Het Boek. Serie 2. Jaargang 28
(1944-1946)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 287]
| |
Boekbanden voor Jacobus II in de Koninklijke BibliotheekIn de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage bevinden zich vier boekbanden, die gestempeld zijn met een merkwaardig monogram, waarvoor reeds verschillende eigenaars in aanmerking zijn gekomen. Het bestaat uit de letters L.D. met aan weerszijden een palmtak en met een kroon erboven. Een band met dit monogram is afgebeeld door Sir R. Holmes in Specimens of Royal fine and historical bookbindings selected from the Royal Library, Windsor CastleGa naar voetnoot1), die het beschouwde als kenteeken van den Hertog van Lauderdale. Ook de Hertogen van Leeds en van Lennox zijn wel vermeld als de eigenaars van dit monogram. Een nieuwe oplossing werd in 1909 gegeven door Cyril Davenport, in zijn werk English heraldic book-stampsGa naar voetnoot2). Het monogram is hier opgenomen achter de wapens van Jacobus II, die als versiering op boekbanden zijn aangebracht. Wij vinden hier ten eerste het koninklijk wapen, dat Jacobus voerde van 1685 tot 1688, het jaar, waarin hij uit Engeland werd verdreven, en vervolgens twee stempels met het wapen, dat hij in Frankrijk had als Hertog van York tusschen 1688 en 1701, het jaar van zijn dood. Dit wapen is merkwaardig, omdat de leliën van Frankrijk er in zijn weggelaten, het vertoont echter wel de koningskroon. Op de grootste stempel is het omgeven door twee palmtakken, evenals het monogram L.D., dat hier is afgebeeld als kenteeken van Jacobus II als Hertog van York vóór zijn troonsbestijging en dat dus gebruikt moet zijn vóór 1685. De letters moeten dan worden gelezen als een J., die omgekeerd is aangebracht en D. en hebben de beteekenis van Jacobus Dux. Deze verklaring wordt bevestigd in een artikel van Mr. G.D. Hobson, getiteld: A seventeenth-century monogramGa naar voetnoot3), dat hier als uitgangspunt dient voor mijn beschrijving van de vier boekbanden in de Koninklijke Bibliotheek. | |
[pagina 288]
| |
Wij mogen als vaststaand aannemen, dat het monogram is gebruikt door Jacobus II, aangezien het bekend is van zijn zegel op drie particuliere brieven uit de jaren 1665, 1679 en 1681, gericht aan William Cavendish, Hertog van Newcastle, aan Samuel Pepys en aan de Gravin van Litchfield. Het monogram komt eveneens voor op een aantal zilveren voorwerpen in de Chapel Royal van het St. James's Palace, in Buckingham Palace en op Windsor Castle, die waarschijnlijk alle afkomstig zijn uit St. James's Palace, waar Jacobus resideerde voor zijn troonsbestijging. Het monogram op de boekbanden is dus geen unicum, doch men moet het beschouwen in verband met het zegel van Jacobus II en met het zilver in de kapel van zijn paleis, om de beteekenis vast te stellen. Op de boekbanden komt het monogram voor in drie vormen; er is een kleine stempel geweest en twee groote van ongeveer gelijke afmetingen die echter verschil vertoonen in de teekening van de kroon. Mr. Hobson geeft een lijst van 21 werken, waarvan de band is gesierd met een van deze stempels. Het is zeer waarschijnlijk, dat deze werken oorspronkelijk hebben toebehoord aan Jacobus II; van 12 boeken kan men de herkomst zelfs nagaan, aangezien zij in de bibliotheek zijn van den Hertog van Portland op Welbeck, of er vroeger deel van hebben uitgemaakt. Verschillende exemplaren bevatten het ex libris van den eersten Graaf van Portland, Hans Willem, Baron Bentinck, dat 1704 is gedateerd. Deze moeten dus tusschen 1689 en 1704 in de bibliotheek op Welbeck zijn gekomen, doch het is niet mogelijk vast te stellen, hoe dit is geschied. Mr. Hobson veronderstelt, dat de boeken na de vlucht van Jacobus II in Whitehall zijn achtergebleven, en door den Koning-Stadhouder aan Bentinck zijn geschonken, met wien hij zeer bevriend was. Merkwaardig is, dat enkele van deze met het monogram gestempelde werken aan Jacobus zijn aangeboden, zooals blijkt uit de opdracht of uit de bijzondere versiering, terwijl enkele andere werken in de bibliotheek op Welbeck met het ex libris van den eersten graaf van Portland, uitgegeven in 1686, '87 en '88, dus tijdens de regeering van Jacobus II, zijn opgedragen aan den Koning of aan de Koningin, Maria van Modena, en eveneens deel moeten hebben uitgemaakt van de vorstelijke bibliotheek. Wij hebben hier dus blijkbaar te doen met boeken, die in het bezit zijn geweest van Jacobus II, die later in de bibliotheek op Welbeck zijn gekomen en waarvan er 12 met het monogram J.D. zijn gestempeld. Van de overige 9 boeken kan de herkomst | |
