Het Boek. Serie 3. Jaargang 37
(1965-1966)– [tijdschrift] Boek, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||
M.W. Jurriaanse
| |||||||||||||||||||
[pagina t.o. 178]
| |||||||||||||||||||
BERTHE VAN REGEMORTER
Naar een kleurenfoto van omstreeks 1960 | |||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||
‘Scripta manent’ - ook tot hen die niet het voorrecht hadden Berthe van Regemorter persoonlijk te kennen, zal ‘de archeologe van het boek’ zoals zij eens werd genoemd, in duidelijke taal blijven spreken. Dat doet zij door haar vele, in allerlei tijdschriften gepubliceerde bondige, steeds in het Frans of in het Engels gestelde artikelen, die even zovele getuigenissen zijn van haar liefde tot het boek. Een leven van gracieus en assidu werken is afgesloten - een vakvrouw is heengegaan die, toen zij fysiek niet meer in staat was tot het uitoefenen van haar ambacht, de door haar verworven practische kennis in dienst stelde van het onderzoek naar de geschiedenis van haar handwerk, de geschiedenis van het binden van boeken. Zij drong steeds verder door in de evolutie van het hechten van de band die, simpel gezegd, dient om geschreven of gedrukt materiaal in een bepaalde volgorde bijeen te houden. Juist door haar veeljarige ervaring als bindster was zij in staat de technieken van binders uit vroeger eeuwen te doorgronden en te reconstrueren. Zij beschreef hun methoden, verduidelijkte het geschrevene met eigenhandige lijntekeningen en illustreerde het verder met mooie duidelijke foto's. In sommige gevallen wierp een dergelijk onderzoek niet slechts licht op de geschiedenis van de toegepaste bindtechniek maar ook op de inhoud van de band. Deze kennis was Berthe van Regemorter bepaald niet aangewaaid. Sedert haar jonge jaren had zij zich aangetrokken gevoeld tot de decoratieve kunst, maar eerst toen zij achter in de twintig was besloot zij zich te concentreren op ‘het schone boek’. De omgeving waarin zij was opgegroeid bevorderde haar aanleg. Zij stamde uit een Vlaamse familie die wortelde in het land om Mechelen waar Nederlands werd gekend maar Frans de voertaal was van de beter gesitueerden. Haar vader E.M. van Regemorter, in zijn jonge jaren directeur van het internaat van het Mechelse athenaeum, was een kundig man met velerlei belangstelling; tot op hoge ouderdom gebruikte hij b.v. het oplossen van meetkunde-problemen als tijdverdrijf; haar moeder was een artistiek begaafde onderwijzeres. Toen haar vader zijn functie te Mechelen verwisselde voor eenzelfde in Antwerpen, veranderde voor de familie de bescherming van de zware Romboutstoren in die van de luchtige spits van de Onze Lieve Vrouwekerk. Sinds 1904 ontvluchtte zij 's zomers de stad en bewoonde de ‘Ruitjeshof’ in het toen nog landelijke Kalmthout. Noch Mechelen waar iets van de atmosfeer der hofcultuur rond de Bourgondische landvoogdessen is blijven hangen, noch de wereldhaven Antwerpen waar haar uitgesproken liberale vader, inmiddels lid geworden van de gedeputeerde staten der provincie en secretaris van de Antwerpse Scheepvaartvereniging (griffier van de Fédération Maritime), noch Kalmthout met zijn unieke flora, hebben hun invloed op de persoonlijkheidsvorming van Berthe van Regemorter gemist. | |||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||
In Brussel leerde zij de beginselen van het boekbinden maar zij vond daar nauwelijks de artistieke impuls die zij zocht. In 1909 vertrok zij daarom naar Londen naar Sangorski en Sutcliffe, beroemd in die dagen, om het ambacht van binden en bandversieren grondig te leren. Terwijl zij in België als vakvrouw ‘avis rara’ was, viel zij in Londen tussen 24 werknemers, waaronder vier vrouwen, van wie er één meester-knecht der naaiers was, minder uit de toon. Zij bleef er twee jaren en keerde toen terug naar België om er zich als bindster te vestigen. Eerst later deed zij haar kennis omtrent de