Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Troost aan alle prulpoëeten. Schoon 't gezond verstand bij dezen En bij genen wortel schiet, Daar de nonsens in ons landjen Heel den winkel stuurt in 't riet. Schoon de wartaal van de Kamers Iedereen sints lang verdriet, En 't aanminnige egoïsmus Moddert, waar het modder ziet. Schoon de lamme knoopendraaijers, Vol van vaderlandschen bluf, Op hun gevel staan te kijken, Met of zonder lintjen suf! Schoon de koortsige intriganten Daaglijks wrak en wrakker staan, En men overal een Braga Door de wereld rond ziet gaan. Nimmer zal het ras versterven Van de kreuple verzensmids, Die hun lauwer en hun glorie Beedlen van een blinden Gids. Nimmer zal het ras verdwijnen Van de zieltjens vol gevoel, Die zich warmen bij een vuurtjen In een lekkren leuningstoel. Die een knuttrig pijpjen rooken En uit de Amersfoorder wolk Aan 't verbaasd heelal verkonden: Hier heb je eindelijk je tolk! Nimmer zal het tal vermindren Van het hersenloos gebroed, Dat zijn dichtaâr in den vreemde Met bedorven kooksels voedt. Nimmer zal het Holland falen Aan poëeten zonder sens! Oetren, foetren, koetren ploetren,.... Och! wat is een rijmend mensch! Vorige Volgende