Wouter Nijhoff en de Linschotenvereeniging
In Wouter Nijhoff's leven heeft de Linschoten-Vereeniging een eigen en zeer belangrijke plaats ingenomen. Hij beschouwde haar - terecht - als zijn geesteskind en zij lag hem wel zeer na aan het hart.
Op den roden Januari 1908 had Nijhoff op zijn kantoor een bespreking met den heer A. Hotz, die vele jaren lang de leiding had gevoerd van een Nederlandsch handelshuis in Perzië en daar ook consul-generaal van ons land was geweest. De heer Hotz was een groot kenner van Perzië's geschiedenis, waarin naast Italianen, Portugeezen, Franschen en Engelschen ook de Nederlanders een voorname rol hadden gespeeld. Dat ook in andere landen en werelddeelen de Nederlandsche koopman en het Oranje-Blanje-Bleu in vroeger eeuwen bekende figuren waren geweest, was beide mannen bekend. En zij betreurden het dat in den modernen tijd de belangstelling voor de oude journalen dier pioniers welke in de 17de en 18de eeuw alom bekend waren, was verdwenen. Het zou een groot en in den goeden zin des woords nationaal werk zijn, de oude Nederlandsche reisverhalen opnieuw het licht te doen zien, ingeleid en gedocumenteerd door ter zake volledig bevoegden en uitgegeven in een aantrekkelijk gewaad. Bekend als zij waren met de fraaie uitgaven van de befaamde Hakluyt Society, waren beiden overtuigd, dat wat op dit gebied in Engeland mogelijk, was ook bij ons succes moest hebben.
Zij lieten er geen gras over groeien, maar wendden zich aanstonds tot een aantal vooraanstaande mannen op het gebied van geschiedenis, handel en zeevaart, van wie men wist of vermoedde, dat zij met het denkbeeld zouden sympathiseeren. Den 23sten Februari daarop kwam een vereeniging tot stand, die den naam zou voeren van den grooten Nederlandschen zeevaarder en auteur van het beroemde Itinerario, Jan Huygen van Linschoten. De oprichters waren Dr. H.T. Colenbrander, Prof. Mr. J.E. Heeres, A.J.F. Hotz, F.E. Baron Mulert, W. Nijhoff, Jhr. J.A. Roëll, G.P. Rouffaer, en D.F. Scheurleer. Van dit achttal is thans met Nijhoff de laatste heengegaan; tot zijn dood heeft hij een vooraanstaande en zeer actieve plaats in de vereeniging ver-