De Brakke Hond. Jaargang 11(1994)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Vital Baeken Gedichten Olifant, olifant Koning van Disneyland. Vlieg jij van de winter door Met oren over de Sinksenfoor Of kom jij niet meer langs. Olifant, olifant. Dumbo, zei de kermisklant. Er is geen sneeuw meer in de lucht. Er is geen leeuw meer, die naar je zucht Met zijn poten in het zand. Olifant, olifant Olifant, o olifant. Schuif jij van de winter weg Dan word ik schizofreen ik zeg De Schelde klatert kaaimanwater Bange slang van karavannen Tijgers rijden er in ijzeren tanken Tanken olie, olifant. Je slurf schuift als een holle kous Een schuiftrompet für Mickey Raus. [pagina 94] [p. 94] Antwerpen ligt uitgestald In liederen aus Buchenwald Ach komm balt wieder Olifant! Olifant Zo Liep De tijd Uit de hand. Het lied van de kaaiman Wie kan de kaaiman aaien? Wie kan hem pakken? Wie kan hem paaien? Kies wie de kaaiman Kraakt! [pagina 95] [p. 95] De irrelevantman Hij was in een barak. Zijn kop was in een zak. ‘Om kwart voor acht en tien voor tien Mag iedereen naar zijn oren zien!’ De woorden die hij sprak: Is dit mijn werk... Zoveel voor zo weinig... Ik stap als John Merrick... Van nul naar oneindig... Het leven was karton. ‘Eén voor één jeton!’ Maar wanneer zij hem jenever goot Een zomer dat onweert door de goot Dan leek het of het kon. Ik sta in gordijnen... Mijn engel in blauw... Ik hou van geheimen... Ik hou van de kou... De lavabo was heerlijk. De plaaster van beton. Oranje was in haar nachtjapon Het spiegeltje dat langs haar armen glom En toch bleef hij nog eerlijk. Ik ben hier niet voor een wasbeurt... Wij zijn niet even sterk... Ik moet met je praten... Mijn liefde... Is mijn werk... Ik wil nooit meer 's avonds geld liggen natellen... Gewoon... De waarheid vertellen... [pagina 96] [p. 96] En mooie verhalen... Waar ze 's avonds De kinderen voor uit het bed halen Omdat ik Nonkel van ze mag worden... En nooit meer... Nooit meer van die borden in mijn leven! ...Als U mij wilt vergeven... Ik ben een mens!... Ik ben een mens!... Een mensenstem Is wat ik wens... Wijd achter de regen is hij nu En niemand kwam hem tegen. ‘Maar kijk eens naar de overkant Daar zie je dat een olifant De stoeprand staat te vegen.’ [pagina 97] [p. 97] In het labyrint Hij is maar van papier. Hij is maar van lettertjes Die praten over een dier. Hij is maar van woorden Maar als je ook zijn stem kon horen. Zijn hijgende stierekop, die altijd op zijn schouderen staat. De horens erop. De haren. Zijn meedogenloze spieren. De spiralen over zijn kolosaal voorovergebogen ruggegraat Dan kwam je hier waarschijnlijk - Jij, hypocriet! Jij wandelde mier! - Dan kwam je waarschijnlijk Nooit meer terug naar hier. Vorige Volgende