De Boomgaard. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 318] [p. 318] Vreugde. Nu beur ik weer de levenslamp Hoog op, vol stralend licht, En voor de vreugde dichte damp Van donkere smarten zwicht. Wat eenmaal was, schijnt verre droom En heerlijk ik verrijs, Gaande mijn gangen zonder schroom, Zingend een blijde wijs. Hoe kon ik toch zoo droevig zijn En schreien ied'ren dag: Nu is mijn leven één festijn Van jubel en van lach! De glanzen van de lamp zijn klaar En spreiden breed zich uit, Lichtende plekken wonderbaar Liggen rijk voor mij uit! En 'k weet dat nooit die lamp verbleekt, Zoolang gij bij me zijt, Mijn Lief, want uwe liefde ontsteekt Het licht, dat m' overspreidt! Henri H. van Calker. [pagina 319] [p. 319] RENAAT BOSIERS Oude Gang. Vorige Volgende