[pagina 289]
| |
niet op deze wijze worden nagespeurd, doch zooals Mr. Hobson betoogt, het is zeer onwaarschijnlijk, dat deze banden voor een anderen eigenaar dan Jacobus II met dit monogram zouden zijn gestempeld. Met de kennis omtrent deze 21 banden gewapend kunnen wij nu de vier boeken in de Koninklijke Bibliotheek nader beschouwen: I. Inhoud: Chr. van de Passe, Duodecim sibyllarum imagines in aes eleganter incisae: additae insuper singularum breves descriptiones. Una cum praecipuis oraculorum mysteriis versibus expressis. Arnhemi, J. Jansonius, 1615. Beschrijving van de band: rood marokijn gestempeld met goud. 314 × 230 mm. Op beide platten een rechthoekig vak, waarin de versiering is aangebracht; in het midden het monogram J.D. (A seventeenth century monogram fig. 4). De ruimte onder en boven het monogram is geheel gevuld met de afdrukken van losse stempeltjes en de rechthoek is afgesloten door een rand, aangebracht met een rolstempel; in de ruimte om de rechthoek is door middel van filets weer een rechthoek gevormd met een bloem op de hoeken, die door dubbele filets zijn verbonden met de hoeken van de binnenste rechthoek; langs de zijkanten dubbele filets. Rug met 6 ribben; in een der vakken de titel, in de overige stempeltjes; langs de voorkanten een randje met bloemen. Opmerkingen: De stempeltjes, die in de binnenste rechthoek zijn afgedrukt komen overeen met verschillende stempels, afgebeeld in Bindings in Cambridge librariesGa naar voetnoot1), Pl. LVIII. De hier weergegeven stempels zijn gebruikt door een boekbinder, die in Londen werkzaam is geweest tusschen 1670 en 1690 en die onder meer banden voor Catharina van Braganza, echtgenoote van Karel II, en voor Maria van Modena, de tweede echtgenoote van Jacobus II heeft vervaardigd. Aangezien zijn naam niet bekend is, is hij in dit werk de ‘Queens' binder’ genoemd; in het geheel worden er 28 banden uit zijn werkplaats vermeld. Van de stempels op de band in de Koninklijke Bibliotheek is de rolstempel gelijk aan no. 12, de ‘drawer-handle’ stempel aan no. 9, de roos aan no. 4 en een ornament aan no. 2 op de plaat in Bindings in Cambridge libraries. Behalve met deze stempels moet de ‘Queens' binder’ dus ook met een stempel met het J.D. monogram hebben gewerkt en wel met het meest juiste van de beide groote stempels, | |
[pagina 290]
| |
omdat de kroon hierop geheel volgens de voorschriften is geteekend. Van de 21 banden, vermeld door Mr. Hobson, zijn er 8 gestempeld met dit zelfde monogram. Eenige banden door den ‘Queens' binder’ zijn gereproduceerd in English bindings 1490-1940 in the library of J.R. AbbeyGa naar voetnoot1), no. 55 en 56. De versiering op onze band is verwant aan die op no. 55, waar eveneens figuren zijn gevormd door middel van ‘drawer-handle’ stempels. Zie plaat I. Wat de inhoud van deze band betreft, op het eerste gezicht schijnt er weinig verband te bestaan tusschen het werk van Chrispijn van de Passe en Engeland. Wanneer men echter bedenkt, dat Chrispijns zoons Simon en Willem beiden in Londen hebben gewerkt, de eerste van 1616 tot 1622 en de laatste van 1621 tot 1637, terwijl nog een Chrispijn III, de zoon van Willem, in Engeland is geboren in 1628, is het geenszins onwaarschijnlijk, dat Jacobus II dit boek heeft bezeten. Het bevat gravures van Chrispijn de Oude en van de jonge Van de Passe's: Chrispijn II, Simon, Willem en MagdalenaGa naar voetnoot2) en moet een van de werken zijn geweest, waarmee Simon zich in Londen heeft geïntroduceerd in 1616. II. Inhoud: Nicolas de Nicolay, Seigneur d'Arfeuille. La Navigation du Roy d'Escosse Jaques cinquiesme du nom, autour de son Royaume, et isles Hebrides & Orchades, soubz la conduicte d'Alexandre Lyndsay excellant pilote escossois. Recueillie & redigee en forme de description hydrographique & representée en carte marine & routier ou pilotage, pour la cognoissance particuliere de ce qui est necessaire & considerable à la dicte navigation. Paris, G. Beys, 1583. Beschrijving van de band: rood marokijn, gestempeld met goud en met geel en zwart marokijn belegd. 