Het Boek. Jaargang 5
(1916)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 102]
| |
Varia.Den Lenten begint als dagh ende nacht even lanck sijn.Synder aenghenamer daghen
Die de menschen meer behaghen,
Dan den schoonen Lenten-tijdt?
Kander wesen lieffelijckerGa naar voetnoot1).
Blader ende bloeme-rijcker?
Isser tijdt die meer verblijdt?
Menschen, beesten, voghels, boomen,
Visschen inde water-stroomen,
Kruyden over aerde-rijck,
Voorts al watter scheen verdreven,
Kryght gheheel een ander leven,
't Wort een Paradijs ghelijck.
Maer wanneer sijn dese tijden,
Die de wereldt soo verblijden?
Wanneer komt den Lenten by?
Als de daghen, en de nachten
Even lanck sijn, ende wachten
Datter gheen verschil en sy,
Als de nachten ende daghen
Met ghelijcke treden jaghen,
Als de tijden effen gaen,
Alsser niet meer vanden luyster
Wort ghemeten, dan van 't duyster,
Komt het schoonste weder aen.
Als de menschen van het doncker
Soo veel meughen, als me joncker:
Alsser soo wel wort ghesien
Naer een weduw', naer een weese,
Die daer sit in duyster vreese,
Als naer hoogh verheven Liên:
Als de armen, en de rijcke
Even lanck sijn, en ghelijcke:
Alsmen niemant uyt en steckt
Noch om armoe', noch om renten,
Dan ist inden soeten Lenten,
Daer gheen wel-standt en ghebreckt.
(Uit den Almanach voor heden en morghen, door P. Croon 1665.) | |
Sprokkels betreffende boekverkoopers enz. verzameld door J.W. Wijndelts.Andries Janszen van Aelst Boeckverkoper, bekande inde beste end bestendichste forme rechtes ende gewonheits alhier constituirt end volmechtich gemaket tho hebben; constituirde end maeckte volmechtig bij desen sijne moeder Goedelieven Ingenraam end Peter Claszen Boer sampt ende eenen iederen van hun bijsunder in omnibus et singulis caussis ad lites end sunderlinge in alsodane saken als hie binnen die Stadt van Amstelredam tegens Peter Aalen end Rogier Dyckerszen tegenwoordich utstaande hefft off noch kompstlich kriegen mach cum potestate substituendi et clausulis consuetis in generali forma. S.A. [28 October 1615].
Andries Janszen van Aelst Boeckverkoper voer hem selven end als volmechtiger van sijne swageren Jan Janszen end Herman Janszen wonende tot Amsterdam end Abraham Janszen wonende tot Cleve end suster Truitgen Janszen, bekande in de beste end bestendichste forme rechtens end gewonheits alhier constituirt end volmechtig gemaket tho hebben, constituirde end maeckte volmechtig bij desen Henrick Janszen van Borkulo, om in sijnen end sijner voers. swagern end susters name end van oerent-wegen alle sodane saken, questien, geschillen, rechtsforderingen, schulden end renthen als sije in s'Gravenhage offt elders voer ennige Heeren Haaven end gerichten tegens Jemandts gegenwoordich utstaende hebben offt noch kompstlick kriegen muegen mit vrundtschap oder recht in end uth the vorderen, derenthalven t'agiren; alle terminen van rechten tam active quam passive tho observiren, cum potestate substituendi et clausulis consuetis in generali et amplis- | |
[pagina 103]
| |
sima forma. Sonder argelist. [31 Mei 1625].
Johan Janszen Diephorst Boeckverkoper tot Leijden, bekande in de beste end bestendichste forme rechtens end gewonheits alhier constituirt end volmeehtich gemaket thebben, constituirde end maeckte volmechtich bij desen Conradum van Munster in omnibus et singulis causis soo alhier offt elders tegens Jemandts end sunderlinge tegens die moeder van Jurgen van Hekeren tegenwoordich utstaande hefft offt noch kompstlick kriegen mach cum potestate substituendi et consuetis clausulis in amplissima forma. Sonder argelist. [28 September 1624].
Onse mede Raetzfrundt Engelbert Uptennoorth der rechten Dr. constituirt optima et meliori forma Michiel Coulin boeckvercooper tot Amsterdam, om aldaer in sijnen name ende van synent wegen van de bewinthebberen van de Geoctroyerde Oostindische Compagnie te ontfangen van sijn L. capitael van twee hondert ponden Vlaems sodane wtdeijlinge als daer tegenwoordich gedaen wort te ontfangen, van den ontfangst te quiteren, ende alles te doen [etc.], cum clausulis ratihabitionis indemnitatis et reliquis in generali et amplissima forma. S.A. [27 December 1632].
Christopher Loemeijer boeckvercooper, bekande voer hem ende sijnen erven van waerer wettelijcker schult, procederende van gerede ende bij hem wel ontfangene penningen, schuldich te zijn, aen Jacob Hendriksz Cremer ende Jan Lansinck schoemaecker in qualiteit als gestelde ende verordente momber aever d' onmundige naegelatene dochter van zall: Jacob Spitholt Barbara Spitholts genoemt ende dessel ver erven die summe van vierhondert gl. ad twintich stuiver het stuck, gelaevende die selve 400 gl. an gten momberen, tot behoeff haeres pleeghkindes voornt offt desselven erven wederom te erleggen ende te betaelen op den XIIIden Octobris ao XVIcXXXIIII nevens vier ende twintigh gl. weerde voorsz. tot interesse van dien mit wijdere geloffte in vall hy het voorn. capitael alsdan niet mochte weder erleggen, dan langer mit believen van de duckgten momberen behielde, het selve te verinteressen mit ses ten hondert jaerlix totte affoesse toe, welcke ten beijden syden voerbeholden blyfft ten allen jaeren respective te moegen opseggen ende doen, daer voor verbindende syn persoen ende goederen, geredeendeongerede, hebbende ende toekoemende gheene wtgesondert, om in vall van onverhaepentlycke noot ende misbetaelinge sich daer an mit parate executie cost ende schadeloes te moegen verhaelen S.A. [16 October 1633.]
