Het Boek. Serie 2. Jaargang 31
(1952-1954)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 299]
| |
Johann Haselberg von Reichenau als Johann Monteleporis te Antwerpen (1532)Toen Dr F. Schauwers mij met andere onbeschreven schatten van de Brusselse Koninklijke Bibliotheek onlangs een boekje vertoonde, waarvan het impressum luidt ‘Gedrucht zu Antdorff fur Iohann monteleporis V.R.C.B. im iar M.D.xxxij.’, heb ik daar aanvankelijk vreemd tegenover gestaan. Na jarenlange omgang met de Nederlandse post-incunabelen nog eens een onbekende uitgever er van aan te treffen, had ik nauwelijks kunnen verwachten. Bovendien was het boek zelf, te Antwerpen gedrukt, om zijn Duitse tekst reeds een curiosum. Want, afgescheiden van één enkele uitgave, mogelijk, maar verre van zeker in de Nederlanden gedrukt, de Aufforderung van Maximiliaan I (NK. 3508), is dit het eerste werk in de Duitse taal uit het tijdvak 1500-1540, hier te lande verschenen, dat mij onder ogen is gekomen. De titel is als volgt: Keyserlicher Mayestat || mandat vnnd ordnung / vber all seine || Land / hiedisset der seytten vber / welche vō || vier vnd viertzig namhaffter Artickel / auff den sy- || benden tag Octobris / des ein vnnd dreyssigisten || iars / zw Brussel auff gericht / vnnd in̄ seiner || gegenwurtigkeit publiciert / vnd ausz ge- || ruefft / auff den funfftzehenden tag || Nouembris / inn allen Stetten || vnd landen der Nacion 2c. || drie blaadjes || houtsnede. Het werkje bevat de Duitse vertaling der Ordinantien ende Statuten van Karel V van 7 October 1531. Zeven Nederlandse en vier Franse edities van deze krachtige bedreigingen tegen ketters en hervormde boeken, alle met het jaartal 1531, zijn in Antwerpen verschenenGa naar voetnoot1). En, naar eerst thans blijkt, één Duitse, in 1532. | |
[pagina 300]
| |
Te Antwerpen gedrukt voor ‘Iohann monteleporis V.R.C.B.’ Het leek aanvankelijk raadselachtig, maar, vertalend, kwam ik al spoedig tot Hasenberg. Van Hasenberg naar de meer bekende Johann Haselberg mag voor het hedendaags etymologisch inzicht een wat stoute sprong schijnen, voor de zestiende-eeuwer was het dat zeker nietGa naar voetnoot1). Bleek dus monteleporis zonder veel moeite te zijn terechtgebracht, meer hoofdbrekens hebben de toegevoegde letters V.R.C.B. me gekost. Ten slotte echter meen ik die bevredigend te hebben verklaard als ‘Von Reichenau Constanzer Bistums’. Geheel in overeenstemming daarmee immers betitelde deze reizende drukker-uitgever zich in Trithemius, Verclaringhe veel wonderliker dinghen der werelt van 1532 (NK. 2073). Daar leest men ‘wt Hoochduytscher spraken in dese Nederlantsche getranslateert, verandert, ende inden druck gheordineert Doer Iohan Hasselberch van Rijckenow, des Bisdoms van Constantz’ en verder in de colophon nog eens ‘Iohan Haselberch van Reichen oft (sic) Constantzer Bisdoms’. Ook in de talrijke Duitse uitgaven, soms door hem gedrukt, vaker slechts alleen in de handel gebracht, noemt hij zich dikwijls ‘Johann Haselberg ausz der Reichenow Costenzer bistumbs’ of iets soortgelijksGa naar voetnoot2). Behalve deze nieuwe vondst en de vertaling en publicatie van de genoemde Trithemius-druk, is er nog een derde teken van zijn activiteit in de Nederlanden bewaard gebleven in Vander wonderliker Openbaringhe deser teghewoordighe teyken ende cometen, in 1528 door Vorsterman te Antwerpen gedrukt ‘voor Ian haselberch van constans’ (NK. 1630). In het uitstekende opstel, dat Roth in 1896 aan Haselberg heeft gewijd, wordt hij getekend als het type ‘eines fahrenden Gelehrten und Schriftstellers, Verlegers und Buchführers’. Zó'n trekvogel was hij, dat zelfs moeilijk valt uit te maken, waar hij eigenlijk woonde. Sporen van zijn werkzaamheid worden door Roth vermeld in Mainz, Oppenheim, Straatsburg, Bazel, München, Neurenberg, Keulen en Augsburg. Ook Antwerpen, Leuven en Amsterdam moet hij gekend hebbenGa naar voetnoot3). De drie bovengenoemde | |
