog laat vandaag. Meneer De Vries gaat taarten kopen en wodka drinken in de kroeg op de hoek van de straat en vraagt zich af hoe ook deze dag weer door te komen. Weegt de liefde dan toch niet tegen alles op? Zal hij zichzelf eens goed gaan verwennen met de nieuwste Beatles-cd? [pagina 39] [p. 39] Bezoek II ‘Hé, wat leuk dat jullie zo vroeg zijn!’ Meneer De Vries neemt de jassen aan, zet koffie, snijdt taart en blijft zolang mogelijk in de keuken dralen. Eenmaal bij het bezoek in de kamer gezeten overvalt die oude vrees hem weer, het zweet breekt hem werkelijk uit. Er is een angst niet te begrijpen maar wat doe je eraan. 't Is het Zondagmiddaggevoel: tijd van verveling, kristal van pijn. Vorige Volgende