Het Boek. Jaargang 4
(1915)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 354]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlaamsche boeken in een oude kloosterbibliotheek te Mechelen.Voor 7½ gulden raakte op de verkooping Van Havre onzeMechelsche Stadsbibliotheek-Archief in het bezit van een exemplaar van den ‘Index Librorum prohibitorum, cum regulis confectis per Patres a Tridentina Synodo delectos, Auctoritate Sanctiss. D.N. Pij. IIII. Pont. Max. comprobatus. Cum Appendice in Belgio ex mandato Regiae Cath. Maiestatis confecta’, dat verscheen ‘Antverpiae, Ex officina Christophori Plantini. - M.D.LXX’. Aldus kwam het deftig in leder gebonden en voortreffelijk bewaard boek terug naar de stad, waar het voormalig berustte. Het stamt immers uit de bibliotheek van het oude klooster der Minderbroeders te Mechelen. Reeds zijn twee Latijnsche inschriften daar om dit te bewijzen, op het titelblad en op de elfde pagina van het inleidende ‘Philippi II. Regis Catholici Edictum De Librorum prohibitorum Catalogo observando’: het eene, dat ‘Pro Bibliotheca Ftṝ minorum Mechlinia’ luidt; het andere: ‘Bibliotheca Fratrum Min Recollectorum Conventus Mechliniensis’. Nogmaals wordt de afkomst van het werk bevestigd, door dat we achteraan in den bundel een geschreven lijst saamgebonden vinden van de boeken, welke men zich in het voormalig Minderbroedersklooster kon laten voorleggen. Niet om het gedrukte gedeelte van onzen Mechelschen band, dat wis overbekend is, doch precies om den manuscripten cataloog alleen, achtten wij het der moeite waard de aandacht der lezers van ‘Het Boek’ te vragen voor een korte wijl. Het leek ons namelijk interessant na te gaan, hoeveel en welke Vlaamsche werken men in deze lijvig uitziende lijst aantreffen zou, aangezien het genoemde klooster onbedingd onder de oudste en voornaamste godsdienstige gemeenten deroudeaartsbisschoppelijke stad in België te rangschikken valtGa naar voetnoot1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 355]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch, is het waar dat het handschriftelijk gedeelte de grootere helft van den bundel uitmaakt, in werkelijkheid was de boekerij niet zoo rijk als de cataloog het oogenschijnlijk doet voorkomen. Vooreerst, hij omvat twee lijsten, waarvan de laatsteGa naar voetnoot1) evenwel slechts een nieuwe samenlezing naar den inhoud is van werken, die reeds in de eersteGa naar voetnoot2) aangeteekend staan - wat trouwens de aanduiding, die onmiddellijk na haar opschrift volgt, ‘Eorum loca require in Cathalogo praecedenti’, ten volle toegeeft. Aan den anderen kant worden een groot aantal boeken tweemaal vermeld, doordat hun titel zoowel onder de beginletter van den voornaam van den schrijver als onder die van zijn familienaam te lezen isGa naar voetnoot3). Met al dit mag de kloosterbibliothecaris een paar honderd bundels in zijne hoede gehad hebben op een gegeven oogenblik. Niet reeds echter in 1620, het jaar dat te lezen staat op den algemeenen titel van de lijst, welke luidt: Cathalogus omnium Librorum bibliothecae Mechliniensis Fratrum Minorum. quorum Loca indicant Litterae singulis auctoribus appositae Anno Dominum M.D.CXX. Zeker de helft der opgesomde bundels werd eerst omtrent een halve eeuw na dit aangegeven jaar bijgeschreven. Het groote verschil tusschen het sierlijke oudere schrift en het jongere slordige gekrabbel overtuigt ons daarvan meteen. Duidelijk kan men zien aldus wat de boekerij in de eerste jaren der 17e eeuw geweest was en wat zij geworden is omstreeks 1700. Wat de plaatsopgave betreft, zoowel de jongere bewaarder als de man van 1620 vergenoegde zich met de zeer simpele aanduiding door middel van de letters van A tot Z, die natuurlijk alleen bij niet al te zwaar beladen boekenrekken doeltreffend genoeg kan zijn geweest. Den arbeid van zijn voorganger wijzigde hij echter én door het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 356]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
schrabben en vervangen der oude merkletters - wat wijst op een nieuwe schikking der boeken in de kasten - en door het bijschrijven van twee opzichzelf staande rubrieken, waar het noodig bleek, voor de ‘Libri hispanici’ en de ‘Libri gallici’. En veelmaals bleek het noodig! Natuurlijk waren het ook zoo goed als uitsluitend werken van devoten aard, op geloofsverheerlijking en verdediging van het Katholicisme berekend, zoodat zij op- end'-op bij de van ouds vermelde Latijnsche boeken pasten. Desniettemin noopt de aanwezigheid van een aantal ‘Libri gallici’ en dubbel zooveel ‘Libri hispanici’ tot een goeden dunk over de Minderbroedersbibliotheek. Aan den anderen kant doet zij echter de wonderlijke schaarschte aan bundels in onze taal des te beter uitkomen. Ongelooflijk klinkt het.... en toch - op en al een dozijn Nederlandsche werken stonden ter beschikking van deze kloosterlingen, voortdurend in betrekking met de geloovigen in onze door-en-door Vlaamsche stede in het hartje van het Vlaamsche land! Voor hen hield de cataloog er geene speciale classeering op na. Hunne titels dient men naarstiglijk onder de Latijnsche te zoeken - en geen andere vindt men dan de onderstaande:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 357]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men merkt daarbij direkt dat onze (3), (5), (6) en (7) ten tweede male als (14), (8), (16) en (12) voorkomen, zoodat wij precies dertien Vlaamsche werken opgesomd vinden. Daarvan zou men alleen (1) en (15) niet onvoorwaardelijk in een kloosterboekerij gaan zoeken. Inzonderheid het eerste niet. Wij zien het dan ook in ‘de hel’ geborgen. Toch wel een hard lot voor den ridderlijken minnaar van Oriona, dat alleen ‘Ioan. Calvini institutiones’ met hem deelde, want het derde der boeken, die uit de gemeenschappelijke kast werden geweerd, ‘Roberti Bellarmini Politiani orationes manu scriptae’, mocht nog ‘In purgatorio’ verwijlen! Aangenaam worden wij ten slotte verrast door (15), dat ongetwijfeld de beroemde ‘Twe-spraack vande Neder-duytsche Letterkunst’ (1584) van de Amsterdamsche kamer ‘In liefde bloeyend’ bedoelt. Het pleit wel aardig voor de populariteit van dit betoog in dienst van de moederspraak, dat wij er in deze zoo taal-vergeten Zuidnederlandsche boekerij de hand opleggen konden.
Mechelen, September 1915. Dr. Robert Foncke. |
|