De Brakke Hond. Jaargang 9(1992)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Peter Ghyssaert Gedichten De voorwerpen Een porseleinen koffiekan; een glazen wijnkaraf boven zijn stand geslepen; een broche met een diamant van bergkristal. Een vingerhoed, geëmailleerd; de tuit van een gebroken erfstuk en daarin een lange barst als een fossiel bewaard. Een groene suikerpot waarin de bijen klommen en een handvol scherven - Moeders fraaiste voorwerpen. Zij trekt zich al hun breuken aan, hun wandelingen in de kast, hun eeuwig zwerven met de steeds weer terugkerende, half vergane geuren van haar jongemeisjesleven. [pagina 37] [p. 37] De gestorven boomgaard Stof en stilte paren in hun kruinen als in doorgerotte hemelbedden; zachtjes klinkt het waaien naar een sluipende vermolming. Diepgezonken handschoenen van plukkers; die hun heil in fruit zochten zijn weg, vertrokken als de zon en al de suikers van zijn vrede. Aan stammen, streng antiek, staan schaduwen als deuren open op vergane schorsen en de lampen van de zwammen. Als in eeuwenoude kabinetten begint het zacht geruis van een mechanisch uitgesponnen en sinistere muziek. [pagina 38] [p. 38] De boekenkast Voorwerpen uit een mild verzamelaarsbestaan op elke plank - Afrikaans profiel; ivoren zwaarddrager en één etage hoger: oud kompas; een poppetje in Doulton porselein; een glas: Boheems, venijnig groen. Dat alles volmaakt waterpas; schoonheid ter inleiding en dieper brandend achterin: voorzichtig aangeroerde wijsheid. Glaspanelen met een uitgeslepen vingergleuf een glimp verzamelend van wat de kamer rijk is: lamp die straalt en verre fruitschaal; zwakke nevel van een gouden lijst rond een troebele vlek - duister geschilderde familiegroep. [pagina 39] [p. 39] Het feest De klok deed zeven slagen; tijd om te gaan eten maar de schimmel kroop op tafel en de koelte was vergeven en de appels waren voos en ontdaan van hun vernis en de peren waren beurs en vol van rottenis en de schalen werden helder - in één oogwenk - als een bron waarin zich, majesteitelijk, het eind van dit verval bevond - betoverend stilleven met van elke kleur een zweem maar de klok deed zeven slagen en het schilderij verdween. [pagina 40] [p. 40] Kleine studie Er stijgt een zon vol clavecimbelklanken over 't landschap; de beste kunstenaars zijn in het licht aanwezig: achter goud, achter mythologie staat hun spinet. Er daalt een zon vol zachte paukenslagen aan de einder; de laatste kunstenaars zijn vóór de nacht geroepen: achter rood, achter begoocheling staat hun keteltrom. Vorige Volgende