de Argentijnsche regeering een som te zijner beschikking stelt om als Belgisch afgevaardigde naar het Internationaal Americanisten-Congres te Buenos-Ayres te komen.
Benevens tallooze, in tijdschriften en bulletins verspreide studies liet dr. Jan Denucè een werk van grooten omvang verschijnen: Magellan, la question des Molluques et la ire circumnavigation du globe (2 dln. Académie royale de Belgique), een werk dat door de geleerden van alle landen zeer werd opgemerkt.
Toen ongeveer drie jaar geleden dr. Denucé het ambt van stedelijk archivaris te Antwerpen aanvroeg, was de tegenstand van het administratieve wereldje zoo groot, dat aan zijn vraag geen gevolg kon worden gegeven. Het gemeentebestuur benoemde hem toen als hulp-conservator bij het museum Piantin-Moretus.
Gedurende den betrekkelijk korten tijd dat hij in het zeer rijke archief van dit museum werkzaam mocht zijn, verscheen van hem een werk in 2 deelen Nederlandsche Kaartenmakers in betrekking met Plantin (uitgave der Antwerpsche Bibliophielen). Hij legt nu de laatste hand aan een uitgebreiden Beschrijvende Catalogus der Manuscripten voorhanden in het Museum Plantin.
Wij mogen ons alleszins verheugen in het feit dat men een geleerde van het gehalte van dr. Denucé in staat heeft gesteld zich voortaan aan zijn wetenschappelijken arbeid te wijden, waarvoor hij in het hem toevertrouwde museum een grooten schat van documentatie vinden zal. Maar ook op gebied van kunstgeschiedenis bevat het huis van Plantin ongetwijfeld kostbare trezoren, waarvan alleen een kunstgeleerde ons de waarde kan veropenbaren. Zal nu het Antwerpsche gemeentebestuur willen inzien dat die taak geheel in de bevoegdheid valt van een man als dr. Paul Buschmann, den kundigen leider en redacteur van het tijdschrift Onze Kunst, iemand ook die, opgevoed in de drukkerskunst, ten opzichte van de typographische kostbaarheden welke Plantin ons heeft nagelaten, nog heel wat groote diensten zou kunnen bewijzen?
(Van den Correspondent van het Handelsblad. Antwerpen 19 Mei.)
Antwerpen. - Stedelijke bibliotheek. - De levensvraag voor de Hoofdbibliotheek van Antwerpen is nog niet beslist. Zal de rijke boekenverzameling, die aan het oude gebouw ontgroeid is, nu eene werkelijk goede huisvesting krijgen? Men wil haar opnieuw in een oud, niet voor dat doel gesticht gebouw onder dak brengen. Het is echter te hopen, dat de beslissing anders zal uitvallen; wie ook maar eenigszins over eene vraag als deze kan oordeelen, zal toch wel inzien, dat dit nu niet meer mag geschieden. In Noord-Nederland is men van de huisvesting in bestaande gebouwen eerst gekomen tot het stelsel van gedeeltelijken aanbouw, of verbouwing, om ten slotte met de boekerij der Technische Hoogeschool tot het juiste inzicht te komen, dat eene groote bibliotheek slechts in een voor dit zeer bijzondere doel ontworpen en uitgevoerd gebouw behoorlijk geborgen en goed geadministreerd kan worden. Zou nu het oude Antwerpen, in vroegeren tijd het intellectueele middelpunt van de Nederlanden, en ook nu eene stad met een krachtig ontwikkeld leven, en met toenemende belangstelling in wetenschap en cultuur, voor hare Hoofdbibliotheek weer half werk doen? Wij verwachten beter, en houden, zoolang er geen noodlottige beslissing gevallen is, met vertrouwen aan die verwachting vast.
B.
Brussel. - Koninklijke Bibliotheek. - De moeilijkheden, waarin de Brusselsche Bibliotheek sedert onheuglijke tijden verkeert, zijn niet onbekend gebleven, en blijken naar buiten door de herhaalde reorganisaties, ondanks welke alles bij 't oude blijft. Ofschoon 12 typisten aan een catalogus werken sedert vele jaren, is die catalogus er nog niet, en wat er is, staat niet ten dienste van het publiek. Maar wat het ergst is, er is geen hoofd, of liever - er zijn twee hoofden. Hiervan wordt een vermakelijke voorstelling gegeven in een artikel van Pourquoi Pas? (no. 209, 16 Apr. 1914), dat wij, al is het wat erg persoonlijk gekleurd, en al zijn alle bijzonderheden niet volkomen juist, hier laten volgen.
Dom Ursmer Berlière.
Un bon type, tout rond, sans prétention. Il ne se croit pas le premier moutardier du pape paree qu'il est à la tête de la Bibliothèque royale. Henri Hymans, son prédé-