| |
| |
| |
H. de la Fontaine Verwey
Kroniek der veilingen
‘Le jeu de l'amour et du hasard’ zou de liefhebber de boekenveiling kunnen noemen, het spel, waarin het toeval der biedingen op onvoorzienbare wijze de vervulling van zijn wensen doorkruist. Boekverkopingen zijn echter meer dan een grillig, boeiend spel. In de wereld van het boek vervullen zij een onmisbare functie. Niet alleen bepalen de aucties de prijsvorming, zij zijn het jachtveld, waar het wild binnen gelokt en gejaagd wordt, het terrein waar de beide partijen die elkaar niet missen kunnen: liefhebbers en handelaren, elkaar ontmoeten om hun krachten te meten. Tenslotte vormen de veilingen de consecratie van het werk der verzamelaars. Weerspiegelt de collectie niet de persoonlijkheid van wie haar schiep en prikkelt het voorbeeld niet tot navolgen en overtreffen?
Boekenveilingen zijn een Nederlandse ‘uitvinding’. Hier te lande kunnen zij op een lange traditie terugzien en zij vertonen er eigen trekken, afwijkend van wat men elders ziet. Waarin bestaan deze? Dat men hier bij voorkeur 's avonds veilt, lijkt een bijkomstigheid, maar is dat allerminst. Immers, in ons land worden niet, zoals in 't buitenland, vooral uitgelezen kostbaarheden geveild, maar ook ‘gewone’ boeken. Dit brengt mee, dat men op de Nederlandse aucties de liefhebbers, grote en kleine, broederlijk naast de handelaren ziet zitten, terwijl elders de laatstgenoemde categorie de eerste vrijwel verdrongen heeft. In tegenstelling tot Engeland, waar het de veilinghouder verboden is een magazijn te houden, brengt de Nederlandse auctionaris niet alleen de hem door particulieren toevertrouwde bibliotheken onder de hamer, maar soms ook boeken uit zijn eigen voorraad - een practijk, die misschien niet geheel onbedenkelijk is, maar er in ieder geval toe bijdraagt, dat de keuze ruimer wordt.
Na de XVIIe en de XVIIIe eeuw, toen de Republiek een centrum
| |
| |
was voor boekenveilingen, sloeg de XIXe eeuw geen slecht figuur. In het eerste kwart van de eeuw trokken aucties als die van de bibliotheken van Meerman en Van Musschenbroek de belangstelling van vele buitenlandse bibliofielen en antiquaren. Omstreeks 1850 kreeg Frederik Muller de leiding in de wereld van het oude boek. Onder zijn directie kwamen o.a. de rijke verzamelingen van Van Voorst en Enschedé (samen met Martinus Nijhoff) onder de hamer. In het eerste decennium van deze eeuw was het de voortzetter van het huis Frederik Muller, Anton W.M. Mensing, die Amsterdam maakte tot een middelpunt van het internationale veilingwezen, ook voor boeken. Wat hij ter tafel bracht, waren uitgelezen bibliotheken uit het binnen-, maar vooral uit het buitenland (Van Havre, Rahlenbeck, Van den Bogaerde, Würfbain e.a.), en evenzeer boeken, die hij op buitenlandse reizen verzameld had. Naast Mensing moet genoemd worden R.W.P. de Vries, die een groot aantal belangrijke boekenaucties organiseerde. Tussen de beide wereldoorlogen was de veiling van de even rijke als onuitputtelijke bibliotheek-Six van Vromade de grote gebeurtenis, gevolgd door een reeks minder omvangrijke, maar eveneens belangrijke aucties (J.W. Enschedé, Dr. Sterck enz.). Na de bevrijding bleef het aantal veilingen weliswaar op peil, maar wèl verminderde gaandeweg de quantiteit en vooral de qualiteit van het gebodene - een verschijnsel, dat zich overigens evenzeer elders voordeed.
Leek het dus alsof de rol van de Nederlandse veilingen op de internationale boekenmarkt vrijwel uitgespeeld was, des te verheugender valt het te constateren, dat in het afgelopen halfjaar enkele boekverkopingen gehouden werden, die ver uitstaken boven hun voorgangers en ook in het buitenland sterk de aandacht trokken.
