Kantteekeningen
‘That we have done’
PEARY
(voordracht gehouden te Brussel en te Antwerpen)
De menigte juichte van geestdrift!
Het volk houdt van helden en durvers, gelukzoekers en steel-virtuosen. Het kent amper verschil tusschen dezen en genen en verwart de kunstenaars met de kunsten-makers.
Wat bewonderde het volk in dezen man?
Den reiziger die zijn tocht vertelt langs de baan vol gevaren? Hem die 't eerst den voet zette op 't eenig pleksken van de wereld dat ze in geen honderden jaren konden bereiken, dat blank-maagdelijk bleef - hoe anders kunnen we denken? - gedurende heel de eeuwigheid die ons achter den rug ligt?
Den reiziger die vertelt van de dagen van onmenschelijke koude en ijsstormen, de dagen van honger of, erger, dat hij walgde van 't afschuwelijke voedsel, de dagen van eindelooze moeheid, van wanhoop die tot razenden waanzin soms oversloeg, de dagen na de dagen in die onverbiddelijk leêge woestijn, het rijk der stilte, - het rijk der dood niet, want de dood woont te midden van 't leven in, - het rijk van 't star-stomme Niet?
- Peary en zijn gezelschap, mierige menschkens als ze waren, kropen langs den wereldbol op, van uit de schoone groene groei-streken naar het hoogste middenpunt van den ijs-kring; en wel moet ons verbazen hunne taaie koppigheid, 't onwankelbare van hun wil, aanhoudend als hij was en onverzettelijk als 't geduld van een insekt dat langs een glas opklauteren wil en niet ophouden zal alvorens 't er in gelukt of sterft.
Wat gingen ze in den noordpool zoeken? De hooge witte toren-rots: de punt der as die boven alles uitstak? Of de vrije zee die in wondere blauwigheid daar te spiegelen lag? Of de geweldige zwelgkolk met ontzaglijke kracht door en door de wereld heen draaiend? Of de weelderige tooverstreek waar eene onbekende flora bloeide en nooit-geziene dieren een uitzonderlijk bestaan leidden?
Wat vonden ze er, tenzij een takje Roem-kruid, dat is: een stukje - o contradictie - Eeuwigheid?
De Noordpool dus bleek te zijn een vrij kaal mistroostig oord en niets onderscheidde het van 't alomliggende. Peary, om er toch iets te zetten, maakte van sneeuw, zooals te Oostende de kinderen van zand, een heuvelken, daarrond kwamen te staan zijne Eskimo's en in 't midden een... néger met de Amerikaansche vlag! - Een lichtteekening zal het aandoenlijke schouwspel voor 't nageslacht bewaren!
O die Neger!
Nietwaar het Lot der Menschheid weet altijd van die voorvalletjes te schikken die toch niemand zou kunnen uitdenken.
De Noordpool als een onbereikbaar doel schitterend in de droomen van de stoutste ontdekkingsreizigers, die zooveel menschenlevens reeds kostte, waarvoor tal van geleerden nog hun leven, hun goed en hunne eer, wilden offeren, die werd nu in bezit genomen door een foor-parade.
De Noordpool, waarlijk, was schoon zoolang hij niet ontdekt was. En zoo gaat het met veel dat van belang is in ons bestaan. - Het doel eenmaal bereikt heeft alle waarde verloren. Alleen de weg met zijne hinderpalen was heerlijk...
E.v.O.