Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende *** Een filosofische droom. Twee belles had ik beiden lief gekregen, Eene een blondine en de andre zwart. De blonde was ik altijd meest genegen, Al droeg mij de andre meer in 't hart. Zoo dacht me althans, wanneer ik beurtlings de eerste En beurtlings de andre bij mij had; - Intusschen minde ik en retour om 't zeerste Haar beide, als dubblen boezemschat. Eens droomde ik: - een verbolgen water onder, - Ik sta er boven op een plank, Maar krakend buigt de wankelende vlonder, En 'k volg dien tegen wil en dank. Een rare droom! hoe ben je er an gekomen? De Droomgod weet het apparent: Ik niet. Maar raad eens hoe ik voort ging droomen... Ik zie de meisjes, wel bekend. 'k Zie regts en links een liefje aan ieder zijde. Als vastgenageld sta ik stil -- De plank! ze houdt ... maar wat me ook eerst verblijdde, 't Was kort... Daar gaat ze, - één krak - één gil! Uit is 't. Maar in dat zelfde schriksecundetje Greep ik (nooit schoot instinct een bok) Wie 't meest mij minde - och, neen! je dienaar gunde 't je - Wie 't meest mij altijd tot zich trok. Twee belles had ik beide lief gekregen: Toch wist ik zelf ter naauwernood, Wie van de twee ik 't meeste was genegen, Totdat mijn droom mij uitkomst bood. Want nooit kon 't duidelijker zijn gebleken, Dat ik het allermeeste hiel Van U, blond kind ... of, - beter doorgekeken - Van m' eigen zelv' met - wie Mij 't best beviel. Vorige Volgende