of een tweede slag werd gehoord. En waarlijk, het tweede huis van de Wijnstraat had een gapende wonde. Een derde bom viel in het Lievevrouwestraatje, die niet ontplofte, anders waren we definitief opgeruimd geweest.’
Het nummer van 4 Nov. geeft de volgende mededeeling over de statistiek van het bibliotheekbezoek, met het oog op den oorlogstoestand.
De fluctuaties Augustus - September - October, met het climax September, zijn teekenend genoeg. Augustus, begin van den oorlog, weinig lezers, althans minder dan in 1913. In September, maand van vacantie van menschen zonder betrekking, van militairen die opzoekingen te doen hebben, van staatsambtenaren met de regeering te Antwerpen naar Antwerpen gekomen, van studenten en scholieren die verstrooiing zoeken. Eindelijk de Octobermaand: beschieting, inneming door de Duitschers en bezetting, vlucht van het meerendeel der bevolking.
Wat lezen de menschen te Antwerpen in oorlogstijd? Het was aardig dit eens na te gaan. Ziehier wat de speciale statistiek ons leert over de drie genoemde maanden:
Meest gelezen Nederlandsche literaire schrijvers: Augustus: Buysse, Streuvels, van Eeden. September: Concience, Buysse, Streuvels, Baekelmans, Sabbe, De Lattin, Querido, Loveling, van Eeden, Couperus, Multatuli. October: Streuvels, Buysse, Querido, Sabbe.
Meest gelezen Fransche schrijvers: Augustus: Bourget, Maeterlinck, de Maupassant, Daudet, Zola, Dumas fils, Loti.
September: Bourget (69 maal), Daudet, Maeterlinck, Hugo, Loti, Zola, Dumas, France, Verhaeren, Lemonnier, Taine, de Maupassant. October: Daudet, Zola, Dumas, Goncourt, Hugo.
Meest gelezen tijdschriften. Nederlandsche: Augustus; Gids. September: Groot Nederland en Panorama. October: Panorama, Gids. Fransche: Augustus: L'Art décoratif, Revue des deux mondes. September: Revue des deux mondes. L'Illustration. L'art décoratif. October: L'Illustration. Engelsche: Augustus: Illustrated London News. September: The Studio. October: Illustrated London News.
De statistiek over de Duitsche werken die geraadpleegd of uitgeleend werden geeft zoo geringe cijfers, dat ze niet vermeldenswaard zijn. De meesten waren - woordenboeken.
Mechelen. - Archief. - Hierover schrijft Dr. Robert Foncke ons: ‘Het archief te Mechelen had het, na 5 bombardementen, goed uitgehouden en slechts zijn rank, grootste toorntje ingeboet, schoon vlak vóór het gebouw een kleergocdwinkel totaal ten gronde was geslagen. Het schijnt dat het thans niet erger meer gehavend werd.’ Enkele geïllustreerde bladen gaven afbeeldingen van het beschadigde gebouw, die men kan vergelijken met de vroeger in het Tijdschr. v.b. en bibl. gegeven (jaarg. I p. 266). Het fraaie oude schepenhuis bergt zoowel de bibliotheek als het archief. Over het laatste verslag gaven wij kort geleden eene mededeeling (blz. 316); sedert was het archief nog weer door een brand geteisterd op Zaterdag 5 Juli 11.
Bibliotheekbegrootingen. - Niet alleen voor de Zuid-Nederlandsche bibliotheken is 1914 een rampjaar. Ook de Noord-Nederlandsche moeten zeer gevoelig lijden, en wel in haar geldmiddelen. Op de Staatsbegrooting worden bepaaldelijk op bibliotheekuitgaven duizenden gekort, voor de Koninklijke Bibliotheek alleen bedraagt de vermindering ƒ 13000.-. De stad Amsterdam blijft niet achter, en heeft op de Universiteitsbibliotheek ƒ 5000. - gekort, en de uitgetrokken posten voor zoogenaamde seminaarbibliotheken geheel geschrapt.
Is dit goed gezien? Men meent klaarblijkelijk dat de stoffelijke behoeften van den mensch in de eerste plaats voorziening eischen, en dat de verstandsbehoeften wachten kunnen. Is dit zoo? Het lichaam kan niet lang vasten, dat is waar. Maar zou voor den geest een voortgezette vastkuur goed zijn? Men denkt zeker dat voor de resteerende bedragen, toch heel wat boeken kunnen gekocht worden, maar dan vergeet men, dat de tijdschriften en vervolgwerken doorloopen, dat die toch reeds het grootste deel van het budget verslinden, en dus na die besnoeiing slechts zeer weinig voor boekenkoop overlaten.