De Boomgaard. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 500] [p. 500] Weemoed. Ospreek me niet, ik ben zoo droef vandaag, mijn angstig harte klopt zoo bang, zoo traag en 'k wou wel stille weenen, maar ik kan nu niet, mijn harte schreit thans alleen een klagend lied. Kom laat ons samen door het venster staren, En laat uw lokken met het windje waren alom mijn hoofd dat naar de koelte tracht, en laat me leunen in uw armen, zacht. Kom, laat mijn somber oogen drinken de verwen van dees avondzonnezinken die rood uw slapen kleurt!... Ik ben zoo moe, zoo moe, mijn lief, kus nu mijn oogen toe, en wieg, heel traag, mijn pijnend hoofd ter ruste, tot ik vast slaap en zink in 't onbewuste! ....Wieg voort, mijn Lief; ik ben zoo droef vandaag, Wijl 'k om mijn schoone doode droomen klaag. Aug. Vanhoutte. Vorige Volgende