Een echt Nederlandse verzameling was het, die op 13 januari 1959 door de firma Beyers te Utrecht geveild werd, echt Nederlands ook, omdat het hier om een typisch vaderlands verzamelgebied ging, de populaire letterkunde. 't Is de grote verdienste geweest van Ds F.A. Adama van Scheltema, schoonzoon en opvolger van Frederik Muller, dat hij 't eerst voor dit genre aandacht gevraagd heeft. In 1893 gaf hij een prijscatalogus uit onder de titel Populaire prozaschrijvers der XVIIe en XVIIIe eeuw, met een geestige voorrede, waarin betoogd werd, dat het voor de vaderlandse cultuurgeschiedenis onontbeerlijk is kennis te nemen van hetgeen ons leesgrage volk las, van de boeken en boekjes, die in ieders hand waren, zoals volksboeken, stichtelijke lectuur, populaire reisbeschrijvingen, verzamelingen anecdoten, brievenboeken, boeken over vrouwen, levens van beruchte personen enz. Een dergelijke catalogus gaf in 1907 de firma R.W.P. de Vries uit. De door de firma's Muller en de Vries aangeboden boeken verhuisden grotendeels naar de bibliotheek van de Amsterdamse ver- | |
| |
zamelaar F.G. Waller (1867-1934). Na de dood van deze bibliofiel werd de collectie beschreven door Mej. Emma Dronckers in de bekende Catalogus van Nederlandsche en Vlaamsche populaire boeken, 's Gravenhage 1936, en daarna aangekocht door de Koninklijke Bibliotheek.
Onderwijl was er een andere bibliofiel op het oorlogspad, die aan dit genre zijn hart verpand had, de Rotterdamse meubelmaker J.F.M. Scheepers. Zijn belangstelling reikte verder dan die van Waller: niet alleen besteedde hij meer aandacht aan de XIXe eeuw dan zijn voorgangers en ruimde aan de poëzie een grotere plaats in, maar, wat belangrijker was, hij bracht zowel de ‘hoge’ als de ‘lage’ letterkunde bij elkaar en herstelde daardoor de eenheid, die verbroken was ten gevolge van de willekeurige scheidslijnen door de letterkundige critiek aangebracht. Zo ontstond er een van de rijkste bibliotheken op het gebied van de vaderlandse letterkunde, die ons land gekend heeft. Helaas bezweek deze begaafde verzamelaar tijdens de bezetting in een Duits concentratiekamp. In 1947 werd het eerste deel van Scheepers' bibliotheek geveild door de firma Beyers. De voortreffelijke, door J.H. Schultz bewerkte catalogus is van blijvende waarde. Twee jaren later volgde het tweede gedeelte. Op deze veilingen deden twee openbare bibliotheken belangrijke aankopen, maar de kostbaarste en zeldzaamste zaken, vooral in het galante genre, werden verworven door een vriend en stadgenoot van de verzamelaar, de heer Versnel. Zijn bibliotheek was het die thans aan de beurt kwam. Ook nu was er een catalogus, die aan de hoogste bibliografische eisen voldeed, ditmaal verzorgd door de heer Gumbert. Deze gebruikte voor zijn werk niet alleen de reeds vermelde catalogi en andere bibliografieën op dit gebied, maar had ook de beschikking over de drukproeven van het ter perse zijnde werk van M. Buisman JFzn, Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815. Nu de bibliotheek-Versnel verkocht is, blijft die van de heer Buisman de enige grote collectie op dit gebied. Wie intussen de illusie mocht koesteren, dat er ooit een volledige bibliografie van XVIIe- en XVIIIe-eeuwse Nederlandse boeken verschijnen zal, bedenke dat wat er na zoveel geduldig zoeken en
speuren aan populaire litteratuur bewaard gebleven is, stellig minder zal zijn dan hetgeen reddeloos verloren is.
Daar de waarde van de bibliotheek-Versnel in de ‘kleine’ boekjes school, is het ondoenlijk in een klein bestek een goed verslag te geven van deze veiling. Volstaan wij met de mededeling, dat een belangrijk aantal van deze ‘kleine’ boekjes door de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek aangekocht werd.
