Reizen in Zuid-Afrika in de Hollandse tijd, uitgeg. door E.C. Godée Molsbergen, 1e dl., tochten n.h. noorden 1652-1686, met 3 kaarten en 9 pl. 's Grav. Mart. Nijhoff 1916. (Werken uitgeg. door de Linschoten- Vereen. XI).
Deze nieuwste uitgaaf van de Linschoten-vereeniging is geen herdruk van een oud boek, zooals de meeste tot dusver in de reeks verschenen werken. Veeleer wordt hier na eeuwen een verzuim van ons voorgeslacht ingehaald. Van de korte reisverhalen die hier bekend gemaakt worden zijn er enkele aan gedrukte reisbeschrijvingen, maar de meeste aan het Dagverhaal of aan onuitgegeven archiefstukken ontleend. Het langere verhaal van de reis van Simon van der Stel is uit het archief verloren gegaan, en door Valentijn bewaard. Godée Molsbergen heeft al deze berichten tot een doorloopend, boeiend verhaal verbonden, en dat op zeer verdienstelijke wijze, door er zoo weinig mogelijk van zich zelven bij te voegen. Ook in de voorrede wijst hij er slechts met enkele woorden op, hoe belangrijk de hier verhaalde expedities in de geschiedenis der ontdekkingsreizen zijn. We zijn gewend Zuid-Afrika als een bekend land te beschouwen, en de reizen van de laatste eeuw voorde eigenlijke Afrikaansche ontdekkingstochten te houden - maar hier zien we opeens, hoe die ontdekkingsreizen al dadelijk na de Hollandsche vestiging van de Kaap zijn begonnen, hoe bezwaarlijk juist die eerste tochten waren, hoe veel volharding die moedige Afrika-reizigers, aan wier nagedachtenis het werk opgedragen is, aan den dag gelegd hebben, en hoe veel kennis van land, volken en talen door hen opgedaan, en voor later bewaard is.
Het boek is geïllustreerd met 2 oude kaarten, aan Van der Stel en Valentijn ontleend, en een moderne overzichtskaart van Craandijk, en met een negental reproducties van teekeningen, waarvan een in het Rijksarchief bewaard is, de andere, als we dit wel begrijpen, alle tot de collectie Gordon behooren. Dit laatste kon wel wat duidelijker, in den inhoud en in de onderschriften, aangegeven zijn; de verwijzing in de noot op blz. 168 naar ‘de hierbijgevoegde teekening’ - N.B. bij bladz. 36 - laat ook aan duidelijkheid iets te wenschen over. En dit is nog het eenige wat tot motiveering van het opnemen van deze platen gezegd wordt. Van welken tijd ze zijn en waar de origineelen zich bevinden, wordt nergens meegedeeld. Eenigszins tergend zijn de aanwijzingen van niet gereproduceerde kaarten in de noten - zie op blz. 36 en 37 -; men vindt daar alles aangewezen wat er op staat, maar zou dan de kaarten er wel bij willen zien.
De noten zijn te recht sober, en over 't algemeen voldoende, al blijft natuurlijk wel eens eene opkomende vraag onbeantwoord.
Op blz. 37 wordt een hottentottenverhaal weergegeven van een verderaf wonende blanke stam met steenen huizen, kerken, en zwarte slaven. Dit wordt in 't voorbijgaan voor onwaar verklaard; maar het is duidelijk een ver gerucht van eene Portugeesche nederzetting, en als