trice bij mij nots van woort tot woort voorgelesen sijnde verclaerde tselve te wesen haer testament ende wtterste wille begerende dat hetselve nae haer overlijden volcomen effect sorteren sal ende voltrocken werden tsij als testament solemneel codicele gifte onder de levende ofte uijt saecke des doots soo hetselve nae rechten best sal connen bestaen alwaert oock soo dat eenige solemniteijten nae rechte in desen nodich niet geobserveert bevonden en mochte werden deselve voor soo veel haer testatrice ende desen aengaet wel expresselyck derogerende bij desen versoeckende etc. Alles oprecht gedaen t'Amsterdam ten comptoire mijns nots gestaen aen de oostzijde van de beurs ter presentie van Johannes van Oijt ende Barent Stapels als getuijgen van gelove hier toe versocht ende gebeden.
(w. g.) Lisebet Willems Hooft
J.v. Oijt
B. Stapels
Quod attestor rogatus
D. van der Groe Nots Publ.
De in dit testament bedoelde uitgave van Josephus is waarschijnlijk die van Lambert van den Bos, Dordrecht 1665, terwijl het andere eene der vele 17de eeuwsche uitgaven is van de Nederlandsche Historiën van Pieter Corneliszoon Hooft. De zorg voor dit laatste werk geschiedde zeker niet ter wille van de nauwe familierelatie tusschen testatrice en schrijver. De gemeenschappelijke stamvader Willem Jans zoon Hooft was, blijkens de genealogie van dit geslacht, bewerkt door J.A. Alberdingh Thijm en A.A. Vorsterman van Oyen, bet-overgrootvader van testatrice en overgrootvader van den bekenden schrijver.
In deze genealogie wordt de overleden echtgenoot van testatrice Jan Jacobszoon Karnemelk genoemd, terwijl aldaar uit dit huwelijk slechts ééne dochter heet gesproten.
J.W. Wijndelts.