Bunker Hill. Jaargang 1 (nrs. 0-3)
(1997)– [tijdschrift] Bunker Hill– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
[pagina 51]
| |
IIWeinig is het, vanavond, zijn wij op afstand
van de woning en het ongeziene lamplicht.
Wij spreken weer, tot onze blijdschap,
en blijven voorbij de roes verdord achter
zodat we niet meer merken de thuisreis
te hebben aanvaard en volbracht.
| |
[pagina 52]
| |
IIIGeen omheining geeft steun, geen hek
staat om onze dagelijksheid, we kunnen
tweeduizend dingen zeggen en we zwijgen.
We doen alsof er niets ernstigs is
maar falen elke dag zodat wij steeds,
steeds verder, naar elkaar terugkeren.
| |
[pagina 53]
| |
IVTelkens ga je door de deur die ik openhoud
en niet omdat ik een heer ben maar
omdat het nu eenmaal keer op keer zo gaat.
De deur opent ook geen verschieten meer,
je zult bij me terugkomen en je weer
verwijderen als zonlicht in een lege kamer.
|
|