Hier volgt een overzicht van het schema van de catalogus, waarbij hier en daar enkele van de belangrijkste boeken met de prijzen vermeld worden.
Onder de theologie kwamen onderafdelingen voor over mirakelen,
| |
| |
antipapisme en anticlericalisme, waarbij een lange reeks uitgaven van de beruchte sermoenen van Broer Cornelis (het eerste deel, Brugge 1569, bracht f 172, - op; het nog zeldzamer tweede deel, met het impressum ‘buyten Noirdwitz 1578’? was niet aanwezig), een compleet ex. van de Papekost opgedist in geuseschotelen, 1720 (f 160, - British Museum), en een reeks van boeken, waarin het bijgeloof, de heksenprocessen en de pijnbank bestreden worden. De hoogste prijs in deze afdeling behaalde een authentiek werk van de reeds genoemde Broer Cornelis, De seven sacramenten, Antwerpen 1556 (f 430, -). Minder belangrijk was de afdeling geschiedenis, reizen, zeeroverij enz., waarin o.a. opviel de 2e druk van het geïllustreerde werk over de Spaensche tiranye, Amsterdam 1637 (f210, - U.B. Amsterdam). Hierop volgde de uitgebreide afdeling over algemene en populaire Nederlandse letterkunde, zowel oorspronkelijke als vertaalde. Door beide genres samen te behandelen ging het eigenaardig karakter van deze merkwaardige bibliotheek duidelijker spreken (bij de collectie-Scheepers was dit nog sterker het geval). Verheugend was de belangstelling voor enkele markante werken van onze XVIIe-eeuwse dichters, zoals Alle de wercken van G.A. Bredero, Amsterdam 1638, een voortreffelijk exemplaar met brede marges, afkomstig uit de bibliotheek-Scheurleer (f425, -) en het charmante, door Pieter Serwouters geïllustreerde oblong boekje van J. van Heemskerck, Minne-kunst minne-baet, Amsterdam 1626 (f410, -). Onderafdelingen waren er o.a. over anecdoten, vertalingen van Ludvig Holberg, vroege periodieken en toneelstukken. Bizonder rijk vertegenwoordigd was de Rederijkerspoëzie, waaronder b.v. Anna Beyns, Gheestelyck refereyn boeck, Antwerpen 1602
(de 2e druk van het 3e deel, ex.-Scheurleer, f360, -); het enig bekende ex. (uit de bibliotheken -Serrure, -Willems, -Scheepers) van de eerste druk van de bekende bundel Vanden X esels, Antwerpen 1538, (f400, -) en een mooi exemplaar van de Const-thoonende iuweel, Zwolle 1607, in kalfsleren band met het wapen van Haarlem en het jaartal 1608 met de drie supplementen (f320, -). Onder de liedboeken viel op de zeldzame bundel De Amsterdamze kordewagen, Amsterdam 1662 (f210, - UB Amsterdam), het Medenblicker scharre-zoodtje, Medenblic, 1650 (f210, - UB Amsterdam) en het ex.-Six van de onvolprezen Valerius, Neder-lantsche Gedenck-clanck, Haarlem 1626 (f 1600, -, de hoogste prijs die op deze veiling betaald werd, al is voor dit boek wel meer gegeven). Van de geïllustreerde boeken valt te vermelden: een volledig exemplaar van Die ghetyden van onser Liever Vrouwen, in Parijs gedrukt door Thielman Kerver voor Gillis Remacle, 1505, (NK. 3086) in een moderne band (f825, -); een lange reeks emblematische werken, waaronder de schoonste echter ontbraken, en het ex.-Scheurleer van de 1e druk van Luyken's Het menselijk bedrijf, Amsterdam 1694 (f450, -). Rijk voorzien was de afdeling over
| |
| |
vrouwen, liefde en huwelijk, waarbij opviel een uitgebreide collectie van de zeldzame werken van de erotische dichter Pieter Boddaert Jr; een reeks uitgaven van de beruchte Elegantiae Latini sermonis van Meursius, waaronder de zeldzame 2e uitgave, Amsterdam 1678, in een band van Bauzonnet-Trautz (f160, -) en de zeldzame Nederlandse vertaling naar het Frans o.d.t. Akademie der dames, c. 1770, vermoedelijk het enige bekende exemplaar (f380, -); het bekende boekje over het Amsterdamse nachtleven, Le putanisme d'Amsterdam, in de 1e druk, Amsterdam 1681 (f 300, -), en de 3e druk van de Nederlandse vertaling 't Amsterdamsch hoerdom, Amsterdam c. 1700 (f 280, -). Uit de afdeling curiosa dient vermeld te worden een ex. van Utenhove's vertaling van het Nieuwe Testament, Emden 1567, met een merkwaardige aantekening over een vroegere eigenares, die in 1575 met dit boek naar Engeland vluchtte (f180, - UB Amsterdam). Vermelden wij tenslotte de afdeling medicijnen, natuurwetenschappen, enz., waarbij verschillende geschriften van de bekende Amsterdamse cartesiaanse medicus Steven Blanckaert, waaronder de door hem geredigeerde Collectanea medico-physica, Amsterdam 1681-88, het eerste Nederlandse medische tijdschrift (f200, - British Museum).
