De Broederhand. Jaargang 1(1845-1846)– [tijdschrift] Broederhand, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 414] [p. 414] De engel der lente. Door Moritz Hartmann. Een engel verliefd in de lente en heur pracht, Ruischt neder op 't aardsche gewemel, Het sterrenheir vonkelt soo lief in den nacht, En trekt onse blikken ten hemel. En de engel beveelt aan een saadkorrellyn Op vlerkjes naar 't kerkhof te dwalen: ‘Waar 't maagdeken rust, moet uw kiembedjen syn, Bloei daar als een lelie der dalen!’ En de engel beveelt aan een stengel nog teêr Te wassen en hooger te groeijen: ‘Gy staat in het woud eens den reiser tot leer, Als kruis by den afgrond te gloeijen.’ En de engel beveelt aan het klimop nog kleen Te rekken de teêrgroene handen, ‘Eens dekt gy daar puinen van brokklenden steen, Haast storten die marmeren wanden!’ En de engel verdwynt met de sterren der nacht, Met hem ryst de hope ten hemel, De dood en de liefde doorsweven de pracht Der lente in het aardsche gewemel F.M. Dautzenberg. Vorige Volgende