Hymne aan het leven
voor Leo van Goethem.
Oh Leven! Schoonheid van het ontknoppende leven! Schoonheid van het opengroeiende leven! Schoonheid van het zichdood-bloeiende leven!
Melkblanke schoonheid, in de puurheid van uw mysterieus-trillende wording, in de onbewustheid van uw eerste wenteling naar rozige beweging!
Lawaaiënde schoonheid, in uw rooden trots van bewust-ontvouwde kracht, met uw overmoedige heensidderingen naar het stervende goud der ver-aanschimmende dagen!
Bedaarde schoonheid, als een vijver van marmer, onder de over-u-koepelende takken der lustboomen, vingerend in bewonderende passie naar de pracht van uw onbeweeglijkheid en over u tranend de etherische gloeiïngen der zon, hunkerend te baden haar blaken in de frissche liefde der zee!