‘Ik ben bescheiden begonnen,’ zei ik. ‘Driehonderd per week. Mijn huidige salaris is duizend dollar per week.’
Biff glimlachte ongelovig. ‘Lulkoek,’ zei hij.
‘Misschien vind jij het lulkoek, maar ik vind het aardig betaald.’
‘Ken je Joel McCrea?’ vroeg de lange dichteres.
‘Ik ken hem niet alleen, het is toevallig een van mijn beste vrienden.’
Agnes gaf me nog een drankje, en ik nam een slok.
‘En Ginger Rogers?’ fleemde Agnes. ‘Vertel ons over Ginger Rogers, Arturo.’
Ik keek in haar spottende ogen.
‘Ginger Rogers is een superieur mens. Ze heeft charme, schoonheid en talent. Ik beschouw haar als een van de grootste artiesten van onze tijd. Maar mijn favoriete ster is Norma Shearer. Haar schoonheid is adembenemend. Haar ogen zijn wonderbaarlijk en ze heeft een verrukkelijk figuur. Ik ken een heleboel actrices met een verrukkelijk figuur - Bette Davis, Hedy Lamarr, Claudette Colbert, Jean Harlow, Katherine Hepburn, Carole Lombard, Maureen O'Sullivan, Myrna Loy, Janet Gaynor, Alice Faye, Irene Dunne, Mary Astor, Gloria Swanson, Margret Linsay, Dolores del Rio. Ik ken ze allemaal. Ze zijn een deel van mijn leven. Ik heb met ze gedineerd, gedanst, gevreeën, en ik zal jullie dit zeggen - ik heb er nog nooit één teleurgesteld. Ga maar naar ze toe, stel ze vragen over Arturo Bandini, vraag ze of ze ooit teleurgesteld zijn.’
Ik stopte even en sloeg nog een whisky-soda achterover. Toen stond ik op.
‘Wat mankeert jullie?’ Ik liep door de kamer naar de bar en leunde ertegen. ‘Hoe kunnen jullie zulke saaie levens leiden? Is er dan geen romantiek, geen schoonheid in jullie?’ Ik keek Biff Newhouse recht aan. ‘Kun je dan aan niets anders denken dan aan football? Ik wel, makker. Ik leef een ander leven. En zonder die verdomde sneeuw van jullie. Ik speel in de zon. Ik speel golf met Bing Crosby en Warner Baxter en Edmund Lowe. Ik speel tennis met Nils Asther en George Brent en William Powell en Pat O'Brien en Paul Muni. Ik speel overdag, ik neuk bij het vallen van de avond, en ik werk 's nachts. Ik zwem met Johnny Weismuller en Esther Williams en Buster Crabbe. Iedereen is dol op me. Begrepen? Iedereen.’
Ik zwaaide in een groots gebaar rond, totdat mijn hielen onder me vandaan gleden en ik op de grond zat, terwijl mijn glas naast me kapotviel. Ik hoorde hun gelach en probeerde op te staan, maar ik gleed weer