goeden, bevonden ten huyse van vrouwe Marie vanden Dale, weduwe wylen Heeren Philippus van Ymmersele, toebehoirt hebbende wylen Heeren Otto van Arkel, Heere tot Huecklem, Leyenborch etc., gemaect ten ernstighen versoecke vande Eedele Iouffrouwe Marie van Ymmersele, desselfs Heere Otto van Arkel achtergelaten weduwe, Opten xxvijen Octobers ao. xvc. Zevenentzestich- -’Ga naar voetnoot1).
In meer dan één opzicht is de inventaris alle aandacht overwaard; want uiterst merkwaardige zaken had deze edelman in zijn bezit. Wij houden natuurlijk onze belangstelling meest van al den boekenschat voor, waarvan meester Staes een lijst van titels ten beste geeft.
Wij konden er ons aan verwachten een bibliotheek in de woning van Heer Otto aan te treffen: hij was immers een gestudeerd man en werd inde maand Maart 1558 te zamen met zijn broeder Karel als student aan de hoogeschool te Leuven ingeschrevenGa naar voetnoot2). Desniettemin worden wij aangenaam verrast door het aantal en het gehalte van de werken, die vijf bladzijden lang in den inventaris worden opgenoemd.
Jammer genoeg is ons archiefstuk slechts de minuut, die secretaris Staes blijkbaar onder dictaat, afgaande op het oor van den volbloed Vlaming die hij was, vliegensvlug neerkrabbelde. Het schrift is diensvolgens zoo slordig als 't maar kan, en alles behalve gemakkelijk te lezenGa naar voetnoot3). In de onderstaande lijst, waarin wij de onderscheiden titels door een cijfer lieten voorafgaan, zal de lezer bemerken dat wij, ondanks herhaalde pogingen, toch nog in de onmogelijkheid bleven een paar woorden met zekerheid te ontcijferen:
1) | Eenen Latynschen franchynen brieff, vanden Heere van Arckel gegeven int iaer 1305, Dominica ante assentionem, bezegelt met eenen vuythangenden zegele in groenen wasse, Aengaende de Heerleckheyt van Hueckelem. |
2) | Twee historye boecken van Paulus IonyesGa naar voetnoot4). |
3) | Twee boecken vande Cronycke van frossaertGa naar voetnoot5). |
4) | Titus Livius int hoochduytssche. |
5) | De Cronicke van arckele.Ga naar voetnoot6). |
6) | La bible des poetes. |
| |
leverden ons echter te weinig houvast om ze te identificeeren: mogelijk echter komen ze onze lezers minder vreemd voor. Inlichtingen durven wij in dat geval van hunne welwillendheid beleefd verwachten.
Wij meenen echter reeds van nu af te mogen beweren, dat Heer Otto fier mocht zijn op zijne verzameling van boeken. Zij past heel en al in de woon van een aristocraat uit de latere helft der 16e eeuw bij ons in Vlaanderen.
Haar bezitter bleek voor allerhande zaken belangstelling over te hebben en leefde dus meê met zijn tijd, die ten volle in het teeken der Renaissance stond. Zucht naar kennis en lust naar kunst gingen toen gepaard. Ook bij Otto van Arkel. Want werken over wiskunde en cosmographie, over geschiedenis en landbeschrijving had hij onder de hand. Stichtelijke bundels bewaarde hij naast de klassieken, en ruimde bovendien de pas gestorven of nog levende dichters een goede plaats in. De literatuur noch de taal van zijn geboortestreek kwam daarbij tot haar recht; het Fransch kreeg echter den voorrang. En dit is weer kenschetsend voor den zestiendeeuwschen Vlaamschen Renaissance-man, die in de eerste plaats naar het naburig Zuiden en naar Parijs, de lichtstad, keek. Goed komt ten slotte het aristocratisch wezen van de Wedergeboorte binnen Neêrlands grenzen uit in de titels van een paar boeken, die met ‘hof’ en ‘prinsen’ te doen hadden.
Mechelen, 1915.
Dr. Robert Foncke.
|
-
voetnoot1)
- Cf. ‘Les seigneuries du Pays de Malines’ door J. Th. de Raadt, in den ‘Bulletin du Cercle archéologique, littéraire et artistique de Malines’: Tome IV (1893), blz. 176, waarbij hij naar Simon van Leeuwen-. ‘Batavia Illustrata, 851’ verwijst.
-
voetnoot3)
- Bedroefd misschien - gemakkelijk getroost heel zeker! Zij sloot een tweede huwelijk met François, of met Jacques, de Licques, Heer van Cressonière inArtesië; - en een derde met den gouverneur van Atrecht, Adrien de Noyelles, Heer van Marles. - Cf. J. Th. de Raadt: t.a. p., blz. 177.
-
voetnoot5)
- Allerwaarschijnlijkst het z.g. ‘Hof van Immersele’, in de Bleekstraat gelegen, dat in 1593 het eigendom van de Karthuizers werd. - Cf. J. Th. de Raadt: t.a. p., blz. 176, nota 2, en Kanunnik W. van Caster: ‘Namen der Straten van Mechelen en korte Beschrijving hunner vorige of nog bestaande Gebouwen’, blz. 53.
-
voetnoot1)
- ‘Inventaire des Archives de la Ville de Malines’, Tome VI, blz. 112, nr. 147.
