De Brakke Hond. Jaargang 9
(1992)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |
Een fragment uit een namiddag voor de teevee.Jongeman en moeder zitten voor de teevee. Licht-klassieke muziek begeleidt het mozaïekbeeld.
ZIJ: Zet 17 eens op. Daar is golf op. Zet 17 eens op.
Jongeman zapt naar 19.
HIJ: Golf, golf, ge hebt benen als golfstokken.
ZIJ: Laat dit dan opstaan. Kijk eens! Die hond. Die loopt op rollen. Kijk eens, wat hangt daar voor zijn snuit te bengelen? Kijk toch! Uitgehongerd moet die hond zijn. Kijk!
HIJ: Blaf zo niet, ge blaft als een hond.
Hij zapt van 19 naar de teletextpagina.
ZIJ: 46 doden!
Hij zapt naar het muziekkanaal.
ZIJ: 46 doden. Gij met dat ding. 46 doden. Waar was dat? Geef hier dat ding. Gij weet niet wat dat aan pillen kost, gij.
Jongeman zapt naar het hondenprogramma op 19.
ZIJ: Kijk. 't Is voor wie het langst op die rollen kan blijven lopen, zonder te stoppen. Ik denk dat ze die honden daarvoor uithongeren. Kijk!
Jongeman begint de zenders af te lopen. De moeder verheft haar stem.
ZIJ: Geef hier dat ding! Twee jaar moeten die pillen meegaan. Twee jaar! Zes maanden. Toen waren de vorige al op. Zes maanden! Geef hier dat ding! | |
[pagina 116]
| |
Jongeman blijft doorzappen. Bij elke flits geeft hij een kort kommentaar. Moeder krijgt een hoestbui. Jongeman blijft doorzappen en kommentaar geven.
HIJ: Zwart wit, weg! Klote taal, weg! Te oud, weg! Niet interessant, weg! Echt iets voor u, weg!
De moeder, uitgehoest, grijpt het kussen, waarop haar lamme arm rustte en gooit het naar hem toe.
ZIJ: Kon ik maar lopen, 'k zou u nu een goed pak rammel komen verkopen.
Jongeman gooit, al zappend, het kussen terug.
HIJ: Een goeie sex-film moesten ze draaien.
ZIJ: 207 frank hebben die pillen gekost! En gij, gij werkt niet. Al een half jaar zit gij al zonder werk. 207 frank! En gij, wat hebt gij gisterenavond weer met uw vrienden zitten roken, gij? Het stonk hier vanmorgen weer zo verschrikkelijk. En, van welk geld koopt gij dat? uit wiens portemonnee komt dat? Uit mijne portemonnee komt dat. Uit mijne portemonnee! Gij, gij!
HIJ: Een goeie sex-film moesten ze draaien.
Op 17 golft men nog steeds. De jongeman reikt zijn moeder de afstandsbediening aan. Even is het muisstil. De Britse commentator is de eerste die door de stilte weerklinkt.
ZIJ: Waar was dat van die 46 doden? Waar was dat?
HIJ: Nieuws, nieuws! Gij komt nooit buiten, en altijd maar dat nieuws! Om zes, om zeven, dan om half acht. Om tien en om halftwaalf! En dan die teletextpagina!
De moeder toetst heel secuur de 19 in.
ZIJ: Kijk, diezelfde is nog altijd aan 't lopen. Uitgehongerd moet die zijn! Kijk eens. Kijk! | |
[pagina 117]
| |
Jongeman grist de afstandsbediening uit haar handen en zapt naar het muziekkanaal.
ZIJ: Zet het wat stiller en haal me koffie!
Jongeman drijft het volume op, krabt in zijn lange, blonde haren en begint de kanalen weer af te lopen.
ZIJ: 207 frank hebben die pillen gekost. En allemaal uit mijne portemonnee. Gij hoeft het maar te pakken. Gij, gij. | |
Drankzucht en apathieKerel zit in een zeer ongemakkelijke stoel, op een tussenverdieping, ergens in een buitenwijk van een grote stad. Tralies voor de hoge vensters. Ramen die potdicht zijn, hoewel het uitzonderlijk warm is. De kerel zit er al twintig minuten. Hij snakt naar een sigaret. En, vooral, hij snakt naar een borrel. Twintig minuten. Het wachten op de psychiater duurde altijd langer dan het onderhoud met hem.
De deur gaat open. Een ietwat sullige veertiger, kromme rug, stijf been, strenge blik, verschijnt in de deuropening.
ARTS: Zo, mijnheer Bulovski, komt u maar binnen. Kom maar binnen, mijnheer Bulovski.
Kerel schrijdt naar binnen terwijl de psychiater opzij mankt.
KEREL: Dag dokter.
ARTS: Zo, mijnheer Bulovski, ga maar zitten. Ga maar zitten, mijnheer Bulovski.
Kerel haalt een doosje uit zijn hemdszakje en plaatst het op een overvolle tafel. Het doosje bevat een ampule, die in zijn rechterbil zal worden gespoten. | |
[pagina 118]
| |
ARTS: En, mijnheer Bulovski, wat nieuws? Wat nieuws, mijnheer Bulovski?
KEREL: Niets bijzonders, dokter.
ARTS: Niet gespannen, mijnheer Bulovski? Toch geen spanningen, mijnheer Bulovski?
KEREL: Neen, dokter. Ik verveel me wel dood, nu dat die lessen afgelopen zijn. Die vakantie toch.
