Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Dichterlijk Legaat. Venez voir un homme qui meurt plein de vie. Anquetil. Wherever there is genius there is pride. Goldsmith. Hoort allen met aandachtige ooren Naar wat er onlangs is geschied, Met een, die dichter was geboren; - Een dichter maakt zich zelven niet. Hij was het en hij moest het wezen, - Van daar zijn rusteloos gesjouw: Maar, ach! geen sterfling die hem lezen, Geen drukker, die hem drukken wou. In 't eind door wanhoop aangegrepen, Gelijk die voor een dichterziel Een treurig eind pleegt na te slepen, Sints Saffo naar beneden viel. In 't eind bij 't krieken van den morgen, Wanneer de menschheid in haar bed Ondichterlijk des levens zorgen In domlig dodderen verzet. Als niemand nog de zon ziet schijnen En in het purper wolkvernis De sombre nevelen verdwijnen, Omdat de zon er nog niet is; Toen heeft hij zich met broek en laarzen, Verhangen aan zijn ledekant; Nog vol van leven, vol van verzen, - Zijn laatsten bundel in de hand. Zóó heeft de meid hem vinden hangen... Ze schrok maar was toch nog in staat Te denken aan zijn laatst verlangen, Waarbij ze hoopte op een legaat. Hij had er dikwijls van gesproken Wanneer hij in een minnelied, Haar Laura of Elvire doopte.... Ach, idealen warmen niet! Een keurig toegeplooid papiertje Stak uit zijn zak, van tranen nat, Waarop hij met een pennezwiertje, Een gulden woord geschreven had. ‘Niets heeft ter wereld blijvend waarde! Niets, geld noch vrouwen! magt noch eer! - Er is geen poëzij op aarde - Er zij nu ook geen dichter meer!’ Vorige Volgende