-
voetnoot3)
- De Raadt, b.v., die toch de eerste de beste niet was, las aldus bij vergissing ‘Diversche geschreven stamboeken’ voor ‘Diverssche gescreven sanckboecken’!
-
voetnoot6)
- Het Land van Arkel is een andere naam voor het Land van Mechelen, dat een der zeven kwartieren van het markgraafschap van het Heilig Rijk was. Cf. Kanunnik W. van Caster: ‘Namen der Straten van Mechelen’, blz. 31, nota 2.
-
voetnoot1)
- Dus ‘Les livres d'Hier. Cardanus, de la subtilité et subtiles inventions, ensemble les causes occultes et raisons d'icelle, trad, en françois par Rich. le Blanc. - Paris, 1556’. Of ‘La metoposcopie de Cardan, comprise en 13 livres et 800 figures de la face humaine, avec le traité de Mélampus, trad, par de Laurendière. - Paris, 1558’.
-
voetnoot2)
- Misschien Boullun te lezen. Doch noch op den eenen noch op den anderen naam is ons een schrijver bekend. In de geschiedenis der stad Mechelen gewaagt men nochtans van eenen Boullin, net met denzelfden voornaam Pierre, die zich - den 19en October 1541 - borg stelde voor de abdij van Boneffe, welke voor den Grooten Raad een geding voerde tegen het Mechelsch magistraat. - Cf. ‘Inventaire des Archives de la Ville de Malines, publié... par P.J. van Doren, Archiviste-Bibliothécaire’, Tome I, p. 227, no. 384.
-
voetnoot3)
- Ongetwijfeld Pierre de la Ramée, bekend als schrijver van een ‘Grammere’, welke een vermeerderden en verbeterden druk beleefde.
-
voetnoot4)
- Meester Staes miste hier nog den voornaam. Het is nl. zeker, dat wij hier te doen hebben met een werk van Innocent Rhingier[i]: ‘Cinquante jeux divers et d'honnête entretien, industrieusement inventés par I. Rbinghier, et faits françois par Hubert-Philippe de Villiers; savoir: les jeux de l'amant et de l'amante, etc. Lyon, 1555’.
-
voetnoot5)
- Blijkbaar Andreas Alciatus' ‘Emblematum libellus(1534)’ in de vertaling: ‘Emblèmes d'Alciat, de nouveau translatés en françois (par Barth. Aneau). Lyon, 1549’.
-
voetnoot6)
- Het bekende werk ‘Gli Asolani di P. Bembo’ in de vertaling; ‘Les Asolains de P. Bembo, de la nature d'amour, trad, de l'italien en françois par I. Martin. Paris, 1547.’
-
voetnoot7)
- d.i. Benedictus Chelidonius, opsteller van een ‘Passio Iesu Christi salvatoris mundi...’ (1514) en een ‘Passio I.-C. amarulenta …’(1526), waarvoor Albrecht Dürer houtsneden leverde.
-
voetnoot8)
- Natuurlijk: ‘Roland le furieux’, d.i. ‘Orlando furioso di Ludovico Ariosto’.
-
voetnoot9)
- Bedoeld worden Speron Sperone en zijne ‘I dialogi’ (1542), die door Cl. Gruget in het Fransch overgezet werden: ‘Dialogues de Speroné. - Paris, 1551’.
-
voetnoot1)
- Andermaal een echt Vlaamsche spelling van een Franschen naam en wel Pierre de Ronsard, de grootste dichter uit de groep der Parijsche ‘Pléiade’ in de tweede helft der 16e eeuw. Hij bracht vijf bundels ‘Odes’ voort, waarvan de eerste vier in 1550, de laatste in 1553 gedrukt werden.
-
voetnoot2)
- Bekend is een bundel ‘Chroniques abrégées des rois de France, depuis le commencement du monde jusqu' à Louis le Débonnaire, extraites de différents auteurs. Paris, 1490’.
-
voetnoot4)
- Pierre de Ronsard heeft een heelen hoop ‘elegies’ gedicht, gewoonlijk als zangen van een droeve liefde op te vatten. Het is echter niet uitgesloten, dat wij hier in het bizonder moeten denken aan zijne ‘Elegie sur les troubles d'Amboise’, welke in 1560 verscheen.
-
voetnoot5)
- De bekende ridderroman ‘Amadis de Gaule’, die voornamelijk in de 16e eeuw succes genoot. De Fransche uitgaven waren zeer talrijk te beginnen met het jaar 1540. Plantijn drukte er zelfs eene, in 1561, voor Jan Waesberghe te Antwerpen.
-
voetnoot6)
- Bij Plantijn te Antwerpen verscheen in 1564 of '67 ‘Les secrets du seig. Alexis piemontois et d'autres auteurs bien expérimentés et approuvés, réduits maintenant par lieux communs, et divisé en six livres’. Alexis piemontois is een uitgedachte naam waaronder de ‘geheimen’, verzameld door Jérôme Ruscelli, aan het licht gegeven werden.
-
voetnoot7)
- Le jeu des eschez nouvellement imprime à Paris' (1504) of ‘Le jeu des eschez moralise’ (Paris 1505), vertalingen naar het Latijn van Jacobus Cessol, seu de Thessolonia.
|