De Brakke Hond. Jaargang 9

(1992)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– rechtenstatus



[pagina 14]
Arthur Rimbaud Erotische verzen Vertaald door Paul Claes L'Idole Sonnet du Trou du Cul Obscur et froncé comme un oeilliet violet Il respire, humblement tapi parmi la mousse Humide encor d'amour qui suit la fuite douce Des Fesses blanches jusqu'au coeur de son ourlet. Des filaments pareils à des larmes de lait Ont pleuré, sous le vent cruel qui les repousse, A travers de petits caillots de marne rousse Pour s'aller perdre où la pente les appelait. Mon Rêve s'aboucha souvent à sa ventouse; Mon âme, du coït matériel jalouse, En fit son larmier fauve et son nid de slanglots. C'est l'olive pâmée, et la flûte caline; C'est le tube où descend la céleste praline: Chanaan féminin dans les moiteurs enclos!
[pagina 15]
Het idool Sonnet van de reet Donker gerimpeld als een paarse anjelier Ligt zij te ademen in de bemoste plooien Nog vochtig van de liefde die het zachte glooien Volgt van de blanke Billen tot diep in de kier. Als melken draden hebben vezeldraden hier Geschreid onder de windstoten die hem verstrooien, Voordat ze zich door rosse mergelklonters gooien tot in de afgrond van het lokkende plezier. Mijn Droom is door die zuigmond meer dan eens verleid; Mijn ziel, die het lichamelijk genot benijdt, Heeft tranen voor dit roodbruin vat en nest vergoten. O gapende olijf en fluit vol lieflijkheid; O buis waaruit de hemelse praline glijdt: Vrouwelijk Kanaän in klammig nat besloten!
[pagina 16]
Les anciens animaux Les anciens animaux saillissaient, même en course, Avec des glands bardés de sang et d'excrément. Nos pères étalaient leur membre fièrement Par le pli de la gaine et le grain de la bourse. Au moyen âge pour la femelle, ange ou pource, Il fallait un gaillard de solide grément; Même un Kléber, d'après la culotte qui ment Peut-être un peu, n'a pas dû manquer de ressource. D'ailleurs l'homme au plus fier mammifère est égal; L'énormité de leur membre à tort nous étonne; Mais une heure stérile a sonné: le cheval Et le boeuf ont bridé leurs ardeurs, et personne N'osera plus dresser son orgueil génital Dans les bosquets où grouille une enfance bouffonne.
[pagina 17]
De dieren De dieren dekten vroeger zelfs bij 't verdersnellen Met eikels waaraan bloed en drek waren geklit. Onze voorvaders waren niet bevreesd hun lid Vol fierheid in foedraal en beurs tentoon te stellen. De middeleeuwse vrouwen, engelen of dellen, Waren te vinden voor een manspersoon met pit; te oordelen naar wat er in zijn spanbroek zit Lijkt zelfs een kerel als Kléber best mee te tellen. Het wildste dier wordt door de mens geëvenaard; De omvang van zijn roede mag ons niet verrassen; Al heeft het uur der onmacht nu geslagen: paard En rund hebben hun drift beteugeld, geen volwassen Man die de trots van zijn geslacht nog openbaart In bosjes die krioelen van de wildebrassen.
[pagina 18]
Nos fesses Nos fesses ne sont pas les leurs. Souvent j'ai vu Des gens déboutonnés derrière quelque haie, Et, dans ces bains sans gêne où l'enfance s'égaie, J'observais le plan et l'effet de notre cul. Plus ferme, blême en bien des cas, il est pourvu Des méplats évidents que tapisse la claie Des poils; pour elles, c'est seulement dans la raie Charmante que fleurit le long satin touffu. Une ingéniosité touchante et merveilleuse Comme l'on ne voit qu'aux anges des saints tableaux Imite la joue où le sourire se creuse. Oh! de même être nus, chercher joie et repos, Le front tourné vers sa portion glorieuse, Et libres tous les deux murmurer des sanglots?
[pagina 19]
Hun billen Hun billen zijn de onze niet. Dat ondervond Ik vaak als ik hen hurken zag achter de hagen, En bij die plonspartijen die de jeugd behagen Ontdekte ik model en vorm van onze kont. In veel gevallen vaster, bleker, minder rond Ook ziet ons achterwerk er uit, met ruige lagen Beharing; deze billen daarentegen dragen Slechts in de fraaie gleuf een bloei van welig bont. Een trekje dat aandoenlijk is en wondermooi Zoals bij engelen op vrome taferelen Maakt er een wang van met een glimlach in zijn plooi. Ach! Zo ook naakt het spel van lust en rust te spelen, Het hoofd te keren naar de uitverkoren prooi En in gefluister snikken met elkaar te delen?
[pagina 20]
Venus anadyomène Comme d'un cercueil vert en fer blanc, une tête De femme à cheveux bruns fortement pommadés D'une vieille baignoire émerge, lente et bête, Avec des déficits assez mal ravaudés; Puis le col gras et gris, les larges omoplates Qui saillent; le dos court qui rentre et qui ressort; Puis les rondeurs des reins semblent prendre l'essor; La graisse sous la peau paraît en feuilles plates; L'échine est un peu rouge, et le tout sent un goût Horrible étrangement; on remarque surtout Des singularités qu'il faut voir à la loupe... Les reins portent deux mots gravés: Clara Venus; - Et tout ce corps remue et tend sa large croupe Belle hideusement d'un ulcère à l'anus.
