Mededeelingen.
Het geslacht De Veer.
De Navorscher geeft op blz. 256-261 als hoofdartikel van de afdeeling Geslacht- en wapenkunde eene Genealogie - De Veer, medegedeeld door Jam. Penninck.
Benieuwd, wat er over deze interessante familie voor nieuws aan het licht gekomen mag zijn, sla ik er een blik in, maar - niet alleen niets nieuws hoegenaamd, maar al de oude fouten; geene rekening gehouden met de onderzoekingen van Elias, geene kennis genomen van de uitvoerige studie in De Amsterdamsche Boekdrukkers III 227-280, geen blik geworpen in het nieuwe Biographische Woordenboek!
En dit is nog niet het ergste. Er is ééne publicatie waar de auteur(?) wel kennis van genomen heeft, nl. de Genealogie - De Veer in de Heraldieke Bibliotheek 1874, blz. 354- 361. Deze is van het begin tot het einde letterlijk gecopiëerd, maar zonder de voorafgaande mededeeling over de beteekenis er van, en over het handschrift waaraan de geslachtslijst ontleend is, en zonder de onderteekening van Jhr. J.F.L. Coenen van 's Gravensloot!
In één woord, een onbeschaamd plagiaat! Eene schande voor Jam. Penninck, eene schande ook voor den Navorscher! De Redactie zou goed doen, onder haar ‘studeerlamp’ een exemplaar van het Biografisch woordenboek te plaatsen, en dit bij ontvangst van ongedocumenteerde genealogische bijdragen van weinig conscientieuse medewerkers eens even na te slaan.
B.
Boeken op den brandstapel. - Van het boek ‘J'accuse’, een werk, geschreven door een Duitscher, waarin de politiek van het Duitsche rijk veroordeeld wordt, is eene zending, vanuit Zwitserland naar ons land gezonden, in Duitschland aangehouden en verbrand. Thans verwacht men hier te lande een zending via Parijs, Havre en Londen.
(Nieuwsbl. v.d. boekh.).
In de New-York Public Library werden in 1914 twaalf millioen deelen uitgeleend.
In de laatste vijf maanden van 1914 werden in Frankrijk 3000 boeken minder gepubliceerd dan in hetzelfde tijdsverloop van het jaar 1913.
Het formaat der boeken. - ‘Op de jaarvergadering der Nederl. Vereen, van letterkundigen is een practisch onderwerp ter sprake gebracht: het formaat der boeken. De heer Robbers uitte de meening dat de boeken van eenzelfden schrijver, en ook andere boeken, in hetzelfde formaat dienden uitgegeven te worden; meer dan een zestal formaten achtte hij niet gewenscht, en de boekenkast zou daardoor aan aesthetisch aanzien winnen. De heer Van Moerkerken verklaarde zich voorstander van een veel kleiner formaat dan veelal gebruikelijk is.
Nu zijn kunstenaars gewoonlijk niet erg gelukkig wanneer zij met een plan voor de practijk voor den dag komen. In hun gewonen kunstenaars-gedachtengang houden zij niet veel van de practijk, zij hebben er zelfs een zekere geringschatting voor, daar zij hun ideaal in de verdrukking zien komen in de practijk. Bemoeien zij zich echter met haar, dan begaan zij de fout, te vergeten dat ook in de practijk nog eenige poëzie, eenig ideaal zelfs bestaat, en door dat te vergeten scheppen zij vaak een proza in de practijk, dat den practischen man doet rillen.
Zal werkelijk de boekenkast aan aesthetisch aanzien winnen, indien hij gevuld is met een verzameling van even groote, slechts in dikte verschillende boeken, met een ver-