letter op te Turnhout bij de uitgeverij Brepols. Zij raakte bevriend met een andere Mechelaar die nu in Antwerpen woonde, een oud-leerling van het Mechelse Athenaeum, Prosper Verheyden, onder anderen grootmeester op het gebied der kennis van Nederlandse banden en drukkers. Zijn critisch oog, gescherpt ten tijde van de grote in 1904 te Antwerpen gehouden tentoonstelling van moderne boekbanden waaraan hij actief had medegewerkt en waarover hij had gepubliceerd, herkende de qualiteit van het door Berthe van Regemorter vervaardigde bindwerk. Hun samenwerking in 1912 bij het hulde-adres voor de Antwerpse schepen Frans van Kuyck waarvoor zij opdracht kreeg het bindwerk te vervaardigen, gaf aanleiding tot het ontstaan van een vriendschappelijke vakcorrespondentie tussen deze twee mensen die zou duren tot de dood van Prosper in 1948Ga naar voetnoot1. Hoe had het beter kunnen liggen? Het culturele leven in Vlaanderen beleefde in die jaren een renaissance. Figuren als Max Rooses, Emmanuel de Bom, Victor de la Montagne, Jef Denijn om een paar pro-eminenten te noemen, behoorden tot de vriendenkring van Prosper Verheyden, de gepassioneerde kenner van en speurder naar de schoonheid in de Lage LandenGa naar voetnoot2. Berthe, allesbehalve flamingant, had haar eigen ideeën over boekbinden; zij begreep bibliofielen: zij vervaardigde banden niet alleen aangepast aan de inhoud van het te binden object maar ook aan de persoonlijkheid van haar opdrachtgever. De belangstelling van de mens reflecteert zich immers in de inhoud van zijn boekenkast. Zij verstond het luisteren en haar geïnspireerde handen leverden kunstwerken. In 1913 werkte zij mede aan een tentoonstelling in Gent - in 1914 aan een te Venetië en Florence. Na de eerste wereld-oorlog, in 1923, kreeg zij te Antwerpen haar eerste een-mans tentoonstelling van 53 door haar vervaardigde pracht-exemplaren; een geïllustreerde catalogus lichtte de bezoekers in over deze bibliofiele uitgaven. In 1925 | |||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||
volgde een tentoonstelling in de Galerie Manteau te Brussel. Zij was wel bij uitstek de aangewezen persoon om mede te werken aan het Instituut voor Kunstambachten dat op 15 mei 1926 door Roger Avermaete - eerst onder de naam van Vrije Akademie - te Antwerpen werd gesticht; van 1928-1949 was zij daar behalve docente ook voorzitster van de raad van beheer. In Brussel had men evenzeer behoefte aan dit soort ambachtsonderwijs en toen Henry van de Velde in 1926 directeur werd van het Hoger Instituut voor Decoratieve Kunsten aldaar, wist hij Berthe van Regemorter als docente in de vakken boekbinden, boekversieren en vergulden aan te trekken. De problemen waarmede Prosper Verheyden bij zijn onderzoek naar Nederlandse banden en drukkers worstelde interesseerden de bindster zowel als de docente. Allengs kwam bij haar het verlangen op haar leerlingen de achtergronden te laten zien van de toepassing der moderne methoden. In haar eerste werkperiode zijn reeds allerlei indicaties naar de uitgebreide onderzoekingen die de tweede periode van haar leven en werken zouden vullen. Zo was zij al een paar maal in Egypte geweest waar haar oudere broer met wie zij nauw was gelieerd, werkzaam was. Speciaal in Caïro had zij zich gebogen over de daar uitgestalde Koptische banden, eertijds gevuld met papyri, waarin de bind-draden en koorden hun eigenaardige sporen hadden achtergelaten. Ook de motieven van decoraties op vele banden intrigeerden haar. Zij begon haar leerlingen in te lichten over oude methoden van het hanteren van naald en draad, over het gebruik van materialen als houtsoorten en huiden die samenhangen zowel met de flora en fauna van het land van herkomst als met de door mensen gevolgde handelswegen. Ook voor haarzelf opende de geschiedenis van haar ambacht ongedacht wijde perspectieven. Toen haar ouders waren overleden en aan het