Braga: dichterlijke mengelingen. 1843

Snuifjens.

1. Aan den Heer R.H. van Someren,

nu de Hollandsche Maatschappij van fraaie Kunsten het Haarlemmer-meir als dichterlijke prijsvraag heeft uitgeschreven.

Op, Zanger van den Waard! Op, eer een ander komt!

Dien lauwer moet uw Muze halen:

Eerst heeft zij water ingepompt,

Nu kan zij water uit gaan malen!

II. Aan den Heer A.N. van Pellecom,

als hij op het jongstleden diner der Hollandsche Maatschappij van fraaie Kunsten voor den tienden maal een berijmden toast instelde.

Zoo kwaamt gij, Heer van Pellecom,
Dan nu ten tienden maal weêrom.
Dat dient nog éénmaal, oordeel zelf:
Uw Muze streeft naar nummer elf.

III. Aan den Heer A.F. Sifflé,

als hij in de Haarlemsche Koerant twee nieuwe dichtbondels geannonceerd had.

Wat mag de drijfveer van die nieuwe dichtcorvé zijn? -
Sifflé zorgt voor zijn naam: Sifflé wil steeds sifflé zijn.