Varia
De Engelse vertaling van het Rosarium mysticum animae fidelis (Antwerpen, 1533)
Met enkele woorden wil ik hier wijzen op een artikel van Charles C. Butterworth in The Library Chronicle vol. XXI (Philadelphia 1955), p. 91-99, getiteld The Mystik sweet Rosary of 1533. De Amerikaanse auteur, wiens voortreffelijk werk over The English Primers ik hier indertijd heb besproken (in dl. XXXI, p. 358 v.), behandelt in deze recente studie de vraag, aan welke vertaler de Engelse versie van het Rosarium mysticum animae fidelis, in 1533 te Antwerpen door Martinus de Keyser gedrukt, moet worden toegeschreven. Een vergelijking der Engelse teksten met Tyndale's bijbelvertaling bleek wel enige overeenstemming te bieden, doch ook weer afwijkingen. Verreweg de meeste gelijkenis vertonen ze met de vorm, waaronder ze voorkomen in verschillende werken van George Joye. Van de andere kant echter bevat de vertaling hier en daar barbaarsheden, die onmogelijk op rekening van Joye kunnen gezet worden en afkomstig moeten zijn van iemand met een hoogst gebrekkige kennis van de Engelse taal. Zo luidt ten slotte de conjectuur, die Mr. Butterworth het meest aannemelijk toeschijnt, dat de vertaling in een voorlopige vorm door Joye was voorbereid en daarop in de handen is gekomen van een Vlaams bewerker, die hem verder persklaar heeft gemaakt.
Twee kleine correcties bij dit belangrijke en overtuigende opstel. Op p. 91 worden bij de opgave der edities, door Mart. de Keyser uitgegeven, behalve deze Engelse, ook die in het Latijn, Nederlands en Frans genoemd. Daar moet voor ‘two in Dutch’ gelezen worden ‘one’, te weten NK. 1809 van 2 Maart 1534. De tweede mij bekende Nederlandse uitgave, zonder jaar, NK. 3814, is door Hillen van Hoochstraten gedrukt. Verder verbetere men in noot 1 op p. 99 NK. 0154 in 01054.
's-Gravenhage, Jan. 1956.
M.E.K.