Het Boek. Serie 2. Jaargang 28
(1944-1946)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 295]
| |||||||||
Samenwerking van Willem Vorsterman en Jan Seversz. te Antwerpen (1528)Na de vele onvruchtbare jaren, toen kostbare boeken onder de grond of elders gedoken waren en een bibliograaf ook in dit opzicht gedoemd werd tot lijdzaam afwachten, was het een groote vreugde onlangs voor het eerst weer eens een merkwaardige, nergens vermelde post-incunabel in handen te krijgen. De Bijbel van Vorsterman van 1528, doch alleen het Oude Testament van 27 October in de gedaante, gelijk het gewoonlijk voorkomtGa naar voetnoot1). Daarachter gebonden een verrassing: het Nieuwe Testament, niet van 28 October 1528 en niet van Vorsterman alleen, maar reeds in Juli 1528 uitgegeven en in samenwerking met Jan Seversz. De colophon van dit Nieuwe Testament luidt: Ghedruct Thantwerpen in die Camer // strate / inden gulden Eenhoren / Bi mi // Willem Vorsterman en̄ Ian Cornelisz. // alias zeuerijns. // Int iaer. m.ccccc.xxviij. // In Iulio. //Deze Bijbel, kort geleden verworven door het antiquariaat van Martinus Nijhoff, is afkomstig uit de bibliotheek van wijlen Victor dela Montagne te Antwerpen. Op de handel en wandel van Jan Seversz. tijdens de donkere jaren van zijn ballingschap werpt de uitgave nieuw licht. Want dat degeen, die zich hier noemt Jan Cornelisz. alias zeuerijns inderdaad onze Leidsche Jan Seversz. in eigen persoon is, staat als een paal boven water. Onder de naam van Jan Corneliszoen kan men hem mede vermeld vinden in de Divisiekroniek van 1517 (NK. 613). Daar staat in het privilege op bl. 436 b te lezen: ‘.... Vanwēge ons beminden Ian Corneliszoen/ Alias Ian zeuer Printer/..’. Als Zeuerijns kende ik hem nog niet, maar het is een voor de hand liggende adaptatie in het Nederlandsch der Latijnsche vormen Seuerinus, Zeuerinus of Zepherinus, die hij af en toe gebruikte. Meer dan eens heb ik hier en elders al over de drukker Jan Seversz., aanhanger der Hervorming, geschreven en gesproken en | |||||||||
[pagina 296]
| |||||||||
het is niet mijn bedoeling in herhalingen te vervallen. Belangstellenden worden verwezen naar de vorige opstellenGa naar voetnoot1). Men zal er alles in vinden over zijn veroordeeling te Leiden in 1524 wegens het drukken van kettersche boeken, in 't bizonder de Summa der godliker scrifturen; over zijn tijdelijke vestiging te Utrecht, verbanning, terugkeer in die stad, weer gevolgd door eeuwige verbanning op 17 Mei 1525; over zijn nieuwe zwerftocht, nu naar de Zuidelijke Nederlanden; over zijn verblijf, blijkend uit onkostenopgaven, in een gevangenis ‘par longe espace’, te Brussel of Mechelen. Nog steeds is het mij niet mogelijk deze gevangenschap nauwkeurig te dateeren. Wel neemt Paul Fredericq aan, dat de kosten, voor hem en andere gevangenen vergoed, slechts over het tijdvak Nov. 1521 - Nov. 1523 loopen. Gezien het feit, dat bij de restitutie der gevangeniskosten van Seversz. ook wordt verrekend geld, afkomstig van de confiscatie zijner goederen, waartoe hij bij vonnis van 13 Juli 1524 veroordeeld is, moet de gevangenschap echter zeker later dan Nov. 1523 geplaatst worden. Vermoedelijk in 1526 of 1527. Maar weer vóór 26 Sept. 1527, datum van de quittantieGa naar voetnoot2). Na alle avonturen is hij in Antwerpen neergestreken. Tot nu toe waren uit die stad de volgende bewijzen van zijn werkzaamheid bekend:
Van 1, de Calengier, is het de vraag, of Seversz., ‘parkementmaker’, er uitsluitend de verkooper, dan wel tevens de drukker van is geweest, terwijl 2, de Interpretationes, zoo geheel een tweeling- | |||||||||
[pagina 297]
| |||||||||
