Braga: dichterlijke mengelingen. 1843(1842-1843)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] Mijmering. Stoeit, o golfjens, langs de boorden, Lispelt door het buigend gras, Als de nagalm van die woorden, Bij wier klank ik zalig was! Ach, geen beden, Die 't verleden Weêr ontrukken aan den stroom, Die, door stormen voortgedreven, Vrede ons rooft en vreugde en leven..... Ach, 't verleden is een droom! Ja, de bloemen zijn vertreden En de blaadren vallen af; Krakend onder onze schreden, Ruischt het loof om 't zwijgend graf. Waar wij staren, Alle jaren Bouwen graven om ons heen: Jeugdige onschuld, kalme grijsheid, Groote gaven, macht en wijsheid, Alles dekt de kille steen. 't Beekjen murmelt langs den oever Altoos met gelijken spoed, - Dan eens blijder, dan eens droever, Staart de sterfling in den vloed. Na het lijden Komt verblijden, Na den nacht het morgenrood; En wie nergens vreugd kan vinden, Sluimert in de schaâuw der linden Zacht in de armen van den dood! Vorige Volgende