Varia.
Een nieuwe phase der muzykdrukkunst.
In de Vaderl. Letteroefeningen van 1761, 2e dl., bl. 852 wordt eene bespreking gegevenvan ‘Haerlemse Zangen, in Musicq gesteld by de Heeren Marpurg, Agricola, Schale, Nichelman, Bach, en andere vermaarde Componisten, en in Nederduitsche Dichtmaat overgebragt, door J.J.D. Te Haerlem, ter Musicq-Drukkery van Izaäk en Johannes Enschedé, MDCCLXI’.
Belangrijk acht ik die bespreking. Is zij misschien bekend, dan strekke zij ter herinnering
‘Hier mede, zoo zegt de recensent, wordt den Nederlanderen ene proeve van ene nieuwe verbetering der Drukkunste, met opzigt tot de Zangkunst, medegedeeld, welke ten aanzien der uitvoeringe met regt geprezen mag worden. Men is, naamlijk, (de gewone manier van de Musicqstukken te prenten zeer kostelijck zijnde), al voor eenigen tijd bedagt geweest, om te beproeven, of men dezel ven niet zou kunnen drukken met verzetbare vormen; of 't niet wel mogelijk ware ene volstandige Musicq, met hare eigenlijke Noten en Characteren te snijden en te gieten, om vervolgens alle gefigureerde Musicq, zo nauwkeurig en zindlijk als anders, op ene gewone Boekdrukkers-pers te konnen drukken. De Heren I. en Joh. Enschedé kregen, omtrend 9 à 10 jaren geleden (gelijk ze in hun berigt melden), daar toe aanleiding, door zekeren Lettersnijder binnen Haerlem, die hun ook een staal van zijne uitvinding toonde: doch hier aanmerkelijk te verbeteren vallende, en de bovengemelde persoon daar van afziende, zo bewogen zij den Heer J.M. Fleischman tot de volvoering van dit gestaakte project. Ondertusschen gaf de Heer Breitkopf te Leipzig, in 't begin van 't jaar 1755, zulk een gedrukt Musicqstuk met ene algemene goedkeuring uit, en de Heer Fleischman, dat bestek volgende, volbragt het aangenomene werk, na ruim twee jaren daar aan gearbeid te hebben; waar door de Heren Enschedé zich in 't jaar 1759 in staat bevonden, om hiermede een begin te maken.
‘De bovengemelde Haerlemse Zangen, ten getale van 48, strekken in dezen tot ene proeve van de keurigheid dier uitvindinge; waar van men in alle waarheid moet zeggen, dat alle liefhebbers der Musicq reden hebben om daar in genoegen te nemen, en dat de kennis der Drukkunste het zelve als een kunststuk hebben te erkennen: als zijnde de Musicq zo zindlijk, nauwkeurig en onderscheiden gedrukt, dat het de beste in koper gesnedene Musicqstukken zeer wel konne evenaren.’
In de ‘Vaderl. Letteroefeningen’ van 1767 (bl. 197) komt men nog eens terug op deze uitvinding, en wel naar aanleiding van ‘Grondig onderwijs in het behandelen der viool, ontworpen door Leopold Mozart, enz.’, gedrukt te Haarlem bij J. Enschedé in 1766. Daarin wordt gezegd: ‘De oplettende Boekhandelaar en Lettergieter Enschedé heeft met de uitgave van dit werk opnieuw ene proeve gegeven van 't drukken van Muzykstukken met verzetbaare vormen’. En verder: ‘Het behelst naemlijk een merkelijk aental van Muzyk-stukken, die men, naar ouder gewoonte, met veel moeite en kosten, in koperen platen zou hebben moeten snijden, en op ene plaatdrukkerspers drukken: daer nu in tegendeel alle de Muzyknooten en onderscheidene charakters tot deze stukken gebezigd, naer de nieuwe uitvinding, op zijne eigene Lettergieterij gegooten, op de wijze van woorden door een Letterzetter gezet, en op ene boek drukkerspers gedrukt zijn; 't welk zo juist behandelt is, dat men er geen koperen Muzyk voor hebbe te wenschen’.
A.J. Servaas van Rooven.
Zeist, 24/2 1917.