Braga: dichterlijke mengelingen. 1843
(1842-1843)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
V. Raadgevingen van een Oud-recensent aan zijn zoon.Beuls-professies (petten af!)
Zijn sints jaren meestal erflijk.
Daarom, kind! (een mensch is sterflijk,
En uw vader helt naar 't graf!)
Ware 't nimmer te vergeven,
Zoo ik u geen raad zes zeven
Vòòr mijn end te slikken gaf.
Primo - Jongen, voel uw waarde!
Want een echte Recensent,
Schoon 't langoorigst dier der aarde,
Houd zich voor den knapsten vent
Dienze sints den chaos baarde:
't Is zijn weêrwraak op 't Talent,
Dat hij, tweede Hannibal,
Tot zijn kist vervolgen zal.
Verder - lees toch nooit de boeken,
Diege kritizeeren gaat.
Oordeel is zoo'n bitter kwaad,
En het kan hem licht verzoeken,
Die het niet bij blaêren laat.
't Inhoudslijstje is altijd eerlijk.
In de schaal van lof en blaam
Weegt alleen des schrijvers - naam!
Varieer op mooi en heerlijk,
Prullewerk en beuzelkraam.
Smaak en kennis zijn ontbeerlijk:
Enkel in epitheta
Schuilt de ware aesthetika!
't Dom Publiek in slaap te wiegen,
Jongen, 't is zoo'n schoone baan!
't Hoofdvereischte is Eigenwaan;
En je moet wat durven liegen.
Schop de studie naar de maan!
Och, je hoeft niet hoog te vliegen
Om een fikschen bluf te slaan.
Hocus pocus! zes is drie....
Mundus, kind! vult decipi!
|
|