De Boomgaard. Jaargang 1(1909-1910)– [tijdschrift] Boomgaard, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Uit ‘Nachtmuziek’ I. Geluid bleef om mij in de stad, ik liep heel stil en droomde wat. Het was een nacht van regenweenen, smartgetijden waren henen. In mijn herinring kwam opleven wat ik eens heb weggegeven - In tijden ouder dan die tijden, toen is gekomen wat deed lijden. Ik liep heel stil en droomde wat, geluid bleef om mij in de stad. [pagina 111] [p. 111] II. Regengeruisch en boomen zoo dichtebij, klagende stemmen komen in 't nachtgetij: Zij komen van heel verre over de aarde gegaan - de hemel zonder sterren, de hemel zonder maan. Mijn hart verlangt en klaagt, geen morgen daagt, en de nachturen moet ik verduren. Joannes Reddingius. Vorige Volgende