Braga: dichterlijke mengelingen. 1843(1842-1843)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Na-herfst. De herfst, verzeld van regenvlagen, Kwam reeds de laatste bloemen vragen, Ons door den zomer toegewijd; En overal, langs bosch en gaarde, Stort zich 't verdorde loof ter aarde, Als dekkleed voor den wintertijd. En woud en veld en hoven derven Hun cieraad: alles schijnt te sterven Of legt zich neêr in diepe rust; - Steeds trager kruipt het bloed door de aderen, En 't is of door de natte bladeren De levensvlam wordt uitgebluscht. Niet thands, maar als de lenterozen, Geliefde! op groene heuvels blozen In 't levenwekkend jaargetij, Als nieuwe krachten 't harte blaken En al wat ademt doen ontwaken, Dan zingen en dan juichen wij! Moog spoedig herfst en winter wijken, En 't voorjaar heel natuur doen prijken In 't lagchend kleed der teedre min! Dan stemmen we onder 't groen der blaêren Bij 't kransen-vlechten, bloemen-gaêren, Vereenigd Liefdes feestzang in! Vorige Volgende