Karel van de Woestijne
werd geboren te Gent in 1873.
Hij studeerde daar ter Hoogeschool en schreef toen zijne eerste verzen, die in Van Nu en Straks verschenen.
Hij woonde daarna te Sinte Maertens Laethem aan de Leie, later nog te Boschvoorde bij Brussel, en leeft tegenwoordig in de hoofdstad.
Hij gaf uit:
in 1903, |
Het Vaderhuis, |
in 1903, |
De Vlaamsche Primitieven, |
in 1904, |
Laethemsche Brieven over de Lente, |
in 1905, |
Netzon, zijnde 't Vaderhuis - De Boomgaard der Vogelen en der Vruchten. - Vroegere Gedichten. |
in 1908, |
Janus met het dubbele voorhoofd. |
in 1910, |
De Gulden Schaduw (De Rei der Maanden. - Het Huis van den Dichter. - Poëmata), |
in 1910, |
De Ilias, |
in 1910, |
Afwijkingen. |
Hij was mederedacteur van het tijdschrift Vlaanderen.
* * *