De Brakke Hond. Jaargang 7
(1990)– [tijdschrift] Brakke Hond, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Vijf monogrammen‘What must you have been thinking when 1.
Zijn huid wordt hem te klein, hij gaat. 's Nachts
oefent hij wat zij moet weten. Later, ongenadig
gaaf. Hij aarzelt. Voorziet oedeem op taal.
De man die hij mimeert, zit bij het open raam.
Wind draagt zijn verzinsels, zijn hand schuurt
langs buitenmuren. Hij telt op wat hij heeft:
zijn leeftijd bij benadering ingelegd in vage
plannen, zonsondergangen. Pathos. Bluf waait
uit zijn mond, hij grijpt onhandig zijn kloten.
| |
[pagina 28]
| |
2.
Omdat alles is gezegd en zij meer zegt
met zwijgen, wordt zij een meeuw. Sluit
steeds minder licht onder het oogvlies
tot de contouren van zijn gezicht eindelijk
vervagen. Geeuwt, glijdt naast hem -
één hand tussen haar dijen. Imiteert
Slapend Naakt. Hoe scherp hoort hij haar
wegschokken in een plooi van het laken.
Kijk haar lang, lang niet aan tot zij licht
lijkt te geven en groter wordt dan zij was.
3.
Niet eenvoudiger dan een foto zich buigt
tot een uitweg in de herinnering, vlakt
hij de kleuren uit een omtrek. Schuift
het restant van een scherper geheugen aan
de kant. Is er iets dat hij wil overdoen?
Bekijkt elke tijdloos verspilde sequentie.
Niet minder feilloos dan een hand nadien
zijn hoofd raakt, ontglipt hem nauwelijks
hoorbaar Nee, nee, ik heb genoeg gezien
liefste. Het klinkt niet ongemakkelijk.
| |
[pagina 29]
| |
4.
Soms op okerkleurige ochtenden krijgt een spiegel
meer dieptescherpte, duikt een gezicht op dat niet
meer het zijne is. Jongens nooit ouder dan twaalf
zo opgewonden jonglerend met schaduwen en lijnen
tot een portret ontstaat dat zich niet wil kennen.
Verleden verscherpt dromen, dichtvriezende beken,
een zwartgekoust been tussen riet. Zo overtrokken
was wat het niet was. Je hebt talent voor ongeluk,
zegt zij. Hij knikt en lacht en wil nog ontkennen.
5.
Luidop alle scènes waarin dezelfde of
nieuwe gezichten vervloeien in regen
en later, tot vergeten. Op de tafel -
met vijf steeds duidelijker wordende
vingers: een replica van haar hand.
De hand aanpassen, niet weten hoe.
Bijna nooit barst dan een onweer los,
komt een iets jongere man de kamer in.
|
|