De Boomgaard. Jaargang 2(1911)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 212] [p. 212] [pagina 213] [p. 213] Verzen. I. Carnaval. Al lichte kleuren en licht geluid en uitgelaten menschen, en Vreugde, Werelds blijde Bruid - Wat kan men beter wenschen? De schaamle zorg en de bleeke smart en màg die vreugd niet krenken! Stop ze in een hoeksken van uw hert, en wil er niet aan denken! Ik, die het meeste leed van al, zal 't minst mijn vreugd bedwingen; met hert en ziel en zinnen zal ik 't lied der dwaasheid zingen! Mij werpen in het wild festijn met al mijn naakte ellende, vergeten en verloren zijn, en feesten, zonder ende! [pagina 214] [p. 214] Slechts hij, die zorgen heeft en pijn en naamloos heeft geleden, kan jubelend in den rooden schijn der zondige vreugde trêden... II. Als 't eerste straalken u begroet... Als 't eerste straalken u begroet, na doodsche winterweeën, wat wekt het diep in uw gemoed, zoo schuchter-schoon en zedig-zoet, lijk zang van verre zeeën? 't Is wonder-schoon, een zacht getril van naadre en teêre dingen, een zuivre klank, nog zwak, nog stil, een vreugd, die ruischend zwellen wil, een lied, dat wil gaan zingen... Een lied van licht en zang en groen, dat wacht op zuivre akkoorden... Toch kan ik nog geen wonder doen, en 't wekken met den zuivren zoen van mijn bedeesde woorden... [pagina 215] [p. 215] Nog trilt geen blaarke aan struik en boom, 'k hoor nog geen vogel zingen, maar diep in mij, vol heilgen schroom, ontwaakt de gouden lente-droom, en wil naar buiten dringen... III. Langs de aloude vaart. Gelijk een goede vriend, die zachtjes praat van oude dingen, diep en vroom bewaard, voor de innige ure, in stilte en droom gebaard, als de avond vredig langs de menschen gaat, - vloeit naast me 't water der aloude vaart, zoo zacht en traag op teeder-brooze maat, als 't ware van zijn eigen gang vervaard... O woelig hart, dat nu zoo rustig slaat, verlaten vaart, die mij zoo goed verstaat, - wij zijn twee vrienden, één van ziel en aard, en 'k neig naar u mijn zorgen-stràk gelaat... Uw stem is troostend, vrij van zonde en haat, en alle stormen zijn in u bedaard... - O 't schuchter fluistren van de aloude vaart... Richard de Cneudt. Vorige Volgende