Bunker Hill. Jaargang 1 (nrs. 0-3)(1997)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Geert Buelens ~ Het punt Streef naar een minzaam vergelijk laat het slot weerklinken en stijg Neem je schaduw op voer het naar de hoogste top en neig dan naar opzij achterom een kwartdraai rond het vlak dan af maak de strop goed strak trek de draad snel na loop ook langs de flank en sta verstomd van het zicht ontdaan van je plicht Zweef moeizaam Verglijd [pagina 22] [p. 22] Op de rand Het is alweer het is wat een stil leven de vergroeiing van wat schors en wat van merg een geleider maakt het draadloze seinhuis in de ondergrond waarschuw haarschuw ook wat roos kan doen met een rat het grondeloze heen en weer zo gecomprimeerd als wat al toen de weerstand brak bleek de kracht intact de springveer begaf zich omhoog [pagina 23] [p. 23] Wat opwaait is de lichte treurnis der onaangeraakten de vergeten tel van slag er kraakt iets in de geest - een schedel? - en de opgevoerde lach die Het is de kraanvogel, de mijne die veelal ontbreekt op het plein deze schaduwbokser der sferen zweept de ritmes op en zoekt intussen een kern achter de schors. Hij legt de grens open en vloeit [pagina 24] [p. 24] Zo als de dood voor het leven van een groen konijn is de wereld. Er schuift een straal voorbij en de schaduw valt plots op. De aanzet tot vele dagen stilte: Waarna de fluister van herwonnen moed, de kachelpook, het winteruur vervallen. Vermoeide mensen sporen aan tot actie en de klink kraakt door. Sneeuw is de hefboom van het tijdelijke treffen. Vorige Volgende