Op 17 februari werd door de firma Beyers geveild een belangrijke verzameling oude boeken, vooral Zuid Nederlandse drukken. Deze waren voornamelijk afkomstig uit het magazijn van een groot Belgisch boekenbedrijf, dat zijn voorraad wilde liquideren. Misschien zou men hieruit op kunnen maken, dat de bibliofilie in België nog steeds Frans georiënteerd is. Opvallend was het aantal Antwerpse postincunabelen, waaronder zeldzame drukken. Nederlandse postincunabelen worden ondanks het bestaan van de bibliografie van Nijhoff-Kronenberg die een volmaakte gids is, weinig verzameld. Een figuur als wijlen Ir van Baak behoorde tot de uitzonderingen. Verheugend was dat de thans aangeboden drukken veel belangstelling trokken en voor een groot deel aangekocht werden door de Koninklijke Bibliotheek van België. Hier volgen enkele titels van Antwerpse drukken: Den gulden berch, Vorsterman c. 1515, niet bij NK. (f400, -); Jac. de Voragine, Passionael, Eckert van Homberch 1516, NK. 1295 (f560, -); Titelman, Libri IV de consideratione dialectica, Cock 1533, NK. 3958, in een contemporaine Vlaamse band met paneelstempel (f400, -); Vives, De epistolis conscribendis, Hillen van Hoochstraten 1534, NK. 2166, (f425, -); Branteghem, De Jesu Christi vita, Crom 1537, NK. 486 (f420, -). De bekende bundel Spelen van Sinne, Gent Joost Lambrechts, 1539, NK. 1926, bracht f 425, - op, terwijl een zeldzame Utrechtse druk van Jan Berntsen, Die geestelicke boomgaart, 1521, NK. 475, door de Utrechtse Bibliotheek werd aangekocht (f425, -). Van de latere XVIe-eeuwse drukken dienen vermeld: drie werken van Jan van der Noot, alle met in de tijd gekleurde en met goud gehoogde prenten, Cort be-
| |
| |
gryp der XII boeken
Olympiados, Antwerpen, Van den Rade 1579 (f550, -), Lofsang van Braband, 1580 (f325, - UB Leiden) en Verscheyden poeticsche werken, 1581 (f220, - UB Amsterdam).
In drie gedeelten (waarvan het eerste reeds in Mei 1958) werd door de firma van Huffel geveild de bibliotheek van wijlen Mr J.C.P.E. Menso, vroeger te Den Haag, later te Ommen.