einde van de tweede wereldoorlog de ‘Ruitjeshof’ met al haar bezittingen totaal was verbrand, werd zij als het ware op haar naakte zelf teruggeworpen. Gepensioneerd als lerares besloot zij zich nu geheel aan de studie te gaan wijden. Zij heeft er nooit spijt van gehad. Het bindersvak is voor een ouder wordend mens fysiek zwaar werk, nieuwe aanschaf van persen en materiaal zouden niet lonend zijn geweest. Van Prosper Verheyden had zij wetenschappelijk onderzoek op dit speciale terrein geleerd, maar terwijl zijn zeer wijde belangstelling zich concentreerde op allerlei facetten van het Nederlandse cultuurgebied, schoot Berthe van Regemorter op haar veel beperkter terrein van de geschiedenis der bindmethoden over geheel Europa los. Steeds dieper purend naar de origines kwam zij uiteraard terecht in de bakermat onzer beschaving, het bekken van de Middellandse Zee. In 1946 publiceerde zij haar eerste artikel in het na de tweede wereldoorlog | |||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||
opgerichte Belgische tijdschrift Scriptorium. Zij zou daarmede doorgaan totdat haar de pen uit de hand viel. Zij ontzag zich nooit maar reisde doelbewust naar allerlei landen waar zij, door de literatuur voorgelicht, merkwaardig materiaal wist te liggen - Frankrijk, Engeland, Ierland, Italië, Joegoslavië, Griekenland en Egypte. Haar wetenschappelijke belangstelling ging gepaard met belangstelling voor mensen, wat haar behoedde voor overspanning van haar werkkracht. Als oud-secretaresse van de Europese Federatie van Soroptimistclubs had zij behalve vak- ook vriendschapsbanden met andere werkende vrouwen over geheel Europa en zij was een geziene gast. Iedere reis mondde steeds uit in een artikel over haar ontdekkingstocht door het rijk der banden. Zo werd zij een bekende figuur voor vakgenoten in Europa en daarbuiten. Op haar 72ste jaar vroeg het Genootschap Plantin haar een cursus te geven over de geschiedenis van de boekband aan zijn Hoger Instituut voor Drukkunst in het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen wat zij aanvaardde en met belangstelling voortzette tot aan het einde van haar leven. Het was geen toeval dat de grote bibliofiel in Dublin Sir Chester Beatty, die een eigen bibliotheek met een door hem gesalarieerde wetenschappelijke bibliothecaris in stand hield, haar uitnodigde naar Ierland te komen - het resultaat was het zevende van de Chester Beatty Monographs: Some early bindings from Egypt in the Chester Beatty LibraryGa naar voetnoot1, voorbeeldig uitgegeven en geïllustreerd. Vakmensen zeggen dat in dit, ongeveer 20 pagina's tellende boekje, haar gehele eruditie ligt besloten. Meer spectaculair is natuurlijk het magnifieke boek dat zij in 1961 publiceerde: Some oriental bindings in the Chester Beatty Library dat met 71 platen deels in kleuren, stuk voor stuk een genot voor het oog, een droom door het Oosten betekent voor hem die van banden houdt en dat goed vergelijkingsmateriaal oplevert. De laatste door haarzelf verzorgde publicatie is ‘The binding of the Archangel Gospels’ in The Book Collector, eind 1964 verschenen. Een werk waaraan zij met bijzondere interesse enige jaren heeft gewerkt, La reliure byzantine, zal postuum verschijnen. Na een kort ziekbed is Berthe van Regemorter in haar flat in Kapellen, waar zij de laatste jaren dicht bij een haar dierbare neef en zijn gezin woonde, overleden. Wij die haar missen mogen niet treuren want een uitzonderlijk rijk leven is naar de wet der natuur uitgebloeid, een mensenleven waarin met smaak en fantasie scheppend werken als een natuurlijke functie was geïntegreerd en dat verrassende en rijpe resultaten heeft opgeleverd. | |||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||
Bibliografie der Werken van Berthe van Regemorter opgesteld door G. Dogaer (Brussel, Kon. Bibl.)
| |||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||
|
|