‘in de voor het archief gevorderde rigting’ (verslag 1862). Onderdeel van het archief was de librije nu eenmaal, en dat zou zij ook nog langen tijd blijven. Dat blijkt ook weer in het jaar 1863, als ze al weer verhuizen moet naar een ander vertrek in het raadhuis, omdat er voor 't archief ruimte gemaakt moest worden.
Eindelijk wordt het daar ten stadhuize toch te benauwd. 't Archief ging naar Boymans, in 1867. Tweejaar later, 11 Sept. 1869. volgde de bibliotheek. Dan is 't weer eerst al heerlijkheid wat de klok luidt: ruimte, ruimte. Dan zorgt de archivaris-bibliothecaris ook dat hij nu alles bij elkaar krijgt, wat aan de gemeente toebehoort, en wordt de oude, eerste bibliotheek, de Laurentiana, vereenigd met de tweede uit de eerste helft der 19de eeuw. Het boekenbezit wordt, na deze vereeniging, geschat op 30,000 deelen.
Onder Scheffer's leiding nam de verzameling snel in omvang toe. In de annalen van de bibliotheek zal zijn naam altijd met eer en dankbaarheid vermeld dienen te worden. Mag hij dan al niet de stichter der boekerij genoemd worden, haar herschepper en vermeerderaar was hij ongetwijfeld. Scheffer's naam blijft aan de bibliotheek verbonden, evenals die van zijn opvolger: G. van Rijn. Opvolger is 't juiste woord niet. Want men bedenke: nog altijd stond de boekerij onder 't beheer van den archivaris, en Van Rijn wordt dan ook in 1890 benoemd niet als bibliothecaris, maar als ‘ambtenaar, meer speciaal met de bibliotheek belast’. Van Rijn's aanstelling hing samen - hijzelf herhaalt het in het bibliotheekverslag van 1908 - met een besluit, door den raad genomen, waarbij de bibliotheek Dinsdags en Zaterdags, van II uur 's morgens tot 3 uur 's middags, voor het publiek werd opengesteld. Die opening had, nu juist 26 jaar geleden, officieel plaats op 10 Februari 1891, en het resultaat was, dat het bezoek het eerste jaar van een paar honderd tot 3265 personen steeg.
Bleek het bij deze eerste ruimere openstelling, dat er wel neiging tot lezen bestond, de beperking tot twee dagen had op het bezoek op den duur een nadeeligen invloed. Zij, die onverrichter zake moesten heengaan, omdat zij op de gesloten dagen kwamen, zag men van lieverlede ook op de open dagen niet meer. Het niet groote bedrag, tot aankoop van boeken bestemd, liet zelden toe, nadat de uitgaven voor de archiefafdeeling daaruit waren bestreden, voor de bibliotheek iets nieuws aan te schaffen, zoodat zij alleen door geschenken werd uitgebreid. Bovendien werd nog in 1900, bij het overbrengen van het archief naar een afzonderlijk gehouw in de Mathenesserlaan, een groot deel der meest gebruikte boeken uit de bibliotheek weggenomen. Wel dienden in 1902 een aantal bezoekers een verzoekschrift in bij den gemeenteraad om terugbrenging der met name genoemde werken, die in een bibliotheek niet gemist konden worden en besloot de raad ƒ 1000 toe te staan tot aankoop van andere exemplaren der bedoelde boeken, maar deze som was op verre na niet toereikend om daarmede ook maar het meest noodige terug te bekomen.
Het jaar 1902 bracht een hoogst gewenschten keer in de nog altijd te geringe gelegenheid tot gebruik maken van de bibliotheek voor Rotterdam's bevolking, daar er in de gemeenteraadszitting van 27 Februari 1902 - men merke op dat er voor de derde maal nu al sprake is van de maand Februari - besloten werd tot het dagelijks openstellen, óók op den Zondag. Toen nog gevestigd in het Museum Boymans, bleef de tijd voor het bezoek echter beperkt tot vooren namiddag, daar het hebben van kunstlicht, om het brandgevaar voor de kunstschatten, verboden was en daarmede van zelf de openstelling gedurende de avonduren.
Alleen de cijfers geven reeds een antwoord op de vraag of er reden voor die dagelijksche openstelling was. Werden er toch in 1901 slechts 817 boeken uitgeleend, over de maanden Juni tot December van 1902 bedroeg dit in ronde cijfers: 9000; in het jaar 1903: 34.000; in 1904: 39.000 en in 1905: 40.000.
Zooveel belangstelling wettigde de begeerte naar een afzonderlijk gebouw, ingericht op den voet der openbare bibliotheken in het buitenland.
Weer is het Februari - nu van het jaar 1905 - als Burg. en Weth. het advies van de archiefcommissie inwinnen, om den Raad in overweging te geven, het vroegere schoolgebouw aan het Van Hogendorpsplein te