Mededeelingen
Het herstel van de Universiteitsbibliotheek te Leuven. - Hieraan worden in De Tijd (30 Oct. en 4 Nov.) door Dr. Frans Pansers twee uitvoerige artikelen gewijd. Naar aanleiding van de plannen van het Leuvensch boekenfonds wordt door den schrijver uiteengezet, dat er om tot een doeltreffend herstel te komen, naar een weloverwogen systeem moet worden gewerkt. Immers ‘het komt er niet op aan, veel boeken aan Leuven te bezorgen, maar op de eerste plaats goede bruikbare boeken.’ Daarbij moet vooral rekening worden gehouden met ‘de richting welke de universiteit zelf inslaat’. Dit alles is zeer behartigenswaard; of echter al wat daaruit volgens den schrijver voortvloeit, een taak voor eene commissie als de nu gevormde kan zijn, is een andere vraag. De commissies in verschillende landen gevormd of nog te vormen, zouden door eene centrale commissie moeten kiezen uit al de beschikbare boeken, na eerst een volledig overzicht te hebben opgesteld van hetgeen nog overgebleven is, 't zij in andere gebouwen, 't zij verspreid in verschillende handen, of nog bruikbaar ondanks brandschade. Tegelijk zou moeten getracht worden uit oude catalogi, zoo die er zijn, vast te stellen wat verloren is gegaan. Natuurlijk zal men ten slotte niet kunnen herstellen wat verloren is, maar daarnaar toch eenigszins kunnen streven.
Behartigenswaard is wat hij schrijft over de wenschelijkheid, dat zoo spoedig mogelijk het oude Leuvensche bibliotheekbeheer hersteld worde, en met toelating van de Duitsche autoriteiten aan het werk ga, dat bij eventueele vredesvoorstellen eene schadevergoeding voor de vernielde boekenschat worde bedongen, en dat in elk geval' de Duitsche bibliotheken uit eigen beweging moeten medewerken aan het herstel, ḍoor handschriften en boeken die te Leuven bijzonder gewenscht zijn, af te staan. Hij doet daarbij een beroep op de verbroederingin de Republiek der wetenschap, die na den oolog wel weer moet intreden, en op de bewonderenswaardige liefde voor de wetenschap, vooral in de laatste halve eeuw door het Duitsche volk getoond.
Voor dat alles zal, meent de schrijver, noodig zijn, dat over de geschiedenis der verwoesting zelve de volle waarheid bekend en beschreven worde. ‘De diplomatieke titel van dien documentenbundel kan geschiktelijk luiden: Zwartboek, Rouwboek’.
Leuvensch boekenfonds. - De circulaire, waarin men wordt uitgenoodigd, zich bereid te verklaren boeken af te staan (zie blz. 414), is verspreid. Een formulier is er bijgevoegd, waarop ieder de titels der af te stane boeken kan invullen welke, in een systematischen catalogus verwerkt, aan Leuven zullen worden aangeboden. De aanvaarde werken zullen dan later van de eigenaars worden opgevraagd. Ook gelden zullen gaarne worden aanvaard. Het adres van den penningmeester, Mr. M.I. Duparc, is Blankenburgstr. 77, dat van den eersten secretaris, Dr. M.P. Rooseboom, Laan v.N.O. Indië 125 te 's Gravenhage. Een 60-tal namen van mannen die hun instemming betuigd hebben, staan mede onder de circulaire; ongeveer de helft zijn hoogleeraren; namen van bibliothecarissen komen er slechts sporadisch bij voor. De formulieren ter invulling zijn te verkrijgen bij den tweeden secretaris Mr. Verspyck Mijnssen, Van Boetzelaerlaan 7 te 's Gravenhage.
Documenten voor economische crisis. - In ons bericht over deze uitgaaf van de Documentatie-afdeeling aan de Kon. Bibl. is (blz. 413) een ongelukkige zetfout ingeslopen; niet tegen oversturing van 50 gulden, maar van 50 cents voor verzendingskosten kan men de reeks toegezonden krijgen. Het werk gaat geregeld voort, terwijl ook het Repertorium op de Nederlandsche tijdschriften zonder vertraging blijft verschijnen.
Colleges over boek- en bibliotheekwezen. - Dr. H.E. Greve, priv. doc. aan de universiteit van Amsterdam heeft op 15 October met een openbare les, die door een groot aantal belangstellenden werd bijgewoond, zijn college geopend. Het wordt gegeven des Woensdags om de 14 dagen 's avonds van 8 uur tot halftien, en behandelt ‘de internationale en de nationale katalogusregels’ met als bijcollege: diverse onderwerpen over boek- en bibliotheekwezen.
Dr. A. Hulshof, priv. doc. aan de rijksuniversiteit te Utrecht behandelt Vrijdagsmiddags van 2 tot 3 uur in de collegekamer der