Braga: dichterlijke mengelingen. 1843(1842-1843)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 96] [p. 96] Bragaas vaarwel. Dunne en dikke rijmelaren! 'k Gispte dertien maanden lang 't Gillen van uw kattensnaren, 't Lollen van uw apenzang. Droeg het vrucht? Helaas! uw bende Brult nu dat men hoort noch ziet: Alles, Alles hat ein Ende, - Wortelvaste Wansmaak niet! Klapte 't zweepsnoer, viel er priegel, ‘Arme buurman!’ rees de lach. 't Was weêr de oude Aezopus-spiegel, Waar niet één zich-zelf' in zag. De ezels bijten onder 't plasschen De ezelsbroêrtjens de ooren af..... Wie den Moor wil blijven wasschen, Braga grijpt zijn wandelstaf! - En de lieve Recensenten? Zijn zij 't dom gerevel moê Voor een handvol zilvren centen En een sterkend slokjen-toe?..... Praat den blinde van geen kleuren! Wat is Kunst de Dwaasheid waard? Och, 't is om je dood te treuren: ‘Honger is zoo'n bitter zwaard!!’ 't Blijft dus 't vroeger rijmfabrieken! Ieder, bij zijn distelstruik, Plukt zich uit Apolloos wieken Vlerkjens voor privaat gebruik... 't Blijft dus 't vroeger onzinkraaien, Zonder éénheid, kracht, en wil! Alle lamme wijzers draaien, Maar het uurwerk-zelf staat stil!... Arme Schoonheid! Straal van boven, Lichtbeeld Gods in de aardsche sfeer! Zie, beluikt en zwart bestoven, Geeft u 't glas geen doortocht meer. Duizend kaarsjens snerken, stinken, Smeltende op het onvoorzienst, Tot de tastbre nacht zal zinken Op die nieuwe zonnedienst. Gaat, bedriegende' en bedrogenen! Aâmt dan in dien vuilen walm, Voedt uw geest met ijdle logenen, Jubelt uw Sileenengalm! Word' de Feniks ook herboren, Ach, maar éénmaal bloeit een Volk.... Holland heeft zoo veel verloren, Ook zijn Pindus dekk' de wolk! Vorige