In margine: Erschenen Jacques Hendrickx Cremer ende Warner Corten in qualiteijt als momberen van zall: Jacob Spitholts naegelaetene dochter ende bekanden voor haer ende haere nacomelingen dat Christopher Loijmeijer het capitael neffens interesse van dien waer van deese Kentenisse meldet haer ten volle voldaen heeft, bedankende hem goeder betaelinge, consentierende mede dat deese kentenisse als ten vollen voldaen sijnde, mach gedoedet gescassijrt ende doorstreken worden S.A. [18 November 1637.]
Catharina Jacobs weduwe van Esdras Willemsen Snellaert in leven boeckvercooper binnen Utrecht verkoopt aan Warner Gerrits en diens vrouw Aeltien Jacobs, haar halve huijs ende wehre met die brouwerije ende toebehoren van dien [etc.] te Zutphen op den Schupstoel gelegen [etc.] [3 Maart 1656.]
Hendrick van Diemen Kerk- | |
[pagina 104]
| |
meester van St. Walburgen Kercke als oom en wettige momber over de kinderen van sijn broeder Roeloff van Diemen bevolmachtigt Lowies de Kar Scholtes van Odijck geh. met Aletta dochter van Roeloff van Diemen voorn, benevens Giesbert van Zijll boeckvercooper ende borger t' Utrecht. [5 Mei 1658.] Bovenstaande acten zijn getrokken uit het ‘Protocol van Kentenissen der stadt Zutphen’. Everardo Henrici Schuijl predicant tot s'Hartogenbosch, is voor de presentatie ende leverantie eeniger exemplairen van seecker tractaetgen geintituleert Grondige wederlegginge van een paeps boeckgen etc. toegelecht de somme van eens vijff ende twintich guldens. 7 Juni 1633.
Jacob Aertssen Colom, is voor de presentatie ende dedicatie van seecker Caertboeck geïntituleert de virige Colom etc. Spiegel der See etc. toegevoucht de somme van vijftijen guldens. [24 Juni 1633.] Beide bovenstaande subsidieeringen trof ik aan in het ‘Register van Resolutien van Gecomm. Raden ter Admiraliteyt binnen Rotterdam’. | |
Het ‘eerste substantief’.Misverstand. Wel geen ‘afschuwelijk’ misverstand, gelijk het bekende van Dr. Abraham K. maar toch een misverstand. Mijn vraag op blz. 21 van dezen jaargang werd uitvoerig beantwoord door Uwe Redactie. Hoe erkentelijk ook, spijt het mij er op te moeten wijzen dat mijn vraag niet betrof titels als ‘Het Katholieke Nederland’, ‘Het Koloniale Instituut’ - die wel in de ‘Regels’ behandeld zijn - maar titels als: ‘Het Katholiek Nederland’, ‘Het Koloniaal Instituut’- die niet behandeld zijn. Dergelijke samenvoegingen komen nog sterker uit in ‘Oud Holland’, ‘Groot Nederland’ die nu eens met dan weer zonder verbindingsteeken geschreven worden. In het Duitsch zijn dergelijke samenvoegingen één woord geworden b.v: Kolonialinstitut. De kwestie is dus niet of anonieme titels op het 1e substantiefgeschikt worden, maar wat het 1e substantief is. Een taalkwestie, waarin taalkundigen mij niet konden helpen. Daarom deed ik - en doe ik nog een beroep op de praktijk in de catalogiseering. De motiveering van § 23 der ‘Regels’ gaat over mijn hoofd heen, daar ik het met de Redactie eens ben. Indertijd bij de bespreking der ‘Regels’ waren er m.i. geen voldoende redenen om de hier te lande gebruikelijke opvatting te wijzigen. De schikking van anonieme titels is door de oneindige verscheidenheid voor verschillende oplossingen vatbaar. Het verzoek van den Heer Kruitwagen kan ik beantwoorden metverwijzing naar jrg. I van het ‘Maandblad voor bibliotheekwezen’. Mocht een 2e uitgave der ‘Regels’ of opmerkingen op catalogiseeringsgebied mij aanleiding geven tot gedachten wisseling, dan zal ik gaarne van de aangeboden gelegenheid gebruik maken. Bij voorbaat dankend voor inlichtingen omtrent mijn herplaatste vraag, noem ik mij hoogachtend, Uw dw. L.C. Kloos.
Is de dus nieuwgestelde vraag - want in de vorige vraag kon men deze bedoeling toch onmogelijk lezen - er eigenlijk wel een voor den bibliograaf, en niet veeleer voor den auteur? De bibliograaf heeft de titels te nemen, zooals hij ze vindt. Een monsterwoord als Kolonialinstitut en Gesammt-Zeitschriften- Verzeichniss kan hij natuurlijk niet gaan splitsen. En als straks onze ei- | |
[pagina 105]
| |
gen landgenooten deze smakelooze koppelingen gaan nadoen, kan de bibliograaf er niet veel tegen doen. Zoo heeft de Haagsche openbare leeszaal al een Generaalcatalogus aangekondigd. Nederlandsch zijn deze monstervormen toch zeker niet. B. |
|