[pagina 21]
Venus anadyomene Als uit een groene ijzeren doodkist duikt, met lokken Die bruin zijn en gepommadeerd, een vrouwenkop Vol kale plekken, kwalijk aan het oog onttrokken, Log en onnozel uit een oude badkuip op; Dan, vaal en vet, de hals, de brede schouderbladen Die uitspringen; de korte rug die krimpt, verkloekt; De ronding van de lenden die de ruimte zoekt; Onder het vel zijn dunne lagen vet te raden; De ruggegraat ziet lichtjes rood; en het geheel Geeft een verschrikkelijk vreemde geur af; er is veel Dat wij tot in details bekijken zouden willen... Twee woorden prijken op de lenden: Clara Venus; - En heel dit lijf beweegt en wiegt de brede billen Afzichtelijk mooi met een puistzweer op de anus.
[pagina 22]
Les Remembrances du vieillard idiot Pardon, mon père! Jeune, auz foires de campagne, Je cherchais, non le tir banal où tout coup gagne, Mais l'endroit plein de cris où les ânes, le flanc Fatigué, déployaient ce long tube sanglant Que je ne comprends pas encore!... Et puis ma mère, Dont la chemise avait une senteur amère Quoique fripée au bas et jaune comme un fruit, Ma mère qui montait au lit avec un bruit - Fils du travail pourtant, - ma mère, avec sa cuisse De femme mûre, avec ses reins très gros où plisse Le linge, me donna ces chaleurs que l'on tait!... Un honte plus crue et plus calme, c'était Quand ma petite soeur, au retour de la classe, Ayant usé longtemps ses sabots sur la glace, Pissait, et regardati s'échapper de sa lèvre D'en bas serrée et rose, un fil d'urine mièvre!... O Pardon! Je songeais à mon père parfois: Le soir, le jeu de carte et les mots plus grivois, Le voisin, et moi qu'on écartait, choses vues... - Car un père est troublant! - et les choses conçues!... Son genou, câlineur parfois; son pantalon Dont mon doigt désirait ouvrir la fente, ... - oh! non! - Pour avoir le bout, gros, noir et dur, de mon père, Dont la pileuse main me berçait!... Je veux taire Le pot, l'assiette à manche, entrevue au grenier,
[pagina 23]
De herinneringen van een oude zak Vergeef me, vader! 'k Ging als kind bij dorpskermissen Niet kijken naar de schiettent waar je niet kan missen, Maar naar die plek waar ezels onder luid gedruis Stonden te hijgen met die bloederige buis Die ik nog niet begrijp!... Mijn moeder liep bij tijden Rond in een nachthemd dat een zerpe lucht verspreidde En onderaan verfrommeld was en geel als fruit, Mijn moeder, die in bed klom met een vreemd geluid - Dat was van inspanning - mijn moeder met de dijen Van een volrijpe vrouw en zware heuppartijen Die 't linnen kreukten, maakte mij vanbinnen zwoel!... Er rees een stiller, smeriger beschaamd gevoel, Toen mijn klein zusje, die van school gekomen was en Die met haar klompen lang geschaatst had op de plassen, Pieste, en uit haar dichtgeknepen roze lippen Daaronder schalks een straal urine weg zag glippen!... Vergeef me! 'k Dacht aan mijn vader van tijd tot tijd: Het kaarten 's avonds en meer dan een schunnigheid, De buurman, in mijn hoek zag ik bepaalde dingen... - Een vader verontrust! - bepaalde voorstellingen!... Zijn knie die mij soms liefkoosde, zijn lange broek, De gulp die ik los wilde knopen... - nee! - op zoek Om dat dik, zwart, hard stuk van vader beet te krijgen Terwijl zijn ruige hand me wiegde!... Ik wil zwijgen Over de pot, de bedpan, die 'k op zolder zag,
[pagina 24]
Les almanachs couverts en rouge, et te panier De charpie, et la Bible, et les lieux, et la bonne, La Sainte-Vierge et le crucifix... Oh! personne Ne fut si fréquemment troublé, comme étonné! Et maintenant, que le pardon me soit donné: Puisque les sens infects m'ont mis de leurs victimes, Je me confesse de l'aveu des jeunes crimes!... .................................................................................................................... Puis! - qu'il me soit permis de parler au Seigneur! Pourquoi la puberté tardive et le malheur Du gland tenace et trop consulté? Pourquoi l'ombre Si lente au bas du ventre? et ces terreurs sans nombre Comblant toujours la joie ainsi qu'un gravier noir? - Moi j'ai toujours été stupéfait! Quoi savoir? .......................................................................................................Pardonné?... Reprenez la chancelière bleue, Mon père. O cette enfance!............................................................ .................................................................................................................... .................................................................. - et tirons nous la queue!
[pagina 25]
De rode almanakken en de mand die lag Vol windsels, en de Bijbel, en de plee, de werkster, De Heilige Maagd en 'kruisbeeld... Niemand die ooit sterker Dan ik van streek gemaakt en overdonderd is! Daarom kom ik u vragen om vergiffenis: Omdat de duivel in mijn zinnen was gevaren, Biecht ik de misstappen op van mijn jonge jaren!... .................................................................................................................... Jawel! - Indien ik tot de Heer maar spreken kan! Waarom die late rijpheid en die kwelling van Dat taai, te vaak geraadpleegd lid? Waarom die trage Schaduw beneden aan de buik? Die vele vage Angsten die alle blijdschap dempten als zwart zand? - Ik stond alijd verstomd! Wat was er aan de hand? .................................................................................................................... Vergeven?... Pak maar weer je blauwe beddesokken, Vader. Die jeugd! ............................................................................. .................................................................................................................... ........................................ - en flink ons bij de staart getrokken!