Het Boek. Serie 3. Jaargang 35
(1961-1962)– [tijdschrift] Boek, Het– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| ||||
L. Loosen S.J.
| ||||
[pagina 208]
| ||||
doorboort met een lans Christus' zijde.] T'Antwerpen. By Guillame van Parijs / in den gulden Pellicaen / || op de Lombaerde veste. Met Privilegie. 8o; sign. Aij-Qiii; pagina's aan weerszijden genummerd (2 tot en met 231; tekst van de liederen; gothische letter, in twee kolommen) + XVII ongenummerde blz. (Tafel der liederen). Titelblad verso: Den Drucker van desen Boeck / wenscht alle Kerten menschen gheluck ende welvaert. p. 231: Hier eynden die Leysenen || ende gheestelijcke Liedekens / || met grooter neerstic- || heyt by een ver- || gadert.p. XVII in fine: Visitavit hunc libellum diligenter et examinavit, magister Petrus Titelmannus, ab Hasselt, sacrae Theologiae Baccalaureus...... Lovanii, in collegio magistri Henrici de Houterle, Octavo Ianuarij, Anno M.D. XLIX. (in romein).
De approbatie stemt woordelijk overeen met die in de eerste druk van Symon Cock (editie Scheurleer p. 4), behalve dat 1539 werd veranderd in 1549. Alle 259 liederen uit de druk van 1539 vinden wij hier onveranderd in dezelfde volgorde terug, maar ongenummerd en zonder muzieknotatieGa naar voetnoot1. De voorrede van Symon Cock is aanmerkelijk verkort: Aenghesien wy daghelicx bevinden (beminde Leser) dat de broosheyt ende cranckheyt der menschen soo groot is / dat sy meer tot weerlijcke dan Goddelicke dinghen gheneghen sijn: soo hevet ons goet ende nootsa-kelick ghedocht te wesen / dit seer schoon devoot ende gheestelick Liedekens boeck / diemen ghemeenelic Leysenen noemt (langhe tijt verdonckert) wederom te vernieuwen ende int licht te bringhen / op dat alle Christen menschen (in de plaetse van ontamelijcke weerlijcke / ende ongoddelicke liedekins ende refereynen) heurlieden in dese te lesen ende singen / souden moghen oeffenen ende exerceren. Biddende dat ghy desen onsen arbeyt soudt willen in dancke nemen / vaert wel. (titelblad verso). Volgens de beschrijving van Vanderhaeghen geeft de houtsnede op het titelblad in de druk van 1576 een voorstelling van de Heilige Familie en staat op de laatste bladzij van die druk de notitie: gedrukt te Gent door Pieter de Clerck ‘om ende ten coste van Guillaem van Parijs’Ga naar voetnoot2. | ||||
[pagina 209]
| ||||
Ware grootte: (95 × 150.) Foto U.B. Nijmegen.
| ||||
[pagina 210]
| ||||
Voor het overige komt zijn beschrijving overeen met die welke wij hierboven gaven. Vanderhaeghen zwijgt echter over de voorrede en de signaturen. Voor een datering van dit zeldzame exemplaar (langhe tijt verdonckert), biedt de approbatie van 1549 ons weinig hulp, want die komt ook voor in de druk van 1576Ga naar voetnoot1. Bovendien kreeg Willem van Parijs pas in juni 1566 octrooiGa naar voetnoot2. Of de druk van 1576 eraan voorafging, valt moeilijk uit te maken. Verder weten wij, dat Willem stierf in 1586Ga naar voetnoot3. Het is zelfs niet uitgesloten, dat deze druk van veel later, nog na zijn dood, dateert. Wij kennen nl. twee uitgaven uit 1615, die - althans in naam - verschenen bij Willem van Parijs, te weten: Den Wijngaerdt der Sielen (Jac. Roecx)Ga naar voetnoot4 en Een cort onderscheyt tusschen Godlijke ende Afgodische Beelden (Mart. Duncanus)Ga naar voetnoot5. Een en ander blijft bevreemdend, omdat de weduwe van Willem van Parijs, na hertrouwd te zijn met Jacques van Witsenborch, het huis ‘den gulden Pellicaen’ met alle drukkersbenodigdheden in 1595 verkocht aan Hieronymus VerdussenGa naar voetnoot6. Toch vermoeden wij, dat het Nieu devoot Boecxkin vóór 1586 verschenen is. Dat Willem van Parijs en niet een andere drukker het liedboek van 1539 opnieuw uitgaf, lag min of meer voor de hand. Symon Cock stierf de 17e augustus 1562Ga naar voetnoot7; zijn enige erfgenaam was zijn dochter Catlyne, echtgenote van de drukker Claes vanden Wouwere. Deze heeft het bedrijf van zijn schoonvader voortgezetGa naar voetnoot8, zoals blijkt uit het drukkersadres ‘op die Lombaerde veste teghen die gulden hant over’ (het adres van Symon Cock), dat wij aantreffen in zijn drukken, o.a.:
| ||||
[pagina 211]
| ||||
Een dochter van Claes vanden Wouwere, Mechteld, was gehuwd met Willem van Parijs, de tweede opvolger van Symon Cock. Zelf noemt Willem in 1566 Symon Cock en Claes vanden Wouwere ‘ses prédécesseurs et alliés’Ga naar voetnoot1. In 1567 geeft hij uit: Vierighe meditatien (Augustinus), ‘gheprent Thantwerpen op die Lombaerde veste tegen die gulden hant over. By mi Willem van Parijs’Ga naar voetnoot2. Twee jaar later ontmoeten wij voor het eerst het adres ‘inden gulden Pellicaen’, in een druk van Den Wijngaerdt der Sielen, 1569Ga naar voetnoot3. ‘Den gulden Pellicaen’ was de (nieuwe?) naam van het huis waarin voorheen Symon Cock zijn bedrijf had uitgeoefendGa naar voetnoot4. Evenals Claes vanden Wouwere bracht Willem van Parijs voornamelijk herdrukken van reeds door Symon Cock uitgegeven werken.
Nijmegen, Canisiuscollege | ||||
SummaryIn 1539 Symon Cock published at Antwerp a book of hymns: Een devoot ende Profitelyck Boecxken. A second edition, published at Antwerp in 1576 by Guillame van Parijs, is not found in any library. This G. van Parijs also published an edition, which is undated, and is not mentioned in bibliographies, but forms part of the library of the Jesuits at Grave (Holland). This edition (Een nieu devoot Boecxkin) appeared after 1566, but probably before 1586. |
|