Deze verzamelaar behoorde tot de echte bibliofielen, een in ons land zelden voorkomend genus. Was zijn naam bij de meeste liefhebbers wel bekend, slechts weinigen waren er in geslaagd tot deze zorgvuldig behoede collectie toegelaten te worden. Daarom werd deze reeds lang aangekondigde veiling met de grootste belangstelling tegemoet gezien. De heer Théonville had voor een weids gedrukte, met veel afbeeldingen versierde catalogus gezorgd. Inderdaad werd hier een boekerij aangeboden, zoals men er in Nederland geen tweede meer zal vinden, en die men het best met de ouderwets klinkende term ‘luxe bibliotheek’ kan betitelen. Vooral op het gebied van geïllustreerde boeken was deze verzameling rijk voorzien, waarbij het opviel, dat hier verschillende genres vertegenwoordigd waren, die tegenwoordig minder in tel zijn dan een halve eeuw geleden. Anderzijds bleken de XVIIIe-eeuwse Franse geïllustreerde boeken, tegen het eind van de vorige eeuw met zoveel hartstocht verzameld en daarna verwaarloosd, weer in trek gekomen, hetgeen stellig in verband staat met het schaarser worden van XVe-XVIIe-eeuwse boeken. De handschriften van Mr Menso blonken meer uit door aesthetische kwaliteiten dan door historische belangrijkheid. De reputatie van zijn bibliotheek berustte echter vooral op de banden. Inderdaad was hij er in geslaagd een boeiende verzameling bijeen te brengen, waarin vele genres door goede voorbeelden vertegenwoordigd waren. Merkwaardigerwijze ontbraken echter werkelijk mooie specimina van Nederlands XVIIe-eeuws bindwerk.
Op de eerste veiling van de bibliotheek-Menso kwamen slechts enkele belangrijke boeken onder de hamer. De hoogste prijs werd behaald door Smallegange, Nieuwe Chronyk van Zeeland, Middelburg 1696, ex. met de plaat van Popkensburg (f725, -).
Op de tweede veiling (23-25 maart) verwisselden de mooiste stukken uit deze keurcollectie van eigenaar. Van de handschriften noemen wij: een in Keulen geschreven Breviarium uit het begin van de XIIIe eeuw met 30 grote initialen (f3700, -); een verzameling teksten van Albertus Magnus uit het begin van de XVe eeuw, uit de collectie-Phillipps (f700, -) en een rijkversierd Italiaans Breviarium Carthusiense uit de XVe eeuw (f750, -). Voorts waren er een tiental incunabelen, o.a. Valla, De elegantia linguae Latinae, Venetië Jenson 1471, met 8 gekleurde initialen in een contemporaine band (f1100, -); Joh. Meder, Quadragesimale novum de filio prodigo, Bazel, Furter 1495,
| |
| |
Proctor 7728 (f720, -). Van de XVIe-eeuwse boeken worden vermeld: Baptista Mantuanus, De calamitatibus temporum, Straatsburg 1502 (f950, -); Ludolphus de Saxonia, Leven ons Heeren, Antwerpen, Adr. van Bergen 1510, NK. 1408, ex.-Vincent van Gogh (f860, - Kon. Bibl. v. België); Horae ad usum romanum, Paris, P. Vidoue pour G. Hardouyn 1524 (f1125. -); Erasmus, Consultatio de bello Turcis inferendo, Bazel, Froben 1530 in een band met paneelstempels (f780, -); Missale Romanum, Venetië 1571, in een gelijktijdige Italiaanse Renaissanceband (f920, -); een folio Bijbel van Plantijn, 1583, in een varkenslederen band met rolstempels (f700, - UB Amsterdam).
Vermelden wij nog enkele XVIIe-eeuwse boeken: Aldrovandi, Dendrologia, Bologna 1668, in een prachtige vergulde Italiaanse band (f1000, -); een protestantse Bijbel, Genève 1605, in een buitengewoon fraaie kalfslederen mozaiekband met versierde sneden (f1050, -); Breviarium Romanum, Antwerpen, Keerbergen 1606, in een voortreffelijk geconserveerde ‘reliure à la fanfare’ in fol. formaat, (f4330, -); Gabriel Rollenhagen's zeldzame Emblemata, compleet in 2 dln met de prenten van De Passe, Arnhem 1615-17 (f710, -). Een verzameling van XVIIe-eeuwse Franse en Nederlandse boekjes in miniatuurformaat bracht f1060, - op. De hoogste prijs van de veiling behaalde Levaillant, Histoire naturelle des perroquets, Paris, 1804-05, met toegevoegde gekleurde tekeningen (f6700, -). Vermelden wij tenslotte Nozeman en Sepp, Nederlandsche vogelen, 1770-77, ex. in Nederlandse banden waaraan het 5e deel ontbrak (f1900, -).