244 × 150 mm. Op beide platten dezelfde versiering: in het midden het monogram J.D. (A seventeenth-century monogram fig. 4); rondom een lintvormige versiering bestaande uit 2 filets waartusschen een strookje geel leer is ingelegd; boven en onder het monogram 2 cirkeltjes met zwart leer ingelegd; verder rijke versiering van losse stempeltjes; langs de kanten een randje, gevormd door filets en stippen. Rug met 5 ribben; in de 6 vakken cirkeltjes, ingelegd met geel | |
[pagina *19]
| |
Plaat II
| |
[pagina 291]
| |
of zwart leer, en stempeltjes. Op de voorkanten en op de zijkanten en aan de binnenzijden van de platten een randje, aangebracht met een rolstempel; vergulde snede. Opmerkingen: onder de losse stempeltjes, die voor deze band zijn gebruikt, vinden wij no. 1 van de stempels van den ‘Queens' binder’ (Bindings in Cambridge libraries pl. LVIII), die hier vele malen is afgedrukt in combinatie met enkele andere. Het randje op de kanten en aan de binnenzijde van de platten schijnt aangebracht te zijn met rolstempel 12, waarvan alleen het onderste gedeelte is afgedrukt. De ingelegde cirkeltjes vindt men terug op een band, afgebeeld in English bindings 1490-1940 in the library of J.R. Abbey, no. 57, die uit het atelier van den ‘Queens' binder’ afkomstig is, of door een navolger is vervaardigd met dezelfde stempels. De lintvormige versiering is met weinig zorg aangebracht en niet met sterren en stippen gestempeld, zooals die op de band in de verzameling Abbey. Zie plaat II. De inhoud van het werk, de beschrijving van de zeereis van Jacobus V van Schotland, den vader van Maria Stuart, in 1540, moet ongetwijfeld van belang zijn geweest voor het Engelsche koningshuis. III. Inhoud: Flavius Arrianus. Les guerres d'Alexandre de la traduction de Nicolas Perrot Sieur d'Ablancourt. Paris, A. Courbé, 1661. Beschrijving van de band: rood marokijn, gestempeld met goud. 179 × 118 mm. Midden op beide platten het monogram J.D. (A seventeenth-century monogram fig. 4); langs de kanten 2 filets; in de hoeken een driehoekige versiering, aangebracht met enkele kleine stempeltjes. Rug met 4 ribben; in een der vakken de titel; in de 4 andere losse stempeltjes; langs de kanten een randje, aangebracht met een rolstempel; vergulde snede. Opmerkingen: deze band maakt een verzorgde indruk, doch vertoont geen bepaalde kenteekenen van een binder. In verband met de inhoud is het van belang er op te wijzen, dat bij de 21 werken in de lijst van Mr. Hobson 2 vertalingen zijn door dezen zelfden Nicolas Perrot, Sieur d'Ablancourt, en wel een Thucydides en de Anabasis van Xenophon. IV. Inhoud: (William Rastell). Les termes de la Ley; or certain difficult and obscure words and terms of the common laws and statutes of this realm now in use expounded and explained. Newly corrected and enlarged. With an addition of above one hundred words. London, J. Streater etc. 1667. | |
[pagina 292]
| |
Beschrijving van de band: bruin kalfsleer, gestempeld met goud 170 × 110 mm. Op de beide platten in het midden een rechthoek, gevormd door 3 filets; langs de kanten 2 filets; op de hoeken het kleine monogram J.D. (A seventeenth-century monogram fig. 3). Rug met 5 ribben; in een der vakken de titel, in de overige hetzelfde monogram J.D. Op de kanten een randje; vergulde snede. Opmerkingen: in het werk is een frontispice opgenomen, een houtsnede met het wapen van Karel II en zijn kenteeken C. 2 R. De editio princeps is van het jaar 1567. Een ander juridisch werk met het kleine monogram, vermeld door Mr. Hobson, is getiteld: Henry Rolle. Un abridgement des plusieurs cases et résolutions del commun ley. London, 1668.
Hoewel deze vier banden niet tot de kostbaarste voor Jacobus II behooren, zooals het mooie exemplaar, gereproduceerd in English bindings 1490-1940 in the library of J.R. Abbey, no. 39 blijken het toch betrekkelijk zeldzame stukken te zijn, die zooals de oude signatuur bewijst, reeds geruimen tijd in het bezit zijn van de Koninklijke Bibliotheek. Twee van de vier werken komen voor in de eerste gedrukte catalogus door den abbé Flament uitgegeven in 1800 en wanneer wij vijftig jaar terug gaan verschijnen zij in de geschreven catalogus uit 1751Ga naar voetnoot1) van de boekerij van Stadhouder Willem IV, die een der bestanddeelen vormde, waar uit de Nationale, later Koninklijke Bibliotheek is opgebouwdGa naar voetnoot2). Met behulp van twee oude catalogi van de bibliotheek der Prinsen van Oranje te 's-Gravenhage kan worden vastgesteld, dat de werken niet tot deze boekerij hebben behoord. De oudste catalogus is geschreven door Antonie Smet en voltooid in 1686Ga naar voetnoot3); de titel is van de hand van Constantijn Huygens. Enkele in Holland gekochte werken zijn na 1686 opgenomen. De tweede - gedrukte - catalogus is die van de veiling van 1749, het jaar, waarin de bibliotheek werd verkocht ten behoeve van den Koning van Pruisen, een der erfgenamen van Willem IIIGa naar voetnoot4). De titel luidt: Catalogue des livres de la Bibliotheque de S.A.S. Frédéric-Henri, Prince d'Orange, & & & en al mag deze eenigszins misleidend schijnen, omdat de bibliotheek na de dood van Frederik Hendrik het eigen- | |
[pagina 293]
| |
dom is geweest van de Stadhouders Willem II en Willem IIIGa naar voetnoot1), de aanhef brengt de noodige opheldering aangezien deze luidt: Catalogue de la Bibliotheque de la Vieille Cour. We hebben hier dus de catalogus voor ons van de bibliotheek in het Oude Hof, dit is het Paleis in het Noordeinde. Op de veiling werden terstond een aantal handschriften en boeken teruggekocht voor Willem IV. Deze vindt men vermeld in een afzonderlijke lijst achter in de catalogus van 1751, getiteld: Catalogue des livres achetés de la Bibliotheque de S.A.S.F.H., Prince d'Orange &&& le premier de Decembre et jours suivants 1749. De beide boeken van Jacobus II komen niet voor in deze aparte lijst, doch men vindt ze in de catalogus zelf: op fol. 111 recto de Flavius Arrianus en op fol. 117 recto Nicolas de Nicolay. La Navigation du Roy d'Escosse. Zij hebben dus tot de oorspronkelijke bibliotheek van Willem IV behoord. In verband met de herkomst van deze boeken is zeer belangrijk, dat op fol. 45 recto is vermeld: The Book of common prayer and administration of the sacraments. London, 1682. Een andere hand heeft hierbij geschreven: ‘avec la Bible appartenante à la Reine Marie’. Inderdaad is dit de bekende Bijbel met gebedenboek, gebonden in rood fluweel, waarin Koningin Mary heeft geschreven: ‘This Bible was given the King and I at our crownation aprill ye 11th 1689. Marie R.’ en die men in de vitrines met handschriften en miniaturen in de Koninklijke Bibliotheek kan aanschouwen. Deze Bijbel levert het bewijs, dat boeken van Willem III uit Engeland naar Friesland zijn gebracht en in het bezit zijn overgegaan van zijn erfgenamen, de Friesche Stadhouders. Het is alleszins aannemelijk, dat ook de beide boeken van Jacobus II langs deze weg in de bibliotheek van Willem IV zijn gekomen. Van de twee andere boeken met het stempel J.D. heb ik tot nu toe geen enkele vermelding gevonden. Zijn zij omstreeks 1820 uit de vorstelijke bibliotheek te Dillenburg naar Den Haag overgebracht?Ga naar voetnoot2) Of zijn zij, dank zij een merkwaardig toeval, door de mazen van het net der catalogi geglipt? Misschien zal later nog eens een mededeeling in een of ander archiefstuk de oplossing brengen.
E. de la Fontaine Verwey. |
|