bevonden worden niet zonder verdienste te zijn, deze voor een gedeelte aan die heeren moet worden toegekend.
De uitvoering der taak, die ik ondernomen heb, heeft ondershands eenen grooteren omvang gekregen dan ik mij had voorgesteld - te groot misschien als men eene vergelijking wil maken met andere bewerkingen die tot dusverre op dit gebied geleverd zijn. Het is mij daarbij opnieuw gebleken, hoe moeilijk het is zich niet door de liefde voor zijn werk te laten meesleepen en luisterende naar het Heus tu, manum de tabula, zich enkel tot eene voldoende keuze te bepalen uit hetgeen men met zorg in zijne Adversaria had bijeengebracht.
Wanneer ik dus nu mijnen arbeid, zooals die gedrukt voor mij ligt, met een onpartijdig oog doorloop - al zou men mij willen geruststellen met de verzekering dat in de bewerking van een stuk van beperkten omvang, gelijk het hier behandelde, eene grootere uitvoerigheid zonder bezwaar kan geduld worden, en dat er wellicht genoeg lezers zullen gevonden worden die niets minder zouden verlangd hebben - dan wil ik toch echter niet ontveinzen dat ik zeer goed gevoel, dat veel van mijne aanteekeningen voor menigeen zonder schade had kunnen worden weggelaten. Doch hoe dit zijn moge, daar nu toch eenmaal gedane zaken geen keer kunnen hebben en evenmin in een gedrukt werk kan geschrapt worden, zoo blijft mij niet anders over dan den geleerden lezer, die hier te veel vindt opgedischt, te mijner verschooning toe te voegen - wat ook Vader Cats gedaan heeft, toen hij ontwaarde dat de Verzameling zijner van heinde en verre te zamen gebrachte Spreekwoorden wel wat al te groot was uitgevallen -:
Meynt yemant desen boeck te langh of groot te wesen,
Die magh, indien hy wil, alleen maer weynigh lesen.