Verreweg de belangrijkste veiling was die welke op 21 en 22 april door de firma Beyers gehouden werd. Voor niemand was het een geheim, dat de meeste oude boeken afkomstig waren uit de bibliotheek van Dr F.C. Wieder, die na zijn overlijden in 1943 bijeen gebleven was. Zonder twijfel was Wieder een van de beste boekenkenners die ons land ooit bezeten heeft. Na zijn promotie had hij van 1900 tot 1912 de leiding gehad van de boekenafdeling van het huis Frederik Muller, in de gouden tijd dat Ant. Mensing, zelf boekenman in hart en nieren, er de scepter zwaaide. Talloze boeken gingen hem daar door de handen en de voortreffelijke, nog steeds geraadpleegde catalogi waren Wieders werk. Aangezien hij ook in zijn verdere leven, toen hij de ambtelijke carrière gekozen had, het kopen en verkopen niet laten kon, had de Leidse bibliothecaris alle kansen gehad om zich een bibliotheek te vormen naar zijn hart. Inderdaad, hier was nu een boekerij, die de persoonlijkheid van de verzamelaar weerspiegelde. Wat in Utrecht geboden werd, was daarvan echter slechts een gedeelte. De keurcollectie, die Wieder bijeengebracht had op het gebied, waarop hij de onbestreden meester was: de historische cartografie, verhuisde tijdens de bezetting naar Duitsland en werd helaas niet teruggevonden.
| |
| |
Reeds voor de oorlog had hij een aantal van zijn mooiste Nederlandse boeken en banden verkocht (veiling van het kasteel Waardenburg, bij Van Stockum 1937). Wat overbleef, was echter rijkelijk voldoende om een beeld te geven van de levendige, veelzijdige geest van deze merkwaardige man. Dit was waarlijk een brillante collectie, waarin ieder boek iets bizonders had, waarin nauwelijks een onverschillig werk viel aan te wijzen. 't Was dan ook niet verwonderlijk, dat er voor deze veiling zeer grote belangstelling bestond en dat de beste antiquaren uit de oude en de nieuwe wereld acte de présence gaven. Bibliothecarissen, liefhebbers en handelaren zaten dicht opeengepakt in het ouderwetse zaaltje van Beyers, waar de spanning met ieder bod steeg. De hoge, dikwijls zeer hoge prijzen die geboden werden, bewezen, dat oude boeken van bizondere qualiteit steeds schaarser worden. Merkwaardig was het te constateren, dat buitenlanders het goede Nederlandse boek veel hoger bleken te waarderen dan wij gewend zijn te doen.
Begonnen werd met de autografen, waaronder opvielen: een brief van Egmont aan Willem van Oranje, 1561 (f850, -); een van Frederik Hendrik aan Turenne, 1591 (f550, - KB); een eigenhandig geschreven mathematische verhandeling van Galilei, 1627, uit de verzamelingen Morison en Six, bracht f26500, - op; een ontvangstbewijs van dezelfde uit 1595 f4500, -; een brief van Heinrich Heine aan zijn zuster, 1830, f 1120, -; P.C. Hooft aan Const. Huygens, 1640, f450, - (UB Amsterdam); Louise de Coligny aan J.J. Scaliger, 1593, f510, -; Maurits aan de hertog van Bouillon, 1602, f280, - (KB), Johan Maurits aan Barlaeus, 1646 (f750, -); een prachtige calligrafie van Anna Maria van Schurman voor Rivet, handelend over Descartes, 1635, f1100, - (UB Utrecht); een inscriptie van Vondel in een album amicorum, 1650, f60, - (UB Amsterdam).
