De Boomgaard. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 245] [p. 245] Semiramis. Daar ging in den avond een Zigeunermeid met gloedvol-donkere oogen... Ach; mijn vér verlangen!... Ik heb nu Semiramis gezien, de lang-ge- storven koningin van 't blauwe en zon-blonde Egypte. Zij kwam bij 't schemeren, van 't bad terug... (Bleek-goud blonk de Nijl als oostersche opalen...) zij droeg zeer lichte gewaden. Heur rijp-roode lippen, wonnig en week... heur donker-glanzende oogen... en heur haren, heur nacht-zwarte haren... Semiramis.., Uit welke sarkofagen, uit welke eeuwen-graven treedt gij mij voorbij?... ... Heur wiegelende gang, heur glijdende gang - den zachten boog van heur heupen... ze droeg goud-sieraden van grilligen vorm. De avondbloemen geurden, geurden... Ik voelde mij als een lui-wellustig tijgerdier... Daar ging door den avond een Zigeunermeid met gloedvol-donker oogen... Gust. van Roosbroeck. Vorige Volgende