[pagina 301]
| |
Antwerpse drukken, waarin zijn naam voorkomt en die ongetwijfeld op zijn instigatie zijn gedrukt, kan men thans toevoegen aan de lijst der werken, indertijd door Roth vermeld. Met veel zoeken en combineren mocht ik er ten slotte ook in slagen, de ongenoemde Antwerpse drukker van het Mandat vnnd Ordnung Keys. Mayestat uit te vinden. Al gauw had ik ontdekt, dat dit boekje uit dezelfde drukkerij stamt als het genoemde werk van Trithemius, door Haselberg vertaald en eveneens in 1532 verschenen. De vier gebruikte typen en de ornamentjes in beide zijn volmaakt gelijk. Maar aangezien het Nijhoff en mij indertijd niet gelukt is, de drukker hiervan aan te wijzen (zie NK. 2073), bracht dat geen directe oplossing. Geleidelijk ben ik er in geslaagd alle gebruikte typen en initialen van deze vroeger niet terechtgebrachte Trithemius terug te vinden bij Adr. van Berghen te Antwerpen. Zo kon dus, samen met de nieuwe vondst, als onverwachte winst ook Trithemius ter elfder ure nog gedetermineerd worden. Hierbij valt te vermelden, dat Petit reeds in 1882 Adriaen van Berghen als drukker van de Trithemius (ons later no. 2073) heeft aangewezenGa naar voetnoot1), maar dat een eigen onderzoek in die richting, ao 1923 ondernomen, me daarvan niet geheel overtuigd had. Nu, met wat meer ervaring en vooral ook dank zij een ruimer gebruik van vergelijkingsmateriaal, is die twijfel volkomen verdwenen. Terwijl Petit wees op de gelijkenis met zijn nos. 45-46 - d.z. NK. 713 en 604 -, kan ik daar thans nog aan toevoegen de Copie escript en Belgrado, een druk van Adr. van Berghen van 2 Nov. 1532, ons no. 605. Overal dezelfde typen, die alle uit Van Berghen's drukkerij stammen. Maar wel lijkt het me waarschijnlijk, dat de houtsneden op de titelbladen van de Trithemius en het Mandat in het bezit van Haselberg zelf waren. Die in de Trithemius, Sol, Venus, Mercurius, Luna, Saturnus, Jupiter en Mars als mensen voorgesteld, heeft een uitgesproken Duits karakter. De titelhoutsnede van het Mandat, schoon iets minder markant, lijkt mij toch evenmin van Nederlandse oorsprong. Ze stelt een vorst voor, met getrokken zwaard; om hem een groep krijgslieden met dertien opgeheven speren. Een bewijs, dat Haselberg eigen materiaal bezat, kan men vinden in een druk van Hans Schobser te München van 20 Sept. | |
[pagina 302]
| |
1519, waarvan Haselberg slechts de uitgever was, doch die een titelhoutsnede bevat - Karel V met wapenschild -, aan hem toebehorendGa naar voetnoot1). Het was ook niet geheel ongewoon, dat de uitgever zelf een deel van het materiaal aan de drukker leende. Evenzo ging Chr. Pedersen b.v. te werk, toen hij in 1529-'31 te Antwerpen op de pers van Willem Vorsterman verschillende Deense boeken liet drukken. Alles samenvattend is de thans gevonden Duitse tekst, die Van Berghen, ongetwijfeld op aandringen van Johann Haselberg von Reichenau, heeft gedrukt en die waarschijnlijk door Haselberg zal zijn vertaald, een kostbare bijdrage voor het toekomstige deel Nederlandsche Bibliographie III. 11. Uitermate dankbaar ben ik Dr Schauwers, die mij het boekje heeft vertoond. Men kan er zich slechts lichtelijk over verbazen, dat geen zijner voorgangers Nijhoff en mij ooit op deze curiositeit in de Brusselse bibliotheek heeft gewezen. Voorlopig staat het voor mij als een unicum te boek. Misschien echter schuilen er in Duitse bibliotheken meer exemplaren.
's-Gravenhage, October 1952. M.E. Kronenberg. |
|