Van uitzonderlijk belang waren de handschriften o.a. vier Latijnse tractaten van Gerson, geschreven door magister Johannes Veghe, Münster 1436, uit het Keulse St. Barbaraklooster, later in de collecties Leander van Es en Phillipps (f21000, -); een verzameling van Nederlandse devote litteratuur uit het begin van de XVe eeuw, waarin o.a. Suso's honderd artikelen (f4200, - UB Leiden); twee theologische manuscripten c. 1400 uit het klooster Buxheim, later in de collectie Six (f1000, - UB Leiden); een Latijns psalter, geschreven in 1468 voor de Brigitinessen van Koudewater, later in de collectie Six (f3500, - KB); een Latijns psalterium van dezelfde herkomst in een band van de Bossche Broeders des gemenen levens (f3900, -); een Nederlands gebedenboek van c. 1500 in een Maastrichtse band uit het St. Andreasklooster aldaar (f1350, - Stadsbibl. Maastricht); een in Utrecht c. 1570 geschreven gebedenboek met 23 ingeplakte populaire houtsneden, waaronder unica, uit de collecties Huydecoper
| |
| |
(1779) en (f9000, -); een door Gerrit Timansz uit Weesp in 1454 in de Agnietenberg te Zwolle geschreven vertaling van Cesarius van Heisterbach, Dialogus miraculorum (f500, - UB Amsterdam); een bundel gedichten in 1642-49 in West Indië geschreven door Johan Farret, waaronder een poëtische correspondentie met Pieter Stuyvesant (f1800, -); het wapenboek van de Natio Germanica et Belgica aan de Universiteit van Bourges 1642-47, waarvan het eerste deel (1622-41) in de Bibliothèque Nationale berust (f4000, - KB); een handschrift van Buchelius over de ridders van het Gulden vlies uit 1610, uit de verzamelingen van Alkemade en van der Schelling, Coenen en Six (f 1300, - UB Utrecht); de verslagen over de ambassade van Johan Wolfert van Brederode in 1641 over het huwelijk van Willem van Oranje en Maria Stuart (f1200 -).
Veel belangstelling bleek er te bestaan voor onze XVIIe-eeuwse Nederlandse schrijfmeesters. Het zeldzame schrijfboek van Boissens, Exemplaren van veelerhande Nederlandsche geschriften, 1617, bracht, hoewel incompleet, f500, - op, de Carpentier, L'alphabet françois, Amsterdam c. 1610, evenmin compleet, f750, - (UB Amsterdam), Roelands Magazijn der penn-const, 1616, f900, -. Verreweg het belangrijkste nummer van deze serie was een verzameling van 130 calligrafieën van de Amsterdamse ‘fenix der penne’ Lucas van der Hey, in een kostbare band met opgelegde letters ‘Kunst der penn’, waaruit 's mans sympathie voor Spinoza en zijn geestverwanten bleek (f6000, - UB Amsterdam).
Van de bibliografische werken worden genoemd de reusachtige Catalogus universalis van de Leeuwardense boekhandelaar Ferwerda, in 24 delen, waarin niet minder dan 60.000 titels van boeken op 300 aucties verkocht, vermeld worden (f850, -). Enkele boekbanden vielen op, bv. een van kardinaal Granvelle (f1100, -), een Nederlandse kalfslederen band met in goud de naam van de eigenares Elisabeth van Alkemade en het jaartal 1596 (f750, -) en een zilveren bandje van Nederlandse oorsprong om een Hebreeuws psalterium, Leiden 1615 (f370, -); een exemplaar van Wagenaar's Amsterdam in 3 delen in rood marokijnen banden met het stadswapen (f1000, -) en tenslotte Koning's Leven van Van Speyk, 1852, in een Nederlandse romantische band ‘à la cathédrale’ van rood marokijn (f180, - UB Amsterdam).
