Het Boek. Serie 3. Jaargang 37
(1965-1966)– [tijdschrift] Boek, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 209]
| |
A. Haga
| |
[pagina 210]
| |
sterdam in 1498 aan de universiteit van Leuven werd ingeschrevenGa naar voetnoot1. Over het verloop van zijn studie is ons overigens niets bekend. Volgens aantekeningen van wijlen dr. M. Schoengen, berustende in de Universiteitsbibliotheek te Nijmegen, behoorde Simon Corver tot de FraterheerenGa naar voetnoot2. Toen hij omstreeks 1518 Amsterdam moest verlaten en na omzwervingen in Noord-Duitschland en Rusland circa 1519 in Zwolle terecht kwam, lag het voor de hand te veronderstellen, dat hij onderdak zocht bij de Zwolse Fraters, waar ook zijn vriend Gerardus Listrius, rector van de Latijnse school, woonde. Zij hebben daar een geheime drukkerij opgezet, waardoor het ook te verklaren is, dat er in het Zwolse stadsarchief geen gegevens over hem en zijn drukkerij gevonden werden. Deze drukkerij, de officina Corveriana, wist in enige jaren een grote activiteit te ontwikkelen, waar veel ketterse boeken werden gedruktGa naar voetnoot3. Nu moge er op gewezen worden, dat de Zwolse drukker Peter van Os een huis met drukkerij in de Begijnestraat (later Praubstraat genoemd) bezat, grenzende aan het Fraterhuis. Dit huis is kort voor 1516 door zijn zoon Tyman Petersz. van Os verkocht aan het FraterhuisGa naar voetnoot4 en daarover rees in 1516 een geschil, omdat er uit dat huis een rente van 1 Rijnsche gulden ging, die bij de verkoop niet vermeld was. Daarvoor stelde Tyman Petersz. als onderpand zijn ‘prenterie mit oeren toebehoer’, welk onderpand Tyman binnen 's jaers zou mogen lossen met XX gulden. Daar van een losse niets blijkt, is het waarschijnlijk, dat de ‘prenterie’ in het bezit gebleven is van het Fraterhuis. Indien deze voorstelling van zaken juist is, dan beschikte het Fraterhuis dus reeds over een drukkerij, toen Simon Corver daar drie jaar later zijn intrek nam. Uit het bovenvermelde artikel van mejuffrouw Kronenberg vernamen wij, dat Simon Corver in Mei 1536 door de baljuw van Waterland was gevangen genomen en dat de baljuw hem op bevel van de stadhouder-generaal van Hoochstraeten op de Voorpoort van het Hof in den Haag had opgesloten en vervolgens informaties te Amsterdam over hem had ingewonnen. Volgens drs. Thom. J. de VriesGa naar voetnoot5 zou Corver zich hebben aangesloten bij de Wederdopers; ik heb echter geen enkele aanwijzing gevonden die deze veronderstelling ondersteunt. De twee volgende posten uit de meermalen aangehaalde rekening | |
[pagina 211]
| |
(invent. no. 4458), respectievelijk te vinden op fol. XCIX en LXIX - ook reeds door drs. Fox opgespoord - geven nog enige belangrijke bizonderheden. die voors. cipier (van de Voorpoorte van deren Hove)... (post alia) De andere post luidt: Jan van Dam substituyt van dat hij deur bevel van den voors. hove gereyst is vuyten Haghe met een gevangen genoempt heer Symon Corver tot binnen der steede van der Goude, verwachtende aldaer den tijt van anderhalven dach, alleere hij by mijn heere die grave van Hoochstraeten oerloff gegeven worde omme te vertrecken. Ende dieselve substituyt... (etc.). De kosten van deze reis zijn getaxeerd krachtens ordonnantie van 16 Augustus 1536. Corver heeft dus 74 dagen op de Voorpoort (de tegenwoordige Gevangenpoort) in den Haag gevangen gezeten, waarvoor de cipier de rekening presenteerde en is daarna door den substituyt Jan van Dam naar Gouda gebracht, alwaar de stadhouder-generaal, de graaf van Hoochstraeten, vertoefde. De substituut is na anderhalve dag wachten naar huis teruggekeerd, doch zonder Corver, die mogelijk in het kasteel te Gouda is opgesloten. Is hij daar geëxecuteerd of kan hij misschien vandaar ontvlucht zijn? De kans dat hij als geestelijke door een geestelijk gerecht vervolgd is, moet evenzeer onder het oog worden gezien. Op verzoek van drs. Fox heeft indertijd dr. J. Taal, in leven gemeente-archivaris van Gouda, een onderzoek naar Corver ingesteld in de Goudse archieven, doch zonder enig resultaat. Wij moeten dus maar hopen, dat het toeval ons nog eens gunstig is bij het opsporen van Corver's laatste levensjaren. |
|