De psychiater schuift zijn bril iets naar beneden. Hij klikt tweemaal met het topje van zijn goedkope balpen. Jongeman grijpt naar de zakdoek in zijn linkerbroekzak.
ARTS: En mijnheer Bulovski, de drank? Kunnen we daar vanaf blijven? Hoe zit het met de drank, mijnheer Bulovski? We blijven er toch vanaf?
Kerel snuit zijn neus. Het gesnuit neemt enige tijd in beslag. Dokter haalt de bril van zijn neus.
KEREL: De drank? Geen probleem, dokter. Ik probeer me bezig te houden door wat te lezen. Maar soms dokter, dan heb ik er gewoon geen zin in, en dan verveel ik me. De lessen dokter, ik mis ze zo. Die verdomde vakantie toch.
ARTS: Ja, mijnheer Bulovski, structuur heeft u nodig. Een gestructureerd leven heeft u nodig, mijnheer Bulovski.
Jongeman steekt de zakdoek weg. De dokter zet zijn bril weer op.
ARTS: En hoe gaat het met de therapieën in de voormiddag, mijnheer Bulovski? Hoe gaat het met de therapieën? Werken we nog mee? We werken toch nog mee, mijnheer Bulovski?
KEREL: Dat gaat wel, dokter.
Nu en dan staart de psychiater naar de zoldering, waarna hij razendsnel wat korte zinnen in Bulovski's dossier noteert. | |
[pagina 119]
| |
ARTS: En de vermoeidheid, mijnheer Bulovski? De vermoeidheid, hoe zit het daarmee, mijnheer Bulovski?
KEREL: Vermoeidheid, daar heb ik niet zo'n last meer van, dokter. 't Is juist als ik me verveel dat ik op bed ga liggen en in slaap val.
De psychiater schuift zijn bril naar beneden en klikt met het topje van zijn pen. Kerel grijpt in zijn linkerbroekzak.
ARTS: Maar de drank, daar kunnen we vanaf blijven, mijnheer Bulovski? De drank, daar blijven we toch vanaf? Of niet? Of toch niet, mijnheer Bulovski?
Kerel heeft opeens weer last van een druipende neus. Ook ditmaal duurt het gesnuit erg lang. Zorgvuldig propt hij de zakdoek terug. Even is het doodstil.
KEREL: De drank, dokter, ik denk er niet meer aan. Ik heb even overwogen om van dat alcoholvrij bier in huis te halen, maar dat doe ik niet. Wat ik misschien wel ga doen is me een videorecorder aanschaffen. Kan ik naar films kijken, zoveel als ik wil. Maar films, dat zegt me niet zo veel. Het zijn de lessen die ik mis, dokter. Die taallessen. Dat Noors en dat Zweeds.
ARTS: En Deens? Waarom geen Deens gestudeerd, mijnheer Bulovski? Of Fins? Op uw eentje. Dat moet toch gaan. Waarom beginnen we geen Deens te studeren? Of Fins? Met behulp van cassettes en degelijke studieboeken. Op uw eentje, dat zal wel gaan. Deens, mijnheer Bulovski. Of Fins.
KEREL: Zegt me niks, dokter.
De arts neemt het doosje op en haalt er de ampule uit. Het omhulsel en de bijsluiter mikt hij naar de papiermand. Hij mist.
ARTS: Dan gaan we nu de praktische kant van de zaak aanpakken, mijnheer Bulovski. Dan maar over naar het praktisch werk, mijnheer Bulovski. | |
[pagina 120]
| |
Hij mankt naar het aangrenzend kamertje. Even is het geluid van glas op metaal hoorbaar. De jongeman wordt plots wat alerter, richt de blik op zijn dossier en probeert wat de arts heeft neergekrabbeld te ontcijferen. ‘Apathie!’ leest hij. ‘Drankzucht?’ staat er ook.
Iets later, de spuit is gezet, zitten ze weer tegenover elkaar, aan de met vakliteratuur en dossiers bezaaide tafel.
ARTS: En dan nu het papierwerk, mijnheer Bulovski. Een nieuwe afspraak gaan we vastleggen. En de medicatie voorschrijven. Dan maar over naar het papierwerk, mijnheer Bulovski. De afspraak en de medicatie.
Hij neemt zijn bril af en weer begint hij met het topje van zijn balpen te klikken. De kerel zijn hand schiet naar de linkerbroekzak.
ARTS: Tegen het drinken moet ik dus niets voorschrijven, mijnheer Bulovski? De drank, daar hebben we geen problemen meer mee, mijnheer Bulovski? Tegen het
De rest van de zin gaat verloren in een neussnuiterij van jewelste. Niet alleen het gesnuit duurt erg lang. Ook voor het wegstoppen van de zakdoek neemt de kerel zijn tijd. De arts zet zijn bril op.
KEREL: Drinken zegt me absoluut niets meer, dokter. Heb ik helemaal geen last meer van.
De arts overhandigt zijn client enige vellen papier, staat wankelend op en bereikt - het lijkt wel waggelend - de deur. De slome kerel volgt hem. Aan de deur reikt de dokter hem de hand. Zoals altijd kijkt de kerel de andere kant op als hij de slappe hand schudt.
ARTS: Het beste, mijnheer Bulovski. Het beste. En tot de volgende maand. Tot de volgende maand, mijnheer Bulovski. |
|