Welvoorzien was de afdeling reizen, waarvan wij noemen: een uiterst zeldzaam pamflet van 4 bladen, toegeschreven aan Fr. de Almeida, Gesta proxime per Portugalenses in India, Keulen 1507, Proctor 10487 (f1900, -); Grynaeus, Novus orbis, Bazel 1537, met de wereldkaart van Holbein (f1400, -); de Laet, Novus orbis, Leiden 1633, met opdracht van de auteur aan Daniel Heinsius (f1000, -); de 3e druk van de Franse vertaling van Linschoten's reis naar Oost Indië,
| |
| |
1638 (f1100, -). Enkele atlassen werden aangeboden, waaronder de Appendix van Blaeu, 1631 (f3100, -); Le Neptune françois, 1693-1703, waaraan 3 titels en 2 scheepsprenten ontbraken (f9100, -). Van de boeken over natuurlijke historie noemen wij enkele Nederlandse werken, zoals Rijckelsma, Wilde eenden-iacht, 's Gravenhage 1621 (f290, -) l'Admiral, Naauwkeurige waarneemingen omtrent de veranderingen van veele insecten, Amsterdam 1775, ex. in vellen (f340, -). Van de geïllustreerde boeken behaalde de hoogste prijs Luthers vertaling van het Oude Testament, Wittenberg 1523-24, met houtsneden, het ex. van de Bibliotheca Lindesiana (f 32000, -); gevolgd door Jacopo di Barbari's prospect van Venetië, c. 1500 (f20000, -); de eerste druk van de Emblemata van Alciati, Augsburg 1531 (f 1850, -) en een uitgave van de Physiologus, Rome 1587, in een band van De Thou, uit de collectie Renouard (f 2700, -); een goed exemplaar van de atlas van Fouquet in 2 delen, 1783 (f800, -).
Onder de rubriek varia waren verschillende merkwaardige boeken gerangschikt, waarvan we noemen: een mooie druk van Jenson uit 1476, Nonius Marcellus, De proprietate sermonis Latini, in een band van Paus Pius VI, waaraan echter twee bladen ontbraken (f900, -); de enige Nederlandse incunabel in deze collectie, Franciscus de Insulis, Quot libet de veritate fraternitatis rosarii, Gouda, Gerard Leeu, vóór 1485, C. 795, Kr. p. 83 (f700, - Goudse Librije); een Antwerps Nieuw Testament, Adr. van Berghen, 1524, NK 377 (f550, - KB v. België); de eerste druk van Van Ghistele's vertaling van de comedies van Terentius, Antwerpen, Cock 1555 (f550, - KB v. België); Polytes Basilius (ps. van Urbanus Rhegius), Dialogus oft samensprekinghe, Magnus vanden Merberghe (Nic. van Oldenborch) 1557 (f 110, - KB); Sleidanus vertaald door Delenus en gedrukt in Emden 1558 (f200, -); Douza, Ad Sallustii historiarum libros notae, Leiden 1580, met aantekeningen van de auteur en zijn zoon (f750, - UB Leiden); Robbert Robberts, Korte inleydinge der feesten Israels, Amsterdam 1593, geïnterfolieerd ex. van de 1e dr. (f370, -); een verzameling van 11 hofdichten, waaronder verschillende unica, zoals G. Blok, Vijverhof, Amsterdam 1702 (f950, - UB Utrecht); twee in Utrecht in 1757 gedrukte werkjes in Eskimo-taal voor de zending der Hernhutters in Groenland (f 1100, -); een volledige reeks van de werken van de Maatschappij der Vlaamsche Bibliophielen 1839-1904 (f3100, -).
Aan de bibliotheek van Dr Wieder was toegevoegd een verzameling van moderne drukken uit Amsterdams bezit, waarvan de Engelse afdeling een goede keuze van drukken van ‘private presses’ bood. De Franse boeken behoorden tot een categorie, waar tegenwoordig weinig vraag meer naar is. Verheugend was de belangstelling voor de Nederlandse bibliofiele drukken, die intussen nog steeds bescheiden prijzen opbrengen, op enkele uitzonderingen na, zoals de uitgaven van De Zilverdistel.
| |
| |
De tweede dag was voornamelijk gewijd aan de bibliografische verzameling van Dr Wieder, die vele kostbare werken op cartografisch gebied en een zeer groot aantal zeldzame catalogi bevatte. Vooral de jonge antiquaren konden hier hun hart ophalen. Vermelden wij, dat een compleet ex. van de Bibliotheca Belgica f2100, - opbracht en een reeks catalogi van de geleerde antiquaar E.P. Goldschmidt f500, -.
|
|