-uitgave van NK. 1176 is, eveneens van 17 Dec. 1528 en door Vorsterman gedrukt, dat ik reeds vroeger bij mijn beschrijving (NK. 3234) de vraag heb gesteld, of niet beide van de pers van Vorsterman afkomstig zouden zijn. In dat geval is Seversz. hiervan slechts de uitgever geweest. Tusschen deze uitgaven komt zich nu, welkom novum, in Juli 1528 het Nieuwe Testament als een verder bewijs van zijn samenwerking met Vorsterman voegen. Meer en meer brengt dit me tot het vermoeden, dat Jan Seversz. in Antwerpen geen eigen drukkerij heeft bezeten. Als bekwaam vakman zal hij er door een collega, die medelijden met hem had, aan werk zijn geholpen. Relaties met Vorsterman had hij ook reeds vroeger gehad. Houtsneden zijner uitgave der Historie vanden vier Heemskinderen van 1508 (NK. 3162) komen later voor in de Historie van Margarieten van Lymborch van 1516 en in La bataille faicte.... devant Pavie van 1525, twee drukken van Vorsterman (NK. 3168 en 2385). Vermoedelijk is mede hetzelfde blok gebruikt door beide drukkers voor het randje met de lijfspreuk van Seversz. ‘Lof God van al’Ga naar voetnoot1). De goede titelhoutsnede van de Divisiekroniek, druk van Seversz. van 18 Aug. 1517 (NK. 613), met de tweeledige voorstelling der overheid, in de hemel en op aarde, en eveneens de houtsnede daaruit met het opschrift ‘hertoech puppyn vā brabāt’ op de spreukband komen later voor in Vorsterman's drukken van Petrus Sylvius, Fundament der medicinen ende chyrurgien, te beginnen bij die van 2 Aug. 1530 (NK. 1971)Ga naar voetnoot2). Deze beide laatste houtsneden kan Seversz. dus aan Vorsterman overgedragen hebben na zijn vestiging te Antwerpen. Iets van zijn materiaal was er misschien uit de débâcle van de verbeurdverklaring te Leiden gered. We wisten trouwens al, dat hij ook te Utrecht nog gedrukt moet hebben, na de verbanning uit LeidenGa naar voetnoot3). Om nog even terug te komen op de thans gevonden editie van het Nieuwe Testament, ik ben in de gelegenheid geweest die te vergelijken met een exemplaar der editie van Vorsterman van 28 Oct. 1528 en heb kunnen vaststellen, dat ze in zetsel, typen, houtsneden volmaakt gelijk zijn. Slechts de laatste bladzijde verschilt, van de verso-zijde, kolom 2, regel 26 af. De onze heeft hier: bl. 128b2 r. 26: Hier eynt dat gheheele nyeuwe // Testament. // | |||||||||
[pagina 298]
| |||||||||
waarop over de volle breedte de bovengenoemde colophon volgt. In Vorsterman's uitgave van 28 Oct. 1528 leest men terzelfder plaatse: Hier eynt dat gheheele nieu- // we Testament. // Daarna ook de colophon over de volle breedteGa naar voetnoot1). Tot slot nog een ernstig vermoeden. Bij de ‘Niewe Testamenten int Duijtsche’, verboden op de Leuvensche Index van 1545-1546 en op latere Indices, wordt er een vermeld ‘geprint Tantwerpen by Joannes Cornelij alias Heymerius Anno (15)28’. Le Long noemt de drukker van dezelfde uitgave op zijn Nederlandsch ‘Jan Cornelissen, alias Heymerius’. Olthoff verwijst bij Jan Cornelissen alias Heymerius weer naar Le Long; ook daar dus geen nieuws over hemGa naar voetnoot2). Nooit nog is het gelukt een exemplaar dezer editie of zelfs de vermelding ervan in een catalogus te vinden. Dat Jan Cornelisz. dezelfde als Jan Seversz. is, weten we nu van andere zijde. Ligt het dan niet voor de hand te veronderstellen, dat Heymerius een onjuiste afschrijving of verkeerde lezing is van de eenigszins ongewone naam Zeuerijns? Mij lijkt het aannemelijk, vooral in verbinding met het overeenstemmende ‘alias’ en het eveneens gelijke jaartal van het Nieuwe Testament (1528). Trouwens, onder ‘Duytsche Bibelen’ verbiedt de Index van 1550 ook de Vorsterman-Bijbel van 1528. Het wekt verbazing, dat wijlen Victor dela Montagne nooit | |||||||||
[pagina 299]
| |||||||||
melding heeft gemaakt van de afwijkende Bijbel-editie, waarschijnlijk toch reeds lange jaren in zijn bezitGa naar voetnoot1). Ik voor mij rangschik die onder de zeer zeldzame, merkwaardige uitgaven, van belang èn voor de drukkersgeschiedenis van Antwerpen, èn van Leiden.
's-Gravenhage, Januari 1946